Of het nu gaat om humor, heiligschennis of het overmatig vertonen van geslachtsdelen – er zullen in de geschiedenis een hoop schilderijen zijn bewerkt omdat een kunstenaar weer eens zo nodig de grenzen van het toelaatbare moest opzoeken. Hoeveel het er precies zijn weten we niet, maar dát er in de afgelopen eeuwen heel wat schunnige of controversiële schouwspellen zijn overgeschilderd, is duidelijk. Met behulp van röntgenstraling weten conservatoren het steeds makkelijker voor elkaar te krijgen om de oorspronkelijke intenties van de schilder te laten zien. En dat levert soms opmerkelijke verhalen op, zoals te zien in de volgende vijf gevallen:
Toen het Fitzwilliam Museum in 1873 de beschikking kreeg over het schilderij Gezicht op Scheveningen van Hendrick van Anthonissen, wist niemand waarom zoveel mensen zich op het strand hadden verzameld. Ze liepen duidelijk één specifieke richting op, maar daar was eigenlijk niets te zien. De compositie werd pas begrijpelijk toen conservator Shan Kuang bewijs vond dat er over iets heen was geschilderd, en zichtbaar maakte dat er een gigantische walvis op het strand lag. De experts denken dat het dode dier als onsmakelijk werd gezien, en daarom een of twee eeuwen later werd overschilderd zodat het beter zou verkopen.
Videos by VICE
Ook religie kan de creatieve vrijheid nog al eens in de weg zitten. Tijdens de Reformatie werd bijna ieder kerkschilderij in Engeland vernietigd door puriteinse beeldenstormers, waardoor de middeleeuwse voorstelling van Judas die je hierboven ziet tegenwoordig nogal zeldzaam is. Vorig jaar werd dankzij infraroodtechnologie ontdekt waarom deze het waarschijnlijk heeft overleefd: er werden sporen van letters aangetroffen op de achterzijde van het paneel, die erop wijzen dat het gewoon was omgedraaid om er de Tien Geboden op te noteren.
De zestiende-eeuwse geleerde John Dee staat bekend als een complexe, raadselachtige man – hij was een strenge wetenschapper, maar ook een fanatieke magiër die een groot deel van zijn leven wijdde aan het contact zoeken met engelen. Toen de Victoriaanse schilder Henry Gillard Glindoni een eerbetoon aan Dee wilde brengen door hem af te beelden tijdens een experiment, schilderde hij een cirkel van menselijke schedels op de grond om hem heen. Glindoni had blijkbaar een reden om deze schedels weer te verwijderen, en dat werd pas een eeuw later ontdekt toen deze schedels langzamerhand weer wat zichtbaarder werden. In 2015 werd het plaatje compleet in kaart gebracht met behulp van röntgenstralen.
2015 was ook een goed jaar voor het ontrafelen van poep-en-piesgrappen. In november kondigde het Royal Collection Trust namelijk aan dat er in een van de schilderijen van Isack van Ostade een poepende man was aangetroffen. Of althans, de man zelf was niet nieuw, maar doordat er in het begin van de twintigste eeuw een bosje voor zijn onderlichaam was toegevoegd wist niemand dat de beste man zijn behoefte zat te doen. In december was het ook de beurt aan de Norton Simon Foundation om Van Ostade te betrappen op een toiletbezoek in de open lucht – dit keer werd de grote boodschap vermomd door te doen alsof de poeper in kwestie gewoon op een stoel zat. Men zegt weleens dat Isacks broer Adriaen de meest baldadige was van de twee, maar dat verschil was misschien zo groot nog niet.
Maar wanneer het aankomt op het maskeren van decadentie, spant het Vaticaan toch echt de kroon. Zelfs Michelangelo werd niet gespaard toen er massaal vijgenbladen voor de geslachtsdelen van zijn beelden werden geplakt. Na zijn dood werd ook zijn wel erg vlezige vertolking van Het Laatste Oordeel voorzien van wat fatsoenerende doekjes, die overigens later weer grotendeels werden verwijderd.
Dus voor alle schilders die denken dat ze makkelijk weg komen met hun schunnige grapjes — vroeg of laat kijken mensen er dwars doorheen. Laat dit een les zijn.