FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Schrijver Daan Borrel vergelijkt haar eigen seksleven met dat van haar oma

“Mijn oma heeft nog nooit getongd. Althans, dat zegt ze.”
Foto door Maeve Stam
Foto door Maeve Stam 

Toegeven aan verlangens is in veel gevallen een goed idee, maar helaas niet altijd zonder gevolgen. De verleiding om op een dinsdagmorgen de trein naar Parijs te pakken in plaats van de fiets naar je werk is er natuurlijk altijd, maar geld verdienen en afspraken nakomen is ook best belangrijk. Een tong in een mens stoppen die niet jouw geliefde is, terwijl er daarvan wel eentje thuis op je zit te wachten, is meestal ook niet zo slim.

Advertentie

Journalist en schrijver Daan Borrel (27) schreef een boek in de vorm van een brief aan haar vriendje, nadat ze vreemd was gegaan. In Soms is liefde dit onderzoekt ze hoe het eigenlijk zit met haar eigen seksualiteit, verlangens, en de grenzen van haar seksleven. Hieronder lees je alvast een stukje uit het essay, dat vanaf donderdag te koop is.

Mijn oma heeft nog nooit getongd. Althans, dat zegt ze. Toen ze dit ons – mijn moeder, twee broers en mij – vertelde, moesten we allemaal heel hard lachen. Het was op een zondagmiddag, we waren bij haar op visite, het moet zo’n zes jaar geleden zijn. Mijn broers en moeder zaten opgepropt met z’n drietjes tegen elkaar op de witte bank. Mijn moeder plukte wat aan ze, ik weet hoe fijn ze dat vindt – de ene dag zijn het je baby’s, de volgende dag mag je bijna nooit meer aan ze zitten. Ik zat op het Perzische kleedje op de grond tegen de verwarming aan, het was winter. Onze gezichten waren bleek van te veel grijze dagen, we zijn een familie die significant knapper is in de zomer.

Mijn oma zat zoals altijd fier rechtop op haar houten bureaustoel. Op de salontafel stonden een schaaltje met stukjes boterkoek en een metalen thermoskan koffie, gemaakt in een percolator, aangelengd met kokend water. Zoals altijd.

‘Daar geloof ik niks van, mam,’ zei mijn moeder. ‘Nou, toch is het écht waar.’ ‘Je hebt drie kinderen!’ riep ik uit. ‘Hoe is dat dan gebeurd?’ Mijn broers zaten te grinniken op de bank. De een moet wat aan de ander hebben getrokken, als ze eenmaal naast elkaar zitten, laten ze elkaar niet gauw los.

Advertentie

‘Daar hoef je toch niet voor te tongen?’ antwoordde ze wijs.‘ Maar je hebt dus wel gekust, zonder tong?' ‘Ja,’ zei ze – als ik me niet vergis met enige trots, alsof ze ooit zielige mensen geholpen had tijdens kerstnacht – ‘ja, dat heb ik wel gedaan, hoor.’ ‘Dan ga je toch vanzelf met je tong naar binnen?’ probeerde ik nog, maar ze was al opgestaan om de thermoskan nog eens bij te vullen. ‘Jullie nog limonade?’ vroeg ze aan de kronkelende puberlichamen op de bank.

Na nog twee rondes koffie en limonade reden we hyper van de cafeïne en suiker in de auto van mijn moeder terug naar huis. Natuurlijk heeft ze wel eens getongd, zeiden we nog eens overtuigd tegen elkaar. Mijn moeder zette de radio van haar oude Volvo aan en luidkeels zongen we de liedjes mee.

Daan in bed met haar boek – foto via Instagram

Pas nu ik in Berlijn zit, komt die zondagmiddag weer helder in mijn hoofd naar boven. Het tongverhaal staat symbool voor alle andere verhalen over seksualiteit van mijn oma waar vaak een preuts en weinig intiem beeld uit naar voren kwam. Als ik een vriendje had, vertelde zij dat ze direct met mijn opa had moeten trouwen nadat ze één keer uit waren geweest. Ze hadden nog niet eens hand in hand over straat gelopen. Dat ze verder nooit echt liefjes had gehad. Dat er in haar tijd ook helemaal geen leuke jongens waren.

Ik vertel je dit niet omdat ik denk dat haar kinderleed een een-op-eenverklaring is voor mijn verlangens, maar omdat ik me door de verhalen van mijn oma voor het eerst realiseerde dat mijn seksuele ervaringen individueel zijn. Zo anders dan die van haar. En dat ik niks te zeuren zou mogen hebben, met mijn vrije lichaam.

Advertentie

‘Do you remember being born?’ vraagt Beyoncé op het album Lemonade (2016) terwijl ze in de clip aangespoeld aan de kustlijn in het zand ligt, het oceaanwater knabbelend aan haar zoute huid. ‘Are you thankful for the hips that cracked? The deep velvet of your mother and her mother and her mother.’ Al die moeders, al die vaders. Het kan een heerlijk, maar ook moedeloos gevoel opleveren. Heerlijk, vanwege de veilige gedachte dat de dingen wel doorlopen, je bent maar zo’n klein onderdeel van het geheel, en: je komt ergens vandaan.

Maar ook moedeloos, omdat we zo onwetend zijn over wat we precies doorgeven met onze verhalen en lijven. Niemand herinnert zich de eigen geboorte, maar wat schonk je moeder jou toen haar lichaam openscheurde om van één mens twee te maken? Ik laat de verhalen van mijn oma meestal aan me voorbijgaan, maar in hoeverre stammen mijn seksuele verlangens van haar af? Is er een vloek in mijn familiegeschiedenis die doorbroken moet worden, omdat het patroon zich anders oneindig blijft herhalen?

Lag het aan de omstandigheden van haar tijd dat mijn oma nooit heeft willen tongen? Is er in die tweeënvijftig jaar tussen haar en mij zoveel veranderd op het gebied van seksualiteit? Mijn broers en ik zijn opgegroeid met het beeld van tongende mensen op televisie. ‘Hoe oud was jij toen je voor het eerst tongde?’ was een van de meest gestelde vragen tijdens onze puberteit. Iedereen tongde. Dat het ook een optie is om dit níet te doen, was domweg nooit eerder in ons opgekomen. Of heeft mijn oma’s aversie persoonlijker redenen? En als het dat laatste is, wat zegt dat dan over haar relatie tot intimiteit? En misschien ook wel over die van mij? Kon – en kan – zij mannen, mensen, niet toelaten op deze intieme manier? Of was tongen voor haar zoiets als seks met een tuigje nu is: een nieuwe en spannende toevoeging voor de een, onnodig en horror voor de ander?

Advertentie

Aan de andere kant, misschien zijn haar verhalen slechts zoete leugentjes. Misschien is het allemaal toneelspel, vindt ze dat niet-tongen meer bij haar reputatie past dan wel-tongen. Het moeten haast wel kleine leugentjes zijn, want jij weet ook wat voor ontzettende flirt mijn oma is. Tot ergernis van mijn moeder – die denkt dat mannen met háár alleen maar lachen in plaats van flirten – draagt mijn oma nog gerust een roodleren motorjack, lage decolletés en fladderende meisjesjurken. Haar lippen zijn vrijwel altijd gestift. En dat staat haar ook. Ze is het knapste oude meisje dat ik ken, een voorbeeld als het op zelfstandigheid en eigenzinnigheid aankomt. Ze flirt met hond, kind en kassajuffrouw. Het liefst gooit ze bij elke lach haar hoofd in haar nek. Van al dat flirten moet toch wel eens een tongzoentje zijn gekomen?

Mijn moeder die denkt dat mannen met haar alleen lachen, en dat dit geen flirten is, mijn oma die met iedereen flirt, maar niet tongzoent. Heeft seksualiteit meer met tongzoenen te maken dan met lachen? Waar hebben we het in deze tijd eigenlijk over als we het over seksualiteit hebben?

Ik dacht altijd dat seksualiteit vanaf mijn tiende een rol begon te spelen: ik werd ongesteld, kreeg van mijn moeder een glitterpen en van mijn tante een kaart met daarop ‘gefeliciteerd’ omdat ik nu een vrouw was geworden, en vanaf dat moment werd mijn lichaam zichtbaar voor de wereld. Het werd me toen al duidelijk hoe machtig die zichtbaarheid was. Maar seksualiteit ‘kwam’ pas in mijn leven op mijn elfde, bij mijn eerste natte tongzoen op een grasveldje in een wijk verderop, en pas écht vanaf mijn ontmaagding.

Advertentie

Pas twee jaar terug vertelde iemand dat het typisch westers is om zo te denken. Bij seksualiteit denken we alleen aan seks, de fysieke handelingen. In de film Love(2015) krijgt het mannelijke hoofdpersonage van eind twintig door een wip buiten de deur een baby met de buurvrouw (strakke blonde pony) en verliest daardoor tot zijn verdriet zijn grote liefde (mysterieus donkere haarbos, spleetje tussen haar tanden). Pas later in de film komen we er als kijker achter dat aan de vrijpartij tussen hem en de buurvrouw nog een trio met haar en zijn eigen geliefde voorafging, maar dit had zijn honger niet gestild; hij wilde meer, meer, meer en dus arrangeerde hij nog een geheime neukpartij met de buurvrouw alleen, waarbij het condoom scheurde. Op een bepaald moment denkt hij: A dick has no brain, only one purpose: to fuck.

Het is een karakteristiek van het westerse seksdenken. Seksen doe je met je geslachtsdeel, en dat geslachtsdeel is een geval apart. Zijn gedachte komt vrijwel overeen met de Nederlandse uitdrukking ‘je pik achternalopen’. In onze samenleving wordt seksualiteit meestal weggezet als een op zichzelf staand fenomeen, als iets wat alleen in bed gebeurt. De consequentie daarvan is dat mensen een ‘normaal’ leven hebben en daarnáást een seksleven; die twee zijn niet echt met elkaar verweven. Daardoor blijven we alleen seks kennen, en niet seksualiteit. Maar een pik is nooit een pik an sich, een clitoris staat nooit op zichzelf: ze horen bij een hart, een buik, een hoofd.

Gaspar Noé, de maker van de film, zei achteraf in een interview ironisch genoeg dat hij als een van de eersten heeft geprobeerd met Love ‘sentimentele seksualiteit’ neer te zetten. Zijn uitspraak impliceert dat seksualiteit ook iets is wat zónder gevoelens, cultuur, geschiedenis – zonder invloeden – zou kunnen bestaan.

Seks kan misschien nog wel een puur fysieke activiteit zijn – seks zoals we die kennen uit porno, geregisseerde seks, al komt zelfs daar de complexiteit van twee of meer mensen, van de wereld, bij kijken –, maar seksualiteit is altijd verbonden met gevoelens, met hormonen, met politiek, met aangeleerde gedachten en verlangens, met een context, met mensen, een wereld. Het kan soms lijken of seks iets zegt over iemands identiteit, maar het zegt vaak meer over alles daaromheen. Een pik zelf is dus eigenlijk even onschuldig als hij eruitziet. Hij heeft echt geen pootjes waarmee hij zijn eigen weg kan gaan.

Koop hier het boek van Daan, of liever nog: ga naar een boekwinkel.

Volg Broadly op Facebook en Instagram.