Sport

PSV, de bajes en Spoorloos: het leven van Geoffrey Prommayon

Zijn voormalige ploeggenoten Ronaldo en Romário zwemmen in het geld, maar Geoffrey Prommayon moet nog elke ochtend de auto in om voor brood op de plank te zorgen. De voormalige kuitenbijter van PSV rijdt tegenwoordig namelijk voor een autoverhuurbedrijf wagens van A naar B.

Daarnaast is hij actief in de derde klasse van het amateurvoetbal als speler en trainer. Prommayon vindt het leven in de luwte wel zo relaxed, na een toch best vreemde carrière. Tijdens zijn voetballoopbaan vond hij zijn verloren vader terug, kwam hij in de gevangenis terecht en kreeg hij de aanbieding om voor het Thaise nationale elftal te spelen. VICE Sports zocht Prommayon op in zijn woonplaats Geldrop om te praten over Braziliaanse luiheid, de gevangenis in Vught en het amateurvoetbal.

Videos by VICE

VICE Sports: Ha Geoffrey, wie was er nou beter: Romário of Ronaldo?
Geoffrey Prommayon: Pfff, dat is niet te zeggen. Ronaldo kwam bij PSV als supertalent, Romário was al halverwege de twintig. Ze waren heel verschillend. Romário was echt een luie donder. Die kwam drie kwartier nadat wij begonnen waren met trainen aankakken, om vervolgens wat rond te sjokken op het trainingsveld. Hij deed zelden met ons mee, en sprong alweer zijn auto in voor onze training echt afgelopen was.

Sommige spelers ergerden zich daaraan, gaven hem op zijn flikker. Dan was hij op zijn ziel getrapt en deed hij weer iets geniaals in de wedstrijd. Romário was echt een eenling, Ronaldo was meer onderdeel van de groep. Je kon met hem grappen en grollen, maar op het veld was hij onnavolgbaar, een supertalent. Hij was zó snel, normaal zijn spelers zonder bal sneller dan hun tegenstanders die de bal aan de voet hebben, maar Ronaldo haalde je nooit meer in.

Maar ze zullen wel respect voor jou hebben gehad? Je was toch een 26-voudig international van Thailand…
Haha, dat is grote onzin. Ik weet niet wie dat ooit als eerste heeft geschreven, maar het staat nu overal op het internet. Ik ben nooit voor Thailand uitgekomen, dat mocht niet omdat ik in een jeugdelftal van Nederland al een officiële wedstrijd had gespeeld. Toen was de regelgeving nog anders, dan mocht je niet meer voor een ander land uitkomen. Jammer, want de Thaise bond belde me in mijn tijd bij Willem II en ik was graag voor mijn geboorteland uitgekomen. Zeker ook omdat ik realistisch genoeg was om te zien dat ik Oranje nooit zou halen.

Hoe ben je eigenlijk bij PSV terecht gekomen, als Thai?
Op mijn achtste zijn we naar Nederland verhuisd, met de nieuwe vriend van mijn moeder mee. Mijn biologische vader is uit Thailand vertrokken toen ik acht maanden was en die hebben we nooit meer gezien. Hij was als Amerikaanse soldaat daar gestationeerd, maar moest op een gegeven moment terug. Hij beloofde ons te komen halen, maar we hoorden jarenlang niks. Blijkbaar had hij wel contact gezocht, heel veel brieven geschreven, maar die waren nooit verzonden vanuit de postkamer van het leger. Als donkere man had hij het niet makkelijk in het Amerikaanse leger. Mijn moeder is uiteindelijk ook doorgegaan met haar leven en vond een nieuwe vriend. We zijn met hem in Eindhoven gaan wonen, ik ben daar gaan voetballen bij een amateurclub tot PSV mij scoutte toen ik 11 was.

Je hebt je vader uiteindelijk op latere leeftijd alsnog teruggevonden, via het programma Spoorloos .
Ja, dat klopt. Ik was erg benieuwd naar hem, zeker toen ik zelf vader werd. Ik wilde weten of hij op me leek. Ik was ook niet boos, ik zat vooral boordevol vragen. Toen heb ik naar Spoorloosgeschreven, ik zag zo vaak hoe dat programma mensen weer bij elkaar bracht. Binnen een mum van tijd hadden ze mijn vader gevonden, via de archieven van het Amerikaanse leger. Ik vergeet de dag van onze hernieuwde ontmoeting nooit meer.

We hadden net met Willem II tegen Ajax gespeeld en opeens waren de mensen van Spoorloos daar. Ik dacht: wat doen zij nou weer hier? Iedereen wist er blijkbaar al van, behalve ik. Ze riepen me uit de kleedkamer en namen me mee richting het veld. Eenmaal daar zag ik een man met een baseballjack en een pet op de middenstip staan. Ik herkende hem niet meteen, tot ik dichterbij kwam. Toen kwamen de emoties los, ik zag de oudere versie van mezelf. Hij is een week gebleven en het voelde direct weer als vertrouwd.

Iedereen zat toen aan de buis gekluisterd en leefde met je mee, om je een paar jaar later door het slijk te halen.
Je doelt denk ik op mijn ervaring met justitie? Dat was een zwarte bladzijde, ja. Vooral omdat ik zelf echt van niets wist. Ik had toen een vriendin die in een verkeerd milieu zat en daar werd ik door meegesleept. Zij vroeg me op een zeker moment om 30.000 dollar om te wisselen bij een postkantoor in Breda. Ik heb daar verder nooit een vraag bij gesteld, heb dat bedrag omgewisseld in euro’s en aan haar teruggegeven. Dat was heel stom van me. Het bleek om drugsgeld te gaan, dat ik op deze manier had witgewassen. Daar werd ik in 2004 voor opgepakt, justitie verdacht me ook van handel in xtc.

Daar had ik niets mee te maken, maar de rechtbank in Breda zag dat anders. Die dachten dat ik een hele grote vis in het criminele circuit was, er werd beweerd dat ik miljoenen euro’s had weggesluisd via de Kaaimaneilanden. Ik werd vastgezet in de zwaar beveiligde inrichting van Vught. Zat ik daar, tussen de verslaafden, moordenaars en gasten die afschuwelijke dingen met kinderen hadden gedaan. Tweehonderd meter verderop zat Willem Holleeder rond die tijd. Het was een verschrikkelijke periode. Ik heb die straf aangevochten en werd door de rechtbank in Den Bosch na drie maanden gelukkig toch vrijgesproken. Ik kreeg een briefje mee naar Vught waarop stond dat ik mocht gaan. Dat is het mooiste briefje dat ik ooit in mijn handen heb gehad.

Was je daarna nog welkom bij je club?
Ja, ik speelde inmiddels voor FC Eindhoven en daar mocht ik na die maanden gewoon terugkomen. Dat was denk ik wel anders geweest als ik niet vrijgesproken was voor de drugshandel. Toch was het plezier weg. Ik was overal ‘de veroordeelde profvoetballer’, supporters van tegenstander riepen vervelende leuzen en dat vond ik maar niks, zeker ook omdat mijn dochter regelmatig kwam kijken. Dan moest zij horen hoe ze schreeuwden ‘Prommayon drugsbaron’.

Wat ook meespeelde bij mijn besluit om te stoppen was dat ik het werk bij het autoverhuurbedrijf heel leuk vond. Ik hield ervan om auto te rijden en kon daar fulltime aan de slag, daarvoor deed ik dat nog parttime naast mijn carrière als semiprof. Ik had er ook voor kunnen kiezen om nog twee jaar in de Jupiler League te spelen, maar vond het op mijn 34ste wel welletjes en koos voor de zekerheid qua werk. Ik wilde wel blijven voetballen, bij de amateurs, maar het vinden van een club bleek zo makkelijk nog niet.

Hoe komt dat?
Geen idee, ik had bewust in een afscheidsinterview bij VI nog gezegd dat ik door wilde gaan, zodat amateurclubs zouden weten dat ik fit en beschikbaar was. Misschien waren ze bang dat ik mijn zakken wilde vullen, ik hoorde maar niets. Uiteindelijk kwam ik bijna bij een vierdeklasser terecht, ik had alle hoofd- en eersteklassers in de regio al gebeld maar die zeiden allemaal dat ze vol zaten. Ik was heel blij dat ik via een oud-ploeggenoot van PSV terechtkwam bij Blauw Geel ’38 in Veghel. Daar heb ik hele mooie jaren gehad in de hoofdklasse en eerste klasse.

Was dat erg wennen? Het niveau is toch een stuk lager.
In het begin was het wel omschakelen, niet alle ploeggenoten hebben evenveel inzicht. Maar ik raakte er snel aan gewend. Ik ben wel altijd met dezelfde drive blijven spelen, vol overgave. Blauw-Geel ’38 is ook een hele mooie club, de enige voetbalclub in Veghel en iedereen met een voetbalhart gaat daar naartoe. Ik voelde me direct welkom, mensen waren heel blij dat ik voor hun club had gekozen. Ik heb vanaf het eerste moment genoten van de gemoedelijkheid in het amateurvoetbal, je ziet dat jongens uit jouw team spelen tegen tegenstanders die ze heel goed kennen. Het zijn vrienden van elkaar, die na de wedstrijd samen een pilsje drinken in de kantine. Dat kende ik niet, maar het sprak me wel aan, die sfeer.

Ook langs de lijn is de betrokkenheid groot, het profvoetbal is toch wat zakelijker en afstandelijker. Inmiddels ben ik niet meer zo actief, ik ben 46 en het is wel goed geweest. Ik ben assistent-trainer bij de amateurs van PSV en doe alleen nog mee als we echt te veel blessures hebben. Dan kan ik een uurtje nog wel belopen, maar een volledige wedstrijd gaat niet meer. Dan krijg ik te veel last van pijntjes en ik moet in het dagelijks leven toch ook nog functioneren, wil ook graag leuke dingen doen met mijn zoontje. Ik vind de rol die ik nu heb van assistent-trainer wel heel leuk. Ik geniet ervan om spelers met individuele trainingen verder te helpen, maar hoofdtrainer worden is niet mijn ambitie. Dan komt er weer zoveel op je af, ik ben niet het type manager.

Hoe goed ben je in de derde helft?
Haha, dat is niets voor mij. Ik vind het wel mooi om te zien hoe mijn medespelers genieten van dat biertje in de kantine na de wedstrijd, maar ik ga liever naar huis om leuke dingen met mijn gezin te doen.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.