Muziek

Een intens interview met Flamman & Abraxas

Het is precies twintig jaar geleden dat I Wanna Be A Hippy de nummer 1-positie in de Top 40 bereikte. Reden genoeg om de mannen die verantwoordelijk waren voor dat succes weer eens op te zoeken.

Ik tref Jeroen Flamman en Jeff ‘Abraxas’ Porter in de woning van die laatste, achter zijn kledingzaak in het centrum van Amsterdam. Aan de muur hangen de onvermijdelijke gouden platen, op de bank bijten twee middelgrote honden me onophoudelijk vriendschappelijk in mijn armen. Of misschien is het niet vriendschappelijk, doen ze een faliekant mislukte poging om me aan stukken te scheuren. Hoe dan ook vallen ze na een kwartier uitgeput op de bank in slaap. Dat in tegenstelling tot hun baasje, een soort vlinder die telkens opstijgt en weer neerdaalt om steeds vanuit een andere hoek van de kamer, in een wondere mix van Engels, een beetje Nederlands en een wagonlading aan gezichtsuitdrukkingen, zijn commentaar op de gang van zaken te geven. Flamman blijkt zijn tegenpool. De producer, tevens vier dagen per week actief als php-programmeur, gaat op een stoel zitten en komt daar niet meer vanaf.

Videos by VICE

Terwijl Abraxas in de keuken aan het rommelen is, racet Flamman door de prille beginjaren. Van de eerste ontmoeting tijdens Abraxas’ rondreis door Europa tot hun verhuizing naar New York, waar house de straten overnam. De terugkeer naar Nederland, de eerste stappen als dj-duo, het toevallige ontstaan van Fierce Ruling Diva (‘Er was weinig muziek, dus besloten we het zelf te gaan maken’). Flamman begint net aan het verhaal van I Wanna Be A Hippy als Abraxas terugkomt uit de keuken en een tjoerie maakt zoals Extince het ooit bedoeld moet hebben. Hij zucht. “Altijd dezelfde vragen.”

Noisey: Vertel toch maar over I Wanna Be A Hippy.
Flamman:
We hadden inmiddels een eigen club op de Wallen met een vaste hardcore-avond, waar ook Dano, Buzz Fuzz en Darkraver draaiden. De originele versie van Technohead werd voortdurend aangevraagd. Je hoorde hem vijf keer per avond. Dat kon niet meer, we moesten remixen hebben. Dano heeft er een gedaan, The Speedfreak, Technohead zelf. Wij hadden als een soort gimmick net een hardcore-versie van Opzij Opzij Opzij van Herman van Veen gemaakt, die nog niet was uitgebracht. Het basloopje daarvan hebben we gebruikt. Poem-poem poem-poem – dat was uiteindelijk de basis van alles. Onze remix bleek enorm aan te slaan, dus moest er een clip komen. We regelden een hippie en een paar gabbers; dat waren gewoon jongens uit ons publiek. Zo ontstond de Party Animals.

Veel gabbers namen het Paul Elstak en Charly Lownoise & Mental Theo kwalijk dat ze commercieel gingen. Daar hadden jullie geen last van.
Abraxas:
Wij waren the real thing. Onze muziek was sowieso veel beter. Gelaagder, complexer, muzikaler. Rijker.
Flamman: Het grote verschil was dat zij onderdeel waren van hun eigen act. Ik heb het er later eens met Paul Elstak over gehad. Hij zei: jullie hebben een goede beslissing gemaakt om niet met je kop in beeld te komen.
Abraxas: Het Rotterdamse publiek is moeilijker. In Amsterdam is men opener, dat speelde in ons voordeel.
Flamman: Zoiets als Hakkûhbar, dat was een parodie. Dat vonden de gabbers niet leuk. Met Party Animals hebben we de scene nooit in de uitverkoop willen zetten. In het nieuws ging het altijd over drugs, over racisme. Wij wilden het vriendelijke gezicht van hardcore laten zien. Dat ouders tegen hun zoon van zestien zouden zeggen: het is goed, ga maar naar dat feest.

Have You Ever Been Mellow ging toch over xtc?
Abraxas:
Nee man. Dat is juist een heel emotioneel liedje, oorspronkelijk van Olivia Newton-John. Dat had je gewoon kunnen googlen.

In de clip van Hava Naquila zijn jullie verkleed als orthodoxe joden. Heb je daar nooit gezeik mee gehad?
Flamman:
Daar waren we wel bang voor. Daarom hebben we met een Israëlische regisseur gewerkt. We hadden er dan weer geen rekening mee gehouden dat het geassocieerd zou worden met Ajax. Ik wist helemaal niks van voetbal. In de regio Rotterdam staat Hava Naquila nog altijd niet op de setlist.

Jullie maakten vrijwel uitsluitend covers. Ooit een reactie van de originele artiesten gehad?
Abraxas:
Niet één. Ze wisten het waarschijnlijk niet. Een hitje in Nederland zie je nauwelijks terug op je royaltyoverzicht.
Flamman: We hebben Atomic bij een concert van Blondie aan Debbie Harry gegeven.
Abraxas: Ze zei zoiets als ‘goh, leuk.’ Ze heeft het heus niet geluisterd. Dat zou ik ook niet gedaan hebben.

Party Animals treedt nog steeds elk weekend op, maar het zijn niet meer dezelfde jongens. Hoe is het met die eerste generatie? Met hippie Paul, met Evert met zijn flaporen?
Abraxas:
Paul heeft kort haar, maar zijn gezicht is nog precies hetzelfde. Ik zou moeten weten wat hij nu doet. Volgens mij werkt hij in een loods of zo.
Flamman: Toen we vorig jaar een clip opnamen voor This Moment, stuurde ik hem een sms’je. Hij zei direct: ik doe mee.
Abraxas: En Evert… He fell off the map. Die is echt de weg kwijtgeraakt. We hebben geen contact meer met hem.

Voelen jullie je daar verantwoordelijk voor?
Abraxas:
Pijnlijke vraag. We vroegen Evert erbij omdat hij een party animal wás. Hij was die weg al ingeslagen.
Flamman: Hij was zestien in die tijd. Piepjong. Er komt van alles op je af als je drie nummer 1-hits scoort. Iedereen zit aan je te sjorren.

Ik vond het op Lowlands best jammer dat ze er niet bij waren.
Flamman:
Ik snap dat wel. Als ik naar New Order ga vind ik het ook jammer dat Peter Hook er niet meer bij is. Maar tijdens onze eerste vijf singles was de samenstelling telkens anders. Daarom hebben we nooit foto’s op de hoes gezet; het moest geen boyband worden. Zij hebben nooit iets met de muziek te maken gehad. De originele artiesten zijn Jeff en ik. En trouwens, die eerste vier jongens zijn nu boven de veertig. Dat wil je heus niet zien.
Abraxas: Laten we het over nieuwe muziek hebben.

Er is nieuwe muziek?
Abraxas:
Ja, maar mensen willen toch altijd de oude hits.
Flamman: Bij Grace Jones klap je beleefd om de nummers van haar laatste album, maar je komt voor Nightclubbing. We maken wel nieuwe dingen, hoor. Ik ben nu bijvoorbeeld met Doppelgang bezig.
Abraxas: Fierce Ruling Diva wordt plotseling weer door hipsters omarmd. Stonden we ineens op Valtifest, Milkshake, Bungalup. Met nieuwe muziek. Rave-y housestuff. Peak hour floorfiller-stuff. Niet van die saaie minimal shit.

Party Animals is vooral populair op een soort retro camp-manier, toch?
Abraxas:
Dat vind ik niet. Ze spelen nog steeds in dezelfde discotheken in dezelfde huppeldepup-plaatsen, maar voor een nieuwe generatie.
Flamman: Je kunt het op een alternatief punkfeest horen in Vrankrijk, op een studentenfeest als ‘lekker fout’, in het buurtcafé in Valkenswaard. Het is heel breed.

Hoe is de rolverdeling in de studio?
Abraxas:
Hij doet alles en ik slaap in de hoek.
Flamman: Hij is abstracter. Ik ben meer pragmatisch.
Abraxas: He doesn’t understand bass at all.
Flamman: Dat is waar. Ik ben goed in het hoge, hij in het lage. We zeggen wel eens: ik bouw een huis, hij richt het in.

Abraxas verlaat tijdelijk het pand om ergens een sleutel af te geven. Met Flamman spreek ik verder over MC Lynx (I’ll Be Your Only Friend), die nu vermoedelijk duikinstructeur is op de Maldiven. Over gezeur over het Nederlandse accent in My Way (‘Het is een ziekte. Dat Björk IJslands klinkt is toch ook geen probleem?’). Over toekomstplannen met Fierce Ruling Diva, met wie Flamman graag internationaal zou touren. Het moet een spectaculaire show worden, zoals The Prodigy en Underworld dat hebben. Maar daar is een derde partij voor nodig en om daar zelf naar op zoek te gaan is ook weer zoiets. Dan fladdert Abraxas weer binnen.

Abraxas: Ik ben het oneens met alles wat hij gezegd heeft. Heb je al naar onze nieuwe muziek gevraagd? O ja, wacht, daar hebben we het over gehad. Ik ga nieuwe muziek maken. Onder andere aliassen. Albummuziek, om thuis naar te luisteren. Tijdloos. Fris. Los van alles. Geen floorfillers, geen anthems. Personal stuff. Maar genoeg daarover. Naar wat voor muziek luister jij?

En dan gaan we Eskmo luisteren en Siriusmo en nog veel meer muziek. Bij het verlaten van het pand geeft Abraxas ongevraagd kledingadvies. Met mijn C&A-tenue kom ik er niet eens zo slecht af, alleen de broek moet skinnier en dat kapsel kan écht niet. De fotograaf treft het slechter. Enkel zijn overhemd doorstaat de keuring. Hij heeft het vijf minuten daarvoor van Abraxas cadeau gekregen.

Die nacht om 5:01 uur komt er een mailtje van Flamman binnen met daarin één zin: “Ik bouw een huis en Jeff richt ‘m in” is toch wel de rode draad door al onze projecten. Waarvan akte.