Vrouw met plantjes en bliksemschichten om haar heen
Illustraties door Titia Hoogendoorn
Identiteit

De vragen die je me wel en niet moet stellen over mijn verkrachting

Ik heb gemerkt dat praten over mijn verkrachting niet alleen voor mij ingewikkeld kan zijn, maar ook voor de persoon die tegenover me zit.
TH
illustraties door Titia Hoogendoorn

Ik ben een dertigjarige vrouw, heb een goede carrière, een liefdevolle vriend en een gezond, leuk en actief seksleven. Dat is best bijzonder, want ik ben als jong meisje verkracht. Dat ik er zonder al te veel schade vanaf ben gekomen, komt door een heleboel verschillende dingen: ik heb therapie gehad die goed werkte, ik kom uit een warm en liefdevol gezin en heb altijd meer spullen en vakanties gehad dan ik nodig had. Ik heb bijzonder veel privileges, dus.

Advertentie

Toch kan ik, ook nu het al meer dan twintig jaar geleden is, nog steeds erg geraakt worden door verhalen over seksueel misbruik. Als een verhaal echt binnenkomt dan verkramp ik een beetje, maar dat betekent niet dat de verteller of iemand anders er iets van zal merken. Ik heb geleerd om op dat soort momenten even in mezelf te keren.

Op seksueel gebied heb ik nooit te veel last gehad van mijn verkrachting. Ik weet niet waarom, maar dat is me op de een of andere manier bespaard gebleven. Maar een klein gedeelte van de mensen met wie ik het bed heb gedeeld weten van de verkrachting. Ook bij degenen die het niet wisten, ging het nagenoeg altijd goed; een simpele “blijf van mijn keel af” was voldoende.

(Naast het feit dat het gewoon chill is om te weten wat je bedpartner lekker vindt, is dit dus nog een goede reden om duidelijk te communiceren tijdens de seks. En vooral goed te luisteren – dat is bij mij een keer ‘misgegaan’, en dan is de lol er wel snel af.)

Er zijn dus niet veel mensen die weten van mijn ervaring. Soms ontmoet ik een nieuwe vriend of vriendin, en neem ik hem of haar in vertrouwen. Door de jaren heen heb ik gemerkt dat praten over mijn verkrachting niet alleen voor mij ingewikkeld kan zijn, maar ook voor de persoon die tegenover me zit. Er zijn een aantal reacties die ik bijna altijd krijg, maar die helemaal niet helpen – en die het gesprek bovendien stokken.

Omdat ik vermoed dat ik niet de enige ben die dit soort vragen en opmerkingen te horen krijg – en ik ook denk dat deze ‘verkeerde’ reacties eerder voortkomen uit ongemak of onwetendheid – vertel ik hieronder wat deze reacties bij mij losmaken, en waarom ze dat doen. Ook doe ik nog een aantal suggesties voor vragen waardoor ik me juist wel gehoord en gesteund voel.

Advertentie

(Voor ik begin met het lijstje, wil ik nog zeggen dat iedereen anders is en dat dit is wat voor mij wel en niet goed werkt. Daarnaast ga ik ervan uit dat de lezer beheerst over basiskennis van ‘hoe om te gaan met iemand die zegt verkracht te zijn’: geloof de persoon die tegenover je zit, altijd. Vragen als: was je dronken/schaarsgekleed/etc. zijn nooit oké. Als dit de vragen zijn die in je opkomen, raad ik je aan naar dit filmpje te kijken, waarin het begrip 'consent' wordt uitgelegd met hulp van een kopje thee.)

Heb je aangifte gedaan?

Dit is bijna altijd de eerste reactie die ik krijg. Ik heb zelf geen aangifte gedaan – ik was een kind dat niet begreep wat er in godsnaam gebeurd was. Bovendien is een verkrachter iemand die vooral geilt op de touwtjes in handen hebben, en helemaal in mijn situatie was dat zo. Hij wilde me het gevoel geven dat het aan mij lag, en dat is hem de eerste vijf jaar na de verkrachting gelukt. Er begon me pas iets te dagen toen ik aan het puberen was en de bladzijdes over seks in de Fancy begon te lezen.

De eerste persoon die ik als 15-jarige in vertrouwen nam was mijn beste vriendinnetje. Pas toen had ik echt door dat er iets verschrikkelijks was gebeurd en dat het niet mijn schuld was. In die periode durfde ik niet naar de politie te gaan, want, vroeg ik me toen af, wat als het toch een beetje mijn eigen schuld was geweest? En ook: wat als de agent me niet gelooft?

Advertentie

De vraag of ik aangifte heb gedaan is voor mij vervelend omdat ik me er schuldig door voel: ik krijg daardoor het gevoel dat ik onjuist heb gehandeld. Bovendien denk ik door die vraag altijd aan wat er voor of na mijn verkrachting gebeurd kan zijn: heeft hij het vaker gedaan? Heeft hij meer kinderen verkracht? En had ik het kunnen voorkomen door aangifte te doen? Is alles wat daarna gebeurde dus indirect mijn schuld? Kun je wel spreken van indirecte schuld? Komt het niet gewoon door mij?

Weten je ouders het?

Ik denk dat ik deze vraag relatief vaak krijg omdat ik zo jong was. Mijn ouders wisten het toen niet en weten het nog steeds niet. Dat is nooit een bewuste keuze geweest, maar het is zo gelopen en ik heb daar vrede mee. Sommige mensen reageren goed op mijn antwoord. Ze tonen met empathie dat ik dit als kind zelf heb moeten verwerken, en dat ze dat heel vervelend voor me vinden.

Toch zijn er te veel mensen geweest die hebben geprobeerd me te overtuigen dat ik alsnog met mijn ouders moest praten over wat er gebeurd is. Dat is niet waarom ik mijn verhaal met iemand deel. Je kunt ervan uitgaan dat ik over deze dingen heb nagedacht.

Bedenk, als je deze vraag stelt, waarom je het antwoord wilt weten en wat voor mening je over het antwoord hebt. En weet ook dat jouw mening over wie ik dit wel of niet zou moeten vertellen me niet echt interesseert. Als ik me kwetsbaar opstel door een traumatisch verhaal met je te delen, hoef ik je mening daarover gewoon niet te horen.

Advertentie

Was het een bekende?

Ik heb deze vraag nooit goed begrepen. Het komt op mij over als een soort check op hoe traumatisch het precies was. In mijn geval was het een kennis van mijn buren die ik weleens op verjaardagsfeestjes zag. Op een dag racete ik op mijn fietsje door het bos achter mijn huis toen hij daar opeens stond, met zijn broek en onderbroek op zijn hielen. Ik stopte om te vragen of hij oké was, of hij hulp nodig had. Of ik bij een onbekende zou zijn doorgefietst weet ik niet, maar ik wil er eerlijk gezegd ook niet over nadenken. Ik kan me niet eens voorstellen hoe afgrijselijk het zou zijn als dit een familielid is – iets wat je veel te vaak hoort.

Tijdens mijn therapie is een aantal keer de vraag naar voren gekomen of ik de gebeurtenis bagatelliseerde, doordat ik dingen zei als: “Het is maar één keer gebeurd.” “Er zijn kinderen die jarenlang door een ouder verkracht worden.” “Ik ben blij dat het mij is gebeurd en niet iemand anders, ik ben sterk.” Dit zijn allemaal mantra’s die ik mezelf heb aangeleerd om te kunnen omgaan met een nogal onoverkomelijke gebeurtenis. Dat onnodig relativeren heb ik moeten afleren: dat het erger had gekund betekent niet dat het niet verschrikkelijk is. Als je me dit vraagt, schiet ik in een uitleg over dat het inderdaad veel erger had gekund, en dat ik misschien zelfs ‘geluk heb gehad’. Daar heb jij niets aan, en ik al helemaal niet.

De reactie: oh, nu snap ik zo veel beter waarom je zo fel kan zijn!

Ik heb al vanaf dat ik een peuter ben een sterk karakter. Ik heb een uitgesproken mening, kan defensief zijn en kom altijd op voor dingen waar ik in geloof. Ik streef altijd al naar een eerlijke wereld.

In het verwerken van de verkrachting heb ik moeten scheiden wat ‘van mij’ is, en wat het resultaat van de verkrachting is. Het is een angst van me geweest dat iets wat ik in mezelf bewonder, namelijk mijn sterke karakter, het resultaat van de verkrachting is geweest. Ben ik een beter mens dankzij dat varken?

Advertentie

Tijdens en na een verkrachting moet je vechten. Die krachtige houding is altijd al onderdeel van mij geweest. Therapie heeft me vooral helpen inzien dat, alhoewel de verkrachting dat wellicht meer in me heeft losgemaakt, die kracht van mij is dankzij mij, niet dankzij hem. Mijn sterke karakter koppelen aan de verkrachting gaat snoeihard in tegen de therapie die me juist zo heeft geholpen.

1556207432482-V21

Nu ik je heb uitgelegd welke vragen niet werken en waarom, wil ik je ook vertellen wat mij heeft geholpen om een goed en veilig gesprek te voeren over dit trauma. Het belangrijkste: stel open vragen!

Hoe heb je het kunnen verwerken?

Met deze vraag help je me: de erkenning die je me indirect geeft, heb ik nodig om trots te durven zijn op mezelf. Deze vraag gaat over iets wat ik zelf in de hand heb gehad, en nog steeds heb. Een van de verschrikkelijke dingen van een verkrachting is de machteloosheid die je ervaart. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment fysiek gewoon opgaf, dat ik stopte met vechten en in gedachten verzonk en mezelf vertelde dat alhoewel hij mijn lichaam had, hij niet wist wat ik dacht.

Hoe ik dit als negenjarig kind heb kunnen denken, verrast me nog steeds weleens. Dat ik op de een of andere manier sterker was dan hij op dat moment, dat ik sterk ben, daar heb ik tijdens mijn therapie meer en meer op moeten leren durven bouwen. En dat mij dat gelukt is, daar ben ik trots op.

Wat kan of wil je me vertellen over hoe/waar/wanneer het gebeurd is?

Natuurlijk begrijp ik dat je hier benieuwd naar bent. En natuurlijk mag je hiernaar vragen. Maar snap ook dat het inbouwen van een keuze voor mij (wat wil jij hierover vertellen) enorm positief werkt. Verkrachting is machtsmisbruik in een afgrijselijke vorm – als je me vraagt naar welke details ik wel en niet met je wil delen, geef je me die macht terug.

Ik weet niet wat ik moet zeggen. Wat wil je me er verder over vertellen?

Dit is zo een verfrissende opmerking. Mensen willen vaak niet toegeven dat ze even met hun mond vol tanden zitten. Maar ik zie het aan je, ik zie dat jij even verdwaald bent omdat ik dit tegen je zeg. Met deze opmerking, gevolgd door een vraag, moedig je me aan om meer te vertellen, maar ook om bij mijn eigen gevoel te blijven. Je geeft mij de macht over het gesprek. Dit klinkt wellicht wat zwaar, maar dat is seksueel misbruik ook.

Hoe kan ik je helpen?

Dit is een typisch geval van: je kunt niet weten wat de ander nodig heeft. De mensen tegen wie ik dit zeg zijn altijd mensen om wie ik geef, en omdat het prachtige mensen zijn willen ze me altijd helpen. Maar let op, behulpzaam willen zijn kan ook verkeerd vallen. Bijvoorbeeld als je me probeert te overtuigen om het wel met mijn ouders te delen, omdat mij dat zou helpen. Ik weet dat dit met de allerbeste bedoeling word gezegd, dus ik neem het mijn vrienden die dit hebben gezegd niet kwalijk. Maar als je me echt wilt helpen, en echt wilt weten waar ik mee geholpen ben, kun je me dat het beste gewoon vragen.

Ik heb veel nagedacht over wat je me onlangs hebt verteld, en…

Een van de dingen die me het meest heeft verrast, is dat er veel mensen zijn die nooit meer terugkomen op wat ik met ze heb gedeeld. Ik weet niet of het ongemak is, onzekerheid, of de angst dat je iets aanboort waar ik niet mee om zal kunnen gaan. Of iets anders. Maar ik heb het je verteld en me kwetsbaar opgesteld, ik kan het aan, en als je er niet op terugkomt geef je me het gevoel dat het geen indruk op je heeft gemaakt. Of erger, dat je het niet belangrijk vindt.

Er opnieuw over beginnen en me een van deze laatste vier vragen stellen, is iets waar ik sowieso mee geholpen ben. En ik ben vast niet de enige.


* Hadewich is niet de echte naam van de auteur – die is bij de redactie bekend