FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Een paar maanden voor zijn overlijden interviewde ik Tony Wilson op een bizar dronken avond

Alles liep op rolletjes, totdat hij werd beroofd en ik over hem heen kotste.

Afgelopen maand was het zeven jaar geleden dat Tony Wilson overleed. Maar die dag ging net zo onopgemerkt voorbij als een zachte scheet. Geen fotoreportages, geen overlijdensberichten, geen gejatte uitspraken van BrainyQuotes op social media en geen uitgebreide in memoriam-stukken in de krant.

Ik heb het gevoel dat dit het juiste moment is om mijn eigen ervaring met Tony Wilson te delen. Waarom? Omdat, nadat ik acht jaar geleden loog over dat ik journalist was zodat ik hem kon ontmoeten, dit verhaal cruciaal is gebleken bij het vinden van werk, vriendschappen en zelfs relaties. In veel opzichten heb ik mijn leven te danken aan een man die door komiek Steve Coogan gespeeld werd in de film Twenty Four Hour Party People.

Advertentie

De eerste keer dat ik de impact van dit verhaal aan den lijve ondervond, was tijdens een date vorig jaar. Het ging wel aardig, maar ik werd al wat moe en mijn kennis over post-Sovjetfilms maakte niet echt indruk. Terwijl mijn date naar het toilet was sms’te ik snel een vriend voor een peptalk: ‘Vertel hem gewoon dat verhaal over Tony Wilson’, was zijn advies. Ik deed wat hij me opdroeg en bam – binnen de kortste keren lagen we met elkaar tussen de lakens.

Het verhaal van mijn ontmoeting met Tony Wilson heeft namelijk alles wat een geslaagd afspraakje nodig heeft – drugs, diefstal, kots en een beetje bloed. Maar wat waarschijnlijk de grootste indruk maakte was niet alleen dat Wilson nu dood is, maar vooral dat hij gestorven is vrij kort nadat ik hem ontmoette. Niet lang nadat ik hem sprak bracht hij in een soort dubbelzinnige liefdesbrief aan de Nationale Gezondheidszorg van Engeland – gepubliceerd in Manchester Evening News – naar buiten dat zijn rechter nier volledig bezaaid was met kanker. Koppel dit aan een gedeelde fascinatie voor de man, en mijn verhaal bleek een schot in de roos.

Zonder verdere introductie is hier een ruwe benadering van wat er gebeurde op die avond ergens in 2006.

Ten eerste, als je niet bekend bent met zijn achtergrond dan moet je even weten met wie we te maken hebben: Tony Wilson was in wezen een clichématige man – een slimme, katholieke jongen uit Salford die op Cambridge terechtkwam, waarna hij ging werken voor de televisie en in de muziekindustrie. Hij maakte vervolgens verschillende en dubieuze levens- en carrièrekeuzes, waarmee hij een dubbel gevoel opriep. Er was een tijd dat bijna alle muziekjournalisten wel iets van hem wilden. Uiteraard dweept nu opeens iedereen met hem, maar ik denk dat deze afwijsbrief van een grote krant waar ik toen mijn interview met hem naar opstuurde, goed de consensus van die tijd weergeeft:

Advertentie

‘Dank je Morwenna voor je verhaal, maar om eerlijk te zijn word ik kotsmisselijk van Tony fucking Wilson dus van mij krijg je een Nee en ik verwacht hetzelfde van de meeste anderen die je benadert.’

Wilson had een gave voor slecht omgaan met de pers en met geld. Ook vervreemde hij zich van mensen maar maakte hij gemakkelijk vrienden met beroemdheden, en had hij had een goed oog voor talent. Zonder Wilson zouden de meeste Britse indierockbands waarschijnlijk niet eens bestaan.

Ik sprak hem op een festival in Turijn waar hij samen met een andere dj draaide. Ik was met wat vrienden en we dronken tequila en namen paddo’s; New Order was één van de grote namen die optraden. Voorafgaand aan Wilsons set beklom ik de trap die leidde naar zijn dj-booth. Er waren alleen twee fucking brede gasten die niet van plan waren mij er langs te laten. Ik zag Wilson zitten en zwaaide, hij zwaaide terug. Eén van die brede gasten had hier geen zin in en duwde mij naar achteren waardoor ik mijn teennagel scheurde. Ik moest opzouten, maar Wilson wuifde de mannen weg. Mijn teen begon hevig te bloeden, maar het lukte me om dit te negeren en ik brabbelde dat ik een journalist was en bezig was met een verhaal over het festival. Een leugentje om bestwil. Wilson vond het prima en vroeg me buiten af te spreken om half twee, nadat hij klaar was.

We zaten aan de oever van de Po met uitzicht op de bergen, onze voeten bungelend boven het water. Links van ons was het gebied waar The Italian Job was opgenomen en aan de overkant stond Ibrahimovics villa.

Advertentie

Het eerste wat ik vroeg was waarom New Order vooral nummers had gespeeld van Joy Division. Dat was een slecht begin: ‘For fuck’s sake, zie hielden van Ian. Fuck, waarom niet? Fuck me (heelveel fucks) – als ik mijn zin zou krijgen dan zouden ze alleen maar nummers van Joy Division spelen,’ foeterde Wilson. Ik verontschuldigde mee en hij haalde zijn schouders op en pakte een enorme zak wiet uit zijn zak en begon een joint te draaien. ‘Dit is wat we nodig hebben. Kijk, we hielden allemaal van Ian, en fuck, toen moest hij er zo nodig tussenuit; als je het mij vraagt zorgen ze gewoon goed voor zijn erfenis. Rook je?’

Vanaf dat moment deed ik dat inderdaad.

De nieuwste aanwinst van Wilsons label Factory Records was de groep RAW-T (Recognise and Witness Talent); een stel tieners uit een plaatsje net buiten Manchester, niet ver van de Russel Club waar Wilson in de jaren zeventig guerrilla-gigs organiseerde met Joy Division dat toen volgens mij nog Stiff Kittens heette. Wilson was altijd op zoek naar iets nieuws en had nu zijn zinnen gezet op hiphop. Maar succes kwam minstens zo vaak voorbij als mislukkingen; het album van RAW-T bleek onverkoopbaar. ‘We hebben 10.000 exemplaren van hun debuutalbum geperst en we hebben er honderd verkocht. Ik nam het mee naar Amerika en het leek wel alsof ik de mensen een hondendrol wilde verkopen. Maar ik geef het niet op.’

Ik was al behoorlijk naar de klote, en mijn vriend Peeter nam al struikelend foto’s van ons. ‘Gaat hij wel lekker?’, vroeg Wilson. ‘Hij is oké, dit is zijn manier van werken’, zei ik, en we praatten verder. Wilson bleef ondertussen maar werken aan die joint totdat ie stevig genoeg was.

Advertentie

‘Alle drugs zijn zowel gevaarlijk als briljant’, zei hij. ‘In Hacienda was echt overal drugs. Iedereen was knetter.’ Hij hield er altijd van om mensen af te zeiken: ‘Italianen begrijpen niets van rockmuziek’, zei hij hardop, terwijl we vlak voor een Italiaanse rockclub zaten. Mensen staarden ons aan. ‘Kijk, vroeger kwamen ze naar me toe om me te vertellen wat voor eikel ik was. Het maakte mij niet uit, misschien hadden ze gelijk. Maar ik wist waar ik van hield en ik heb fantastische muziek geproduceerd.’

Ik vroeg hem waar die plotselinge verandering in zijn muziek vandaan kwam. ‘Mensen raken verveeld van al die tweedehands gitaarbands. The Somethings, The Whatsits, ik heb het allemaal geprobeerd maar het wordt saai en ik denk dat er een ommekeer aankomt. Dertien jaar, zolang duurt de cyclus. Britse hiphop was te zwak maar nu is het te echt. Misschien willen ze iets dat nog echter is.’ Ik noemde nog de naam van Lewis Parker, hij haalde zijn schouders op en noteerde zijn naam.

‘Kijk, we kunnen niet alles hebben. Zwarte Amerikanen weten hoe ze zwarte muziek maken omdat ze een speciale manier van taalgebruik hebben en een gevoel voor melodie’, zei hij. ‘Let op mijn woorden, Kanye West is straks de man.’ Ik wist toen nog niet veel van Kanye West, maar kort daarna kwam Diamonds uit. De man, zo bleek, was een soort Jezus.

Ik raakte al behoorlijk van de wereld maar Wilson was alweer een nieuwe joint aan het draaien toen zijn telefoon ging. Vanaf dat moment merkte ik dat er een jongetje naast ons was komen zitten. Hij pakte plotseling Wilsons tas. Het was geen bijzonder mooie tas maar zijn portemonnee en de enorme zak wiet zaten er nog in. Er ontstond een korte worsteling en het joch rende weg met een deel van de inhoud. Hij zal niet ouder dan negen zijn geweest en had een vies voetbalshirt aan. Het gebeurde allemaal vrij snel en om eerlijk te zijn herinner ik me er niet meer alles van. Ik had teveel geblowd en het zweet brak me uit. Het jongetje had naar mint geroken. Ik herinnerde me nog die frisse geur, vlak voordat ik op de grond viel.

Advertentie

Ik kwam weer bij en Wilson keek naar me en lachte. Ik ging rechtop zitten. ‘Alles oké schat?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Je bent hier zeker niet aan gewend? Komt goed, dit gedeelte is het makkelijke deel’, en hij gaf me wat water uit zijn fles terwijl ik keek hoe hij zijn joint oprookte. Mijn voet bloedde nog steeds en plots werd ik zo ziek dat ik moest overgeven over zijn tas en het koord van de camera. Toen was de batterij van mijn telefoon leeg, die tevens diende als opnameapparaat.

Eenmaal thuis maakte ik een vrij slechte transcriptie van het geheel. Niemand wilde het hebben dus liet ik de usb-stick liggen in een bureaula; dit was allemaal voordat ik echt besloot om muziekjournalist te worden. Het was vermoedelijk één van zijn laatste interviews want een jaar later kwam hij te overlijden. Ik weet niet zeker wanneer Wilsons diagnose werd gesteld, maar ik vraag me af of hij het niet al veel langer wist, en dat hij daarom zo’n enorme zak wiet bij zich had.

Ik bleef een aantal jaren over muziek schrijven voordat ik andere dingen ging doen. Maar telkens als iemand mij vroeg waarom ik dit werk deed, dan kwam dit verhaal weer boven. Misschien geeft het blijk van mijn niet-aflatende vasthoudendheid, misschien is het indrukwekkend dat ik wist wie Tony Wilson was, wie weet; in ieder geval werkte het altijd.

De trieste waarheid is dat ik niet denk dat iemand anders naar mij had teruggezwaaid vanaf die booth, laat staan dat die persoon naar me toe zou zijn gekomen. Het is hét voorbeeld dat Wilson typeert: wat hij miste aan tact, maakte hij goed in vrijgevigheid, creativiteit en anderszins.

Ik ben nog steeds slecht in flirten met mannen, dat is nooit goed gekomen. Maar als je mij dit verhaal hoort vertellen, dan kan het zo zijn dat ik je probeer te versieren. En ik denk dat Tony Wilson het zo gewild had.