Muziek

Roadburn is een aanslag op je leven

“Het is net Kensington”, schreeuwt iemand in mijn oor. Ik zeg tegen het stuk onverlaat dat hij zijn bek moet houden en gewoon moet kijken. Het is donderdagavond en in de grote zaal van 013 staat misschien wel de meest gewaagde band van Roadburn 2017: het door ‘trve’ blackmetalfans zo verguisde Deafheaven.

Er zullen vast meer argwanende types in het publiek staan. Pottenkijkers die de band op z’n bek willen zien gaan. Maar ondanks het biertje dat de gitarist bij het eerste nummer naar zijn hoofd krijgt, gebeurt er niks hatelijks. Het blijft zelfs tot het einde toe druk. Deafheaven heeft natuurlijk niets gemeen met inhoudsloze stadionrock, maar ondanks de agressieve vocalen, gaat de vergelijking met black metal eigenlijk ook maar moeilijk op. Het is meer razendsnelle postrock met glanzende, opgepoetste melodieën. En toch weten ze mensen op te hitsen; het is te Disney, te geposeerd, alsof de band bewust de scene probeert te schofferen. Alleen al om die reden heerst er een (voor Roadburn) vreemd soort spanning bij het optreden van Deafheaven, met een frontman die er als een André Rieu in skinhead-kleding bij staat.

Videos by VICE

Niet alleen Deafheaven, maar ook dub-producer The Bug, synthwave-project Carpenter Brut, de chaingang-blackmetal van Zeal & Ardor en hiphopgroep Dälek zijn op het eerste gezicht vreemde uitstapjes op het van oudsher op stoner en psychedelica gerichte festival. Maar met copycats die op je willen lijken en in je nek hijgen, kan Roadburn niet anders dan breder uitwaaien in het heavy-genre. En het toffe is: juist bij de vreemde namen, zijn de rijen om naar binnen te komen het langst.

Van bovengenoemde bands maakt Zeal & Ardor op mij de meeste indruk. Speciaal voor Roadburn heeft Manuel Gagneux zijn studioproject vertaald naar het podium. Het optreden in Het Patronaat is nog maar zijn vierde met band, maar het is krankzinnig hoe goed het al klinkt en hoe nog beter dan op plaat de twee ogenschijnlijk uitersten aan genres samenkomen. Met extra props voor de twee achtergrondzangers, waarvan eentje lijkt op Antony van de Johnsons. Halverwege de geplande set valt het geluid uit. Daar kun je een grap over maken (zoals Zeal & Ardor ook doet: “Haha, zie je wel, satanische shit in een voormalige kerk spelen, dan krijg je dit”), maar het is natuurlijk volkomen kut als het gebeurt.

Coven had de dag ervoor al voor een volledige occulte exercitie moeten zorgen, maar als je de historische context niet begrijpt, zou je denken dat de band te diep in een halloween-grabbelton had gegraaid. Met iets te lompe, plasticachtige satanskruizen als ketting en een “echte” – zo benadrukt frontvrouw Jinx Dawson – schedel, leek het bijna op een uit de hand gelopen partijtje van de Larense larp-vereniging. Maar het gaat hier om een legendarische Amerikaanse psychedelische band van eind jaren zestig die als een van de eerste bands zwaar flirtte met satanisme. In een tijd dus dat men nog wel 666 kleuren scheet bij de gedachte aan meneertje duivel. Wat ik maar zeggen wil: je ziet op Roadburn ook veel lijpe dingen, zoals het qua visuals en lichtshow totaal ontspoorde Mysticum. Al is niet alles te bevatten of je smaak, intrigeren doet het bijna altijd.

En hoewel er met de jaren risicovoller wordt geprogrammeerd, blijft Roadburn trouw aan zijn favoriete artiesten. Op de eerste dag van het festival zit Scott Kelly aan een picknicktafel buiten 013. Heeft de Neurosis-frontman sinds 2007 eigenlijk ooit eens een editie overgeslagen? Dit jaar speelt hij er met Razors in the Night, het meest ‘gezellige’ project van het hele weekend waar hij samen met John Baizley van Baroness en een paar andere gasten zonder enige pretentie punk- en hardcorecovers speelt.

Kelly duikt ook op bij Amenra, de Gentse sludgeband die vorig jaar nog op hetzelfde grote 013-podium een akoestische set speelde, maar nu voor klassieke opstelling gaat. Dat hallucinerende gevoel dat je blijkbaar voelt als je verdrinkt, dat is Amenra. Het is zo overweldigend, dat je wel kopje onder wil gaan waarbij de screamo-vocalen van frontman Colin van Eeckhout als een zee-egel diep in je hart steken – misschien dat zijn gebroken been wel meehielp.

Ook Chelsea Wolfe is een soort kind aan huis, en nadat ze een paar jaar terug op een kleiner podium stond en vorig jaar te gast was bij Converge, staat ze nu met band op de mainstage. Het kwetsbare van haar eerdere optredens wordt keihard weggevaagd door de nadruk veel meer te leggen op het dreigende en sinistere in haar muziek.

Maar niet alles dat op Roadburn speelt is even fantastisch: Wolves in the Throne Room kwam lang niet zo meeslepend sprookjesachtig over als ze pretenderen, en bij Pallbearer is de stem van de frontman zo zwak dat het bijna niet serieus is te nemen. Maar desondanks hebben alle acts op Roadburn iets met elkaar gemeen: de muziek komt altijd binnen. De optredens zijn bijna allemaal zo intens en luid, dat het een aanslag op je leven is – zowel fysiek als mentaal. De optredens raken een soort oerkracht in de muziek, zelfs op de zondag laat Sumac niets van de rustdag heel, en ook in jezelf. Een raar, ongekend soort energie waar je veel van gaat zuipen, omdat je denkt dat je alles aankan. Elke avond lag ik appa in bed, met medelijden denkend aan de mensen die op de camping sliepen. Bestaat er een ander festival dat op zo’n indrukwekkende manier zo slopend is?

Bekijk hieronder de foto’s van William van der Voort, en keer morgen terug naar Noisey voor onze documentaire over Amenra-frontman Colin van Eeckhout en een bijzondere Roadburn-fotoserie die je nog van ons tegoed hebt.

Met input van Niek van der Meer

Coven

Coven

Deafheaven

Deafheaven

Esben and the Witch

Esben and the Witch