Het is niet goed voor een kunstwerk om tien jaar lang in een schoolkantine te hangen. In het geval van Mark Rothko’s Harvard Mural Triptych, dat in de jaren zestig en zeventig in Harvard hing, had de schade aan het werk weinig te maken met opstijgende etenswalmen of onvoorzichtige studenten maar des te meer met het zonlicht dat door de enorme ramen naar binnen scheen. Rothko had voor het werk ook nog eens een organisch pigment gebruikt, dat door het felle zonlicht binnen de kortste keren vervaagde.
De mogelijkheid om de vervaagde verf te herstellen werd eind jaren tachtig door conservators uitgesloten. “Vanwege het significante kleurverlies en door het delicate, dun geschilderde en niet verniste oppervlak zou zo’n behandeling onomkeerbaar zijn. Het zou ervoor zorgen dat de hand van de kunstenaar niet meer te herkennen zou zijn. Dat druist in tegen de principes van conservatie,” aldus een persbericht van de Harvard Art Museums.
Videos by VICE
Ruim twintig jaar later nam het museum daarom het MIT en de Universiteit van Basel in de arm om de kleuren van Rothko digitaal te restaureren. Een team van kunsthistorici, conservators en wetenschappers ontwikkelde samen speciale software en een projectiesysteem dat in staat is de huidige kleuren van een schilderij af te lezen en deze informatie vervolgens te vergelijken met foto’s van hoe het werk er ooit uitzag. Vervolgens berekent de software een ‘compensatie-afbeelding’ die naar de projector wordt gestuurd om de schilderijen weer in hun oude glorie te herstellen. De uitkomsten van deze innovatieve samenwerking werden vorig jaar gepresenteerd in een tentoonstelling, waarbij ook originele werken na lange tijd weer voor publiek te zien waren.
Een soortgelijk experiment is op dit moment te zien in het Metropolitan Museum of Art in New York, maar dan met nog veel oudere kunst. De Tempel van Dendur, die te zien is in de rechtervleugel van het museum, heeft tegenwoordig geen spatje kleur meer, maar wetenschappers vermoeden dat het gedetailleerde reliëf van origine beschilderd moet zijn geweest in de meest levendige kleuren. Het MediaLab van het museum heeft daarom enkele scenes op de tempelmuren verlicht zoals ze er tweeduizend jaar geleden uit zouden hebben gezien. Een van de belangrijkste is de schildering waarin de Romeinse keizer Augustus als farao wordt afgebeeld terwijl hij een offer brengt aan de Egyptische goden.
Volgens Diana Craig Patch, conservator aan het hoofd van het Departement Egyptische Kunst, blijft de reconstructie hypothetisch, ondanks dat er veel onderzoek naar gedaan is. “Het moet voornamelijk worden gezien als een educatieve tool. Met het gebruik van digitale media is het veel makkelijker om te laten zien hoe bepaalde objecten door de geschiedenis veranderd zijn, vooral als ze vaak werden gebruikt.”
Zelfs als het aankomt op minder hypothetische recreaties van kunstwerken, zoals de muurschilderingen van Rothko, blijft de mate van nauwkeurigheid een punt van discussie. De tentoonstelling op Harvard werd in Hyperallergic gerecenseerd door Robert Moeller, die zich moeilijk aan de indruk kon onttrekken dat de tentoonstelling niet meer was dan een “holografische representatie van Rothko’s oorspronkelijke bedoelingen.” Kunstenaar Terry Winters zei in een interview dat hij “de aanwezigheid van Rothko pas kon voelen in de werken toen de projecties uit waren” en hij ze weer in hun huidige staat zag.
De technologie is ongetwijfeld indrukwekkend, maar de pixels staan misschien wel in de weg van iets belangrijkers. Namelijk dat kunst een ongelofelijke kracht heeft als je het in het echt ziet. Misschien is het daarom wel beter om te kijken naar wat er nog over is van een kunstwerk, zelfs als het wat vager of poreuzer is dan eerst.
Meer informatie en video’s over Rothko’s Harvard Murals en hun digitale restauratie is hier te vinden. De Color the Temple in het Metropolitan is nog tot 24 april te bezoeken.