De Vlaamse film D’Ardennen is vanaf donderdag 4 februari eindelijk te zien in Nederland. De in de rest van de wereld al joelend ontvangen debuutfilm van Robin Pront gaat over twee broers die vier jaar na een uit de hand gelopen inbraak hun leven terug op de rails proberen te krijgen, nadat de oudste een gevangenisstraf heeft uitgezeten.
De dertigjarige Pront regisseerde eerder al twee prijswinnende korte films: Plan B, over de drugsscene in Antwerpen, en Injury Time, over voetbalhooligans. Het script van D’Ardennen is mede geschreven door Robins vriend en collega Jeroen Perceval, die ook een hoofdrol in de film vertolkt. Er is inmiddels getekend voor een Amerikaanse release én een Amerikaanse remake van de film.
Videos by VICE
In de aanloop naar onze screening van D’Ardennen, donderdag 4 februari in Kriterion in Amsterdam, sprak ik Robin vliegensvlug terwijl hij tijdens het International Film Festival Rotterdam van hot naar her holde.
VICE: Ha Robin! Hoe is het nou om eindelijk een lange film gemaakt te hebben?
Robin Pront: Ontzettend gaaf. Na twee kortfilms wilde ik graag een keer iets anders doen. En het woord ‘anders’ was er ook precies op toepasbaar. Het verschil tussen een kortfilm en een langspeelfilm is zo groot – iets wat ik vooraf niet helemaal goed had beseft. Na D’Ardennen wil ik ook wel blijven variëren in vorm, ik zou ook graag televisieseries willen maken, bijvoorbeeld.
Hoe verschilt het dan precies?
Een kortfilm is toch wel moeilijker in elkaar te zetten. In een langspeelfilm heb je zeker anderhalf uur de tijd om een verhaal te vertellen en om een hoop spanning op te bouwen, in een kortfilm krijg je daar zo’n vijftien minuten voor. En daarin moet je via verschillende personages het verhaal voor de kijker vertolken.
Daarnaast wordt een kortfilm ook heel anders ontvangen door de kijker dan een langfilm. Mensen nemen een kortfilm vaak minder serieus: het is meestal zo’n artfilm die ‘s ze avonds laat op tv zien. Het lijkt bijna alsof mensen denken dat het een amateurfilm is: ‘ugh, weer een film die in de schuur van de buurman opgenomen is.’
Wat maakt D’Ardennen echt tot een film van jou?
Ik herken zelf achteraf erg veel van mijn persoonlijkheid in de film. Die is echt heel aanwezig, maar ik besefte me dat pas toen ik de film terug zag. Ik herkende bijvoorbeeld meteen de frustratie en de woede die in de personages zit – ik kan die woede en onmacht ook echt hebben. Dat ik denk van: argh, ik kan je wel vermoorden! Die specifieke doodswens komt overigens niet vaak in me op, hoor.
Er zit ook een flinke portie liefdesverdriet in, een emotie die ieder mens wel een keer in zijn leven ervaart. Ik zal niet de enige kijker zijn die dat heeft, net als de woede en frustratie. Veel mensen zullen zich daar wel in herkennen.
Waar ben je het meest trots op, in de film?
Ik vind de scene waarin de broers op het terrein van een houthakker in het bos aankomen heel bijzonder. Kenny en Dave komen iets afleveren – wat dat is ga ik nog niet verklappen – en dat zorgt voor een hoop hommeles. De scene bestaat uit vijf acteurs en een hond die spontaan – maar goed getimed – aan het blaffen slaat. De spanning tussen die vijf acteurs is heel sterk opgebouwd, vind ik zelf.
Daarnaast waardeer ik de muziek in de film heel erg. Het is energieke muziek die je echt oppompt en je nerveus maakt. Een heleboel houseclassics, gabber. Ik wilde voorkomen dat de muziek te veel de kant van New Kids zou opgaan – wat prima is, maar die muziek levert niet de sfeer op die ik aan mijn film wilde geven. De ambient van Hendrik Willemyns van Arsenal vind ik ook echt aanwinst: de opbouw daarvan zorgt voor heel veel uitgekiende spanning.
Dit is je derde samenwerking met Jeroen Perceval. Wat is het aan hem dat je zo graag ziet?
Hij heeft de acteeropleiding gevolgd en ik de filmopleiding, maar we voelden ons allebei nooit helemaal thuis of vrij op school. We waren buitenbeentjes, en dat heeft er denk ik voor gezorgd dat we elkaar vonden. Ik probeer hem zoveel mogelijk bij mijn projecten te betrekken. En nu zijn we tot het punt gekomen dat ik zo goed als vastzit aan hem. Ik heb iedere dag wel even contact met hem, dus zo makkelijk kom ik niet van hem af.
D’Ardennen is goed ontvangen in België. Verwacht je in Nederland dezelfde reacties?
In België heb ik ontzettend veel positieve reacties gekregen, maar ik weet niet zeker wat ik van Nederland kan verwachten. Je weet het maar nooit tussen Nederlanders en Belgen.
D’Ardennen draait vanaf aanstaande donderdag in de Nederlandse bioscopen.