FYI.

This story is over 5 years old.

Zürich

We spraken met de oprichters van het eerste fysieke museum voor digitale kunst in Europa

Het Museum of Digital Art in Zürich heeft een algortime als curator.

The Creators Project staat deze hele week in het teken van digitale kunst. Samen met vooraanstaande kunstenaars, curatoren, galeriehouders en verzamelaars verkennen we de kunstwereld van morgen.

Het Herdern Hochhaus. Afbeeldingen met dank aan het Museum of Digital Art

Vorige maand opende in Zürich het Museum of Digital Art (MuDA), het eerste fysieke museum van Europa dat zich uitsluitend richt op digitale kunst. Toen ik contact opnam met het museum, om te vragen of ik met een van de curatoren kon spreken, kreeg ik het volgende antwoord: “Ja, nou, dat zit zo: de curator is een algoritme. Maar je mag wel spreken met de makers van dat algoritme!”

Advertentie

Een fysiek museum voor digitale kunst, dus, met een algoritme als curator. Betekent dat ook dat alle tentoonstellingen in het MuDA automatisch worden geselecteerd? Ja en nee. De eerste vier tentoonstellingen zijn al samengesteld door Christian Etter en Caroline Hirt, de oprichters van het museum. Maar daarna is het gedaan met de menselijke inbreng. Op basis van deze tentoonstellingen zal het algoritme namelijk gaan bepalen welke kunstenaars vanaf dan worden gevraagd om hun werk te exposeren.

In navolging van onder andere het Austin Museum of Digital Art in de VS en het China Millenium Museum of Digital Arts in Azië, heeft ook Europa nu dus een speciaal museum voor digitale kunst. Ons continent kende al ‘online musea’ voor digitale kunst, zoals het Digital Arts Museum dat is opgezet vanuit Berlijn, maar nog geen museum voor digitale kunst waar je daadwerkelijk naar binnen kunt lopen. Bij het MuDA kan dat dus wel: het is gevestigd in het Herdern Hochhaus, een hoog gebouw midden in Zürich waarin vroeger bananen werden verpakt. Ik Skypete met het Etter en Hirt over de opmerkelijke curatiemethode en wat je er eigenlijk kunt aantreffen, in zo’n niet-digitale plek voor wel-digitale kunstwerken.

Het Kickstarterfilmpje waarmee Etter en Hirt eerder geld probeerden in te zamelen voor het museum

The Creators Project: Ha, Caroline en Christian, waarom vonden jullie het tijd worden om digitale kunst ook fysiek tentoon te stellen?
Christian Etter: Sommige digitale kunstwerken bestaan alleen online, maar er zijn ook veel werken die bestaan uit fysieke, geprogrammeerde objecten, die online niet helemaal tot hun recht komen, maar ook in fysieke musea weinig aandacht krijgen. En dat terwijl geprogrammeerde kunstwerken heel fascinerend en mooi kunnen zijn.
Caroline Hirt: Het museum heeft ook als doel om digitale technologie dichter bij de mens te brengen. Hier in Zwitserland zijn vooral mannen werkzaam in de technologische sector, dus we willen ook vrouwen en kinderen kennis met de technologie laten maken. We willen meer doen dan alleen maar zeggen: “Hey, technologie en bouwkunde is cool!” – we willen een fysieke ruimte bieden waarin mensen dat zelf kunnen ervaren. Een plek waar we rondleidingen kunnen geven en workshops kunnen organiseren over de impact van de digitale samenleving.

Advertentie

Jullie doelgroep is dus eigenlijk ‘iedereen’?
Caroline: Programmeurs, advocaten, huismoeders, kinderen – het maakt niet uit. We spelen niet in op specifieke doelgroepen, maar willen vooral de drempel laag houden. Scholen krijgen korting op rondleidingen, en het museum is gratis voor kinderen onder de zestien.

Het voormalige vertrektijdenbord in het Centraal Station van Zürich. © Matteo Fieni / 13 Photo

De eerste kunstenaars die hun werk gaan exposeren zijn Andreas Gysin en Sidi Vanetti. Wat kunnen we daarvan verwachten?
Caroline: Gysin en Vanetti hebben allerlei verschillende beeldschermen uit het dagelijks leven – zoals displays van bushaltes, tankstations en magnetrons – gehackt en geprogrammeerd, zodat ze abstracte en poëtische composities laten zien. Welke ritmes, geluiden en beelden er op het scherm komen te staan, wordt bepaald door een algoritme. De beeldschermen hebben geen pixels, maar wel een digitale hartslag.
Christian: Het pronkstuk is het oude vertrektijdenbord van het Centraal Station in Zürich, dat gebruikt werd tot oktober vorig jaar. Heel Zwitserland kent dat bord – het is een nostalgisch object waarvan iedereen het jammer vond dat het weg moest. Maar nu leeft het dus weer opnieuw, in de vorm van een mechanische performance van geluiden, stationsnamen en tijdsaanduidingen.

Was het makkelijk om daar aan te komen?
Christian: Nee, het was een logistieke nachtmerrie. Het is ruim dertig meter lang en weegt zevenenhalve ton, en we hadden geen idee hoe het er van binnen uitzag, aangezien het zo oud is dat er geen driedimensionale bouwtekeningen van bestaan. Pas toen we het bord ophaalden konden we het uit elkaar halen, en kwamen we er achter dat het mogelijk was om het te hacken.

Advertentie

Vanetti en Gysin toen het vertrektijdenbord werd opgehaald. © Matteo Fieni / 13 Photo

De drie tentoonstellingen die hierna komen, lijken me van een hele andere aard. Hebben jullie dat expres gaan, zodat het algoritme straks uit diverse dingen kan kiezen?
Christian: Ja, het is ook zeker ons doel om de diversiteit van geprogrammeerde kunst te laten zien. Het werk van het collectief Lab212 is bijvoorbeeld veel interactiever dan dat van Gysin en Vanetti, en Gramazio en Kohler staan weer meer bekend om hun robotkunst. Zij gaan robots een bouwwerk laten maken – in het begin zal de ruimte leeg zijn, en aan het einde zijn ze hopelijk klaar. Een soort geautomatiseerde perfomancekunst dus.

Hoe selecteert het algoritme eigenlijk kunstenaars?
Caroline: We maken gebruik van de methode van ‘aanleidinggevend machinaal leren.’ Het algoritme zoekt zelf patronen tussen de eerdere kunstenaars, en gaat dan het hele web af om op zoek te gaan naar kunstenaars die ook in dat patroon passen.

Caroline Hirt en Christian Etter. Screenshot via

Het gaat dus met name om fysieke digitale kunst. Maar hoe zit het dan met digitale kunst die je juist alleen online kunt vinden?
Caroline: We combineren iedere tentoonstelling met een virtuele expositie op onze website. Daar zijn de werken te zien waarvoor je alleen maar een beeldscherm nodig hebt om ze te kunnen tonen, en die zich er dus beter voor lenen om online te laten zien. We willen daar ook video’s laten zien over de opbouw van de fysieke tentoonstelling en over de kunstenaars zelf. Die van Gysin en Vanetti komt waarschijnlijk uit rond juni.

Wanneer bepaalt het algoritme als eerste welke kunstenaars de volgende keer aan de beurt zijn, en hebben jullie zelf stiekem een voorkeur?
Christian: We plannen ongeveer één à anderhalf jaar vooruit, dus over zes maanden weten we meer. En onze eigen favoriete kunstenaars hebben we zelf al uitgekozen, dus een uitgesproken voorkeur hebben we niet. Maar juist daarom kan het eigenlijk alleen maar goed gaan.

Het Museum of Digital Art opende in februari haar deuren. Klik hier voor meer informatie.