Vrijwilligers serveren afgedankt eten in dit vluchtelingenkamp in Calais

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Vrijwilligers serveren afgedankt eten in dit vluchtelingenkamp in Calais

In dit vluchtelingenkamp in Calais krijgen de migranten één warme maaltijd per dag, een douche, en hebben ze telefoons tot hun beschikking. De vrijwilligers in de keuken spreken met de vluchtelingen om te horen hoe het is om hier je dagen door te...

"De Britse grens is fysiek gezien in Frankrijk, dus het is een hypocriete situatie," vertelt Carolyn Wiggans, een vrijwilliger van het vluchtelingencentrum Jules Ferry dat huisvest in een van de buitenwijken van Calais. "Als de vluchtelingen uit Soedan of Syrië komen zegt Groot-Brittannië: 'Geen probleem, we accepteren jullie allemaal,' maar je kan niet fysiek naar Engeland gaan om asiel aan te vragen omdat de grenscontrole hier in Frankrijk ligt."

Advertentie

Met één warme maaltijd per dag, douches en telefoons tot ieders beschikking, is Jules Ferry het eerste, door de staat goedgekeurde migrantencentrum in Frankrijk. Het kamp bevindt zich tussen een chemische fabriek en een snelweg en is een sloppenwijk geworden voor migranten die vastzitten in Calais, die proberen als verstekeling in vrachtwagens richting het Verenigd Koninkrijk te gaan. Eenmaal aangekomen reizen de meesten richting Croydon en gaan ze naar de British Home Office om daar asiel aan te vragen.

The-Jungle-wasteland-Calais

De woestenij buiten het Jules Ferry kamp vlakbij Calais. Alle foto's door Julia Shirley-Quirk.The Daily Mail

Terwijl het centrum bestaat uit een ongebruikt vakantieoord (waardoor het als 'idyllisch' omschreef) en het door sommige hulporganisaties wordt gezien als een goed alternatief voor het beruchte Sangatte-vluchtelingenkamp, is Jules Ferry verre van comfortabel.

"De dokter zei dat het met mijn huidige gesteldheid niet goed is om met de vrachtwagens mee te gaan. Ik weet het niet; ik denk dat ik genoeg heb meegemaakt," zegt de hoogzwangere Ayana* uit Ethiopië, een van de pak 'm beet honderd vrouwen die er wonen. "Ik geef nu gewoon op. Ik blijf hier in het kamp, maar dit is geen leven voor een kind."

Jules-Ferry-Bristol-Skipchen

Jules Ferry heeft voor vrouwen en kinderen een aantal accommodaties beschikbaar, maar de duizenden mannen die zich richting Calais begeven mogen na een bepaald tijdstip het gebouw niet meer in. Hierdoor worden ze gedwongen om in de woestenij te leven die zich rondom het gebouw bevindt, waarvan de bijnaam 'de jungle' is.

Advertentie

De Bristol Skipchen, een anti-eetverspillingscafé opgezet door The Real Junk Food Project, vatte het idee op om het kamp te bezoeken. Samen met vrijwilligersorganisatie Embercombeslaan ze de handen ineen om de migranten van voedzame maaltijden te voorzien – dit met een voorraad van gedoneerd en overgebleven eten. De reiskosten werden verdiend met een liefdadigheidsdiner, dus staken vijf Skipchen-vrijwilligers en het Embercombe-team vorige maand het kanaal over, met zakken vol eten dat gedoneerd was door groothandels en cafés – of dat uit de prullenbakken van de supermarkt was gevist.

"Het lukte om het eten daar te krijgen en te koken voor de vluchtelingen, maar onze neutrale verzamelplaats was het meest geslaagd," vertelt Marianna Musset (directeur van Skipchen) na aankomst in De Jungle. "De Jungle is opgesplitst in kampen met verschillende nationaliteiten en voor een paar dagen lukte het om een plek te creëren waar die grenzen er niet toe deden."

bristol-skipchen-food-waste-cafe

De "Food Rescue Ambulance" die werd gebruikt om voorraden te vervoeren. Marianna Musset, directeur van Skipchen.

Een oude ambulance, een paar busjes en een oude legertent dienen vier dagen lang als het basiskamp voor het Skipchen-team in De Jungle. De vrijwilligers brengen ook eten naar mensen die in Leader Price en het Galou-kamp in het centrum van Calais wonen.

Ik help de vrijwilligers met het maken van een salade van gedoneerde bieten, sla, radijs, aardappel, granen – in een bak ter grote van de armleuning van een fauteuil – en roer alles door elkaar met een enorme stok. In de vier dagen die ik in De Jungle heb doorgebracht, hebben de vrijwilligerteams drieduizend maaltijden bereid.

Advertentie

's Ochtends gaan de vrijwilligers het kamp in om honderd zakken gevuld met linzen, bloem, koffie, thee, Bombaymix (een traditionele Indiase snack) muesli, gerst en tarwe naar iedereen toe te brengen. We doorkruisen het grasland terwijl de Franse autoriteiten bergen puin rondom de woestenij stort.

Onze aanwezigheid als solidaire Britten betekent veel voor de mannen. "We zijn heel erg blij dat jullie hier zijn gekomen," zegt Farid*, een docent uit Syrië. "Het leven is slecht in De Jungle en jullie verlichten onze geest."

Afgezien van het feit dat zijn cultuur van huis uit patriarchaal is, hebben Farid en veel andere mannen die in De Jungle wonen geen moeite met 'vrouwelijke' klusjes. Terwijl ik mijn best doe om de reusachtige pannen af te wassen, noemen twee Afghaanse mannen me 'sister' en staan ze erop om het van me over te nemen.

calais-migrant-jules-ferry

Naast het bereiden en uitdelen van maaltijden geven de vrijwilligers van Skipchen kleren, dekens en tenten aan de kampinwoners. Ik leer al snel hoe belangrijk het is om deze voorraden discreet 'cadeau' te doen.

"Om als een krankzinnige spullen uit de achterbak van een busje uit te delen, is net zo mensonterend voor jou als voor de mensen die je probeert te helpen, en het eindigt vaak in een rel," vertelt Caity, een stagiair van Embercome. De migranten die ik spreek zijn warm en respectvol.

Mohamed*, een migrant uit Soedan, vertelt me dat wanneer je eenmaal zoveel gruweldaden en pijn hebt meegemaakt, je geen andere keus hebt dan een aardig persoon te zijn.

Advertentie
jules-ferry-migrant-camp-france

Eén manier om met je schuldgevoel (over het feit dat je medemens in armoede leeft) om te gaan is door ze voor te stellen als de 'ander': als onopgeleide buitenlanders, slechte mensen, of als je Katie Hopkins moet geloven als kakkerlakken.

Maar natuurlijk is dit je reinste onzin. In het Leader Price-kamp werd ik uitgenodigd in de keuken van een groep Soedanese mannen. Dennis, een monteur uit Zuid-Soedan, heeft het over Mr. Bean; ondanks zijn gebrekkige Engels bespreken we schaterlachend de grappigste momenten van Rowan Atkinson.

Terug in De Jungle is er een Soedanese man, hij wordt Baggy genoemd, die ook graag een gesprek met me aanknoopt. We wachten totdat de grote pan met peulvruchten begint te koken en ondertussen vertelt hij me dat zijn buren in een nabijgelegen dorp slachtoffer werden van etnische zuiveringen in Darfur.

"Mannen kwamen bewapend met geweren het dorp in op paarden om te plunderen. Ze hebben veel jonge mannen vermoord en lieten de zwangere vrouwen naar voren komen," vertelt Baggy, terwijl hij naar zijn voeten kijkt.

"Ze sneden de baby's zo uit hun buik, ook al waren die nog te jong om geboren te worden. De babymeisjes lieten ze leven, maar als het een jongen was werd hij vermoord, omdat hij als volwassen man een potentiële vijand zou kunnen worden."

real-junk-food-project-bristol

Het schrille contrast tussen de rustig borrelende pan en Baggy's verschrikkelijke verhaal lijkt ineens een symbool voor de veerkracht van de mens. Zelfs wanneer je familie is vermoord en je in je eentje de Middellandse Zee bent overgestoken op zoek naar veiligheid, gaat het alledaagse leven gewoon door.

Voor Michel Wiggans, een andere vrijwilliger, is het dat stoïcijnse van mensen als Baggy waardoor hij telkens terugkomt om te helpen. Hij begon tien jaar geleden met vrijwilligerswerk bij organisaties die eten en voorraden voor de migranten in Calais verzorgden – toen ging dat nog om een stuk of dertig eieren en het uitdelen van wat brood.

"De reden dat ik mijn tijd besteed aan het helpen van vluchtelingen: zij zijn mannen en ik ben een man," zegt hij. "Zo is het."

*De namen zijn gefingeerd om de identiteit van de mensen te beschermen

Alle foto's door Julia Shirley-Quirk.