Mijn uitstapje op het darkweb eindigde met een bezoek van de Amsterdamse zedenpolitie

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Mijn uitstapje op het darkweb eindigde met een bezoek van de Amsterdamse zedenpolitie

Dit is het derde deel in onze zoektocht naar alle tinten grijs van de hackerwereld. Van ethische white-hats, en grey-hats die tot het randje van de legaliteit gaan, tot de black-hat-cybercriminelen van vandaag.

Het begint onschuldig genoeg.

Via via krijg ik de contactgegevens van Anonymous Venezuela. Ik start een mailwisseling met een van de hackers, laten we hem Anon noemen. Anon geeft eerst de verwachte antwoorden op mijn vraag waar Anonymous-hackers zich zoal mee bezighouden: alles van hacktivisme tot diefstal van creditcardgegevens. Vooral overheidswebsites worden aangevallen, want die zijn zowel een makkelijk doelwit – "ze vallen meestal meerdere keren voor dezelfde truc" – als een ideologisch statement.

Advertentie

Over zijn eigen motivatie is Anon duidelijk. "Ik ben alleen uit op geld." Het minimumloon in Venezuela is 'een grap' volgens hem. Hij verdient met wit werk 15,94 (US) dollar per maand. Hij heeft "veel meer geld nodig om te overleven" en heeft besloten dat de manier waarop hij dat geld verdient er even niet zoveel toe doet.

Anon is er niet trots op, maar heeft – misschien geholpen door de anonimiteit – geen behoefte een dweperig verhaal te houden over nobele doelen en rechtvaardigheid. "We hacken alles waarvoor mensen bereid zijn geld te betalen", vertelt hij.

Als ik het bestand genaamd pedo-numbers-pics.zip wil openen herinner ik me dat het bekijken van kinderporno strafbaar is

Volgens Anon zijn er drie soorten hackers. 'White hackers' die op een legale manier worden betaald en "iedereen beschermen die voor hun service betaalt." Dit kunnen "corrupte overheidsfunctionarissen zijn, banken, media, iedereen met een contract." Oftwel "de honden." (Tussen spottende kuch-quotes deelt hij een steek uit aan Hacked Team, een "White Hacking-bedrijf" dat spyware en surveillance technologie heeft verkocht aan iedereen die ervoor wilde betalen.)

De tweede soort zijn 'black hackers', zij willen alleen geld. Dit geld kan komen van een willekeurig slachtoffer of kan een gerichte klus zijn: het stelen voor een bedrijf, samenwerken met terroristen, anderen bespioneren, wat er maar nodig is om "het grote geld" te krijgen. Dan zijn er nog de hacktivisten, mensen met de wil om anderen te helpen. Ze hacken en delen de bevindingen met de wereld. Als er sprake is van geld, geldt het 'finders keepers'-principe.
Anon eindigt zijn mail met een diepe filosofische vraag die zijn eerdere pretentieloze houding van simpele cybercrimineel in twijfel trekt. "Als een regime dat zijn volk terroriseert mij inhuurt als een white-hat, wie ben ik dan? Ben ik een terrorist? Ben ik een professional die gewoon zijn werk doet?"

Advertentie

Ik vraag of er mensen zijn die hacktivisme zien als compensatie voor het plegen van cybercrime. Hackers die doordeweeks creditcardgegevens stelen en in het weekend pedonetwerken oprollen.

"Ik denk dat de meeste mensen die Anonymous helpen het doen omdat ze een wereld in chaos zien," zegt Anon. "Mensen willen aan de wereld laten zien waarom de wereld er zo uitziet. Het klinkt misschien alsof ze dat doen om zich beter te voelen nadat ze net 5000 dollar hebben gestolen door een overheidswebsite te hacken die de Syrische regering ondersteunt. Maar in werkelijkheid hacken ze die websites toevallig in massa-exploitaties (maar niet altijd)."
Toch zitten er ook weldegelijk hacktivisten bij Anonymous die niet hoofdzakelijk uit zijn op geld, al benadrukt Anon nogmaals – en steeds een beetje ongeloofwaardiger – daar zelf niet een van te zijn. Volgens hem rapporteerde Anonymous pedo's aan de politie door ze onderschepte video's te sturen. Pedo's delen, tot mijn verbazing, details op Twitter of andere sociale media of zelfs kinderporno in geheime chatgroepen met hun "eigen telefoonnummers en contactgegevens".

"Het is gewoon goor om te zien hoe mensen filmpjes delen van zesjarigen die worden verkracht"

Anon vertelt dat het de politie in Latijns-Amerika niet boeit, ook niet als Anonymous ze screencaps stuurt van verzoeken om kinderporno. "Ik probeer me daar zelf zo ver mogelijk van te distantiëren, het is gewoon goor om te zien hoe mensen filmpjes delen van zesjarigen die worden verkracht." Volgens Anon heeft Anonymous zulke beelden al naar de regionale politie gestuurd met alle contactgegevens van de pedo's. In Mexico heeft dat volgens hem geleid tot actie in enkele gevallen, maar de politie zou Anonymous ervan beschuldigen het bewijs te hebben "gemaakt" en weigeren "gewoon hun werk te doen en de bevolking veilig te houden."

Advertentie

Ondertussen voel ik mij behoorlijk onwel bij het idee dat dit soort beelden nonchalant via socialemediakanalen worden gedeeld en door de lokale politie niet serieus genomen worden. Ik vraag om bewijs van deze serieuze aantijging van corruptie.

Even later stuurt Anon mij een mail met daarin "info (nummers en screencaps) van WhatsApp-groepen waar mensen dit soort content delen." Als ik het bestand genaamd pedo-numbers-pics.zip wil openen realiseer ik me dat het bekijken van kinderporno strafbaar is, ook als ik er niet naar kijk met onfrisse bijbedoelingen. Ik weet niet of er uitzonderingen gelden voor journalisten, laat staan dat ik weet waar de grens ligt bij het bekijken van strafbaar beeldmateriaal.

Ik overweeg 'hoe kan ik legaal kinderporno kijken' te googelen, maar wil niet dat eventueel meekijkende geheime diensten een verkeerde indruk krijgen van mijn interesses. Het alternatief, de precieze gradaties van kinderporno-gerelateerde strafbaarheid anoniem opzoeken via Tor, voelt echter ronduit smerig. Ik besluit dan maar de mensen te benaderen die hopelijk weten wat ik moet doen en toets het informatienummer van de politie in op de Motherboard-bedrijfstelefoon.

Ik word te woord gestaan door een receptionist, die meteen wat beducht klinkt als ik mezelf identificeer als journalist die dingen wil vragen. Als ik de situatie uitleg slaat de achterdocht van de receptionist om in verbazing, vervolgens in verontruste vertwijfeling. "Ik heb eigenlijk geen idee wat u moet doen, ik heb nog nooit zo'n casus gehad." Hij biedt behulpzaam aan om het aan een collega te vragen en na een dikke tien minuten wachttijd wenst hij mij succes en word ik doorverbonden met een andere afdeling, waar ik mijn probleem opnieuw vertel.

Advertentie

De tweede meneer klinkt nog iets bezorgder. Hij zegt dat hij mij geen advies kan geven en geeft mij vervolgens het advies "mijn geweten" te volgen. Wel waarschuwt hij me dat ik dan misschien in de toekomst voor de rechter moet verschijnen, maar dat alleen ik kan weten of ik "een goed verhaal" heb wanneer ik mij voor die rechter moet verantwoorden. Ik zeg na een te lange stilte dat ik toch graag wil weten hoe ik journalistiek kan vaststellen of mijn broninformatie klopt zonder het risico te lopen voor de rechter te moeten uitleggen dat ik geen viespeuk ben die graag kinderporno kijkt, waarop hij mij een ander nummer geeft om te bellen. Na zo nog een paar keer te zijn doorverwezen, krijg ik eindelijk de juiste persoon te spreken.

Een mevrouw van de afdeling Zeden neemt de telefoon op en roept "Andrea Speijer voor je, zegt te zijn doorverwezen." Oetse den Breejen, recherchekundige bij het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) Amsterdam, neemt op en ik steek voor de vijfde keer van wal. Na mijn verhaal zwijgend te hebben aangehoord, antwoordt hij met onmiskenbaar vermaak in zijn stem: "Nou, je klinkt niet alsof je tot de doelgroep behoort, maar je hebt gelijk. Ik zal geen moralistisch verhaaltje tegen je gaan afsteken. Als er inderdaad kinderporno in dat bestand zit, is dat strafbaar." Hij laat een lange stilte vallen.

Ondertussen voel ik mij behoorlijk onwel bij het idee dat dit soort beelden nonchalant via socialemediakanalen worden gedeeld en door de lokale politie niet serieus genomen worden

Advertentie

"Ook als ik naar het politiebureau zou komen om het bestand daar te openen?" probeer ik. "Dan kan een agent met mij meekijken en weet ik of het klopt wat de bron mij vertelt." Oetse biedt aan om langs te komen en het bestand van mijn computer te halen, zodat zij er voor mij naar kunnen kijken. Ik ga opgelucht akkoord en kondig even later op de redactie vrolijk aan dat we donderdagochtend bezoek krijgen van de zedenpolitie.

Donderdagochtend staan er twee onopvallend geklede mannen aan de receptie op het Vice-hoofdkantoor. Een is wat korter dan ik en draagt een bril. Hij stelt zich voor als Oetse en ik herken de stem die bij de joviaal-uitziende vijftiger hoort. Zijn collega, de internetrechercheur bij Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme Michel Bijl, torent anderhalve kop boven mij uit. Ik schat hem begin veertig.

Beide mannen zien eruit alsof ze regelmatig tegenover mensen zitten die hen op weinig overtuigende wijze proberen voor te liegen en ik ben blij dat ik niets te verbergen heb. Eenmaal aan de redactietafel haalt Oetse een blocknote tevoorschijn en stelt wat vragen terwijl Michel naast mij toekijkt hoe ik Tor opstart. Het opstarten duurt nog langer dan anders en Michel maakt van de gelegenheid gebruik om mij uit te leggen waarom: het duurt even voordat je internetconnectie onherleidbaar door talloze wereldwijd verspreide proxyservers is gegaan. Alsof we zitten te wachten op een ouderwetse telefoonkabelverbinding.

Advertentie

Michel vertelt dat het regelmatig voorkwam dat iemand die betrapt werd in het bezit van kinderporno zei: 'Ik wilde deze beelden niet, maar ik kreeg ze ineens te zien!' Bij honderdduizend kinderpornoplaatjes op je computer klopt dit natuurlijk niet. De criminelen werden gewiekster en bekijken de porno alleen online, zonder ze te downloaden. Het strafbaar stellen van alleen al het bekijken van kinderporno heeft deze maas in de wet gedicht.

Als mijn darkweb-email eindelijk is opgestart en ik alle wachtwoorden heb ingevuld – na van de zenuwen een paar keer de verkeerde captcha te hebben ingetikt – haalt Michel een datashur-usb-stick tevoorschijn. De stick is bedekt met knopjes met daarop letters en getallen, en biedt volgens de website 'military grade' beveiliging van de opgeslagen data. Cool.

Na het bestand van mijn nog altijd met flitsende harddrugsadvertenties omgeven darkmail te hebben overgezet op zijn usb en mijn verhaal te hebben genoteerd, vertrekken de mannen om het bestand op hun eigen machines te bekijken. Michel belooft mij te bellen zodra hij de inhoud heeft bekeken.

Een uurtje later belt hij terug met het oordeel: "Geen strafbare beelden. Profielfoto's die eigenlijk niet zichtbaar zijn, met plaatjes die eruitzien als volwassen mensen. Geen dingen die je niet zou mogen hebben." Ik ben opgelucht en tegelijkertijd teleurgesteld. Het materiaal op zich is niet voldoende om de claims van Anon te verifiëren en ik heb ondertussen schoon genoeg gekregen van het darkweb.

Ik scroll nog eens door mijn mailwisseling met Anon terwijl ik probeer te besluiten of ik om meer informatie moet vragen, als mijn oog op een passage valt die ik eerder over het hoofd had gezien. "Als je te lang in deze wereld zit word je ook een hacker in je dagelijks leven. Je gaat mensen manipuleren zoals je doet online en uiteindelijk zul je zowel op internet als in real-life dezelfde persoon zijn." Ik besluit de duistere krochten van het web voorlopig even te laten voor wat ze zijn.

Lees hier meer over white-hats, en grey-hats.