Eten

‘s Werelds grootste vlees- en visproducenten verbergen hoeveel CO2 ze uitstoten

Iedereen weet zo onderhand wel dat de vleesindustrie een van de grootste vervuilers van de wereld is. Voor relatief weinig eten wordt extreem veel land, energie en water gebruikt. Nu consumenten zich steeds bewuster worden van hoe belastend de vleesindustrie voor het milieu is, zou je denken dat vleesbedrijven transparanter zouden worden. Zo zouden ze kunnen laten zien dat ze innoveren en een kleinere milieu-impact nastreven. Maar nu blijkt uit een nieuw en uitgebreid rapport dat ‘s werelds grootste vlees- en visbedrijven precies het tegenovergestelde doen. Ze rapporteren hun te hoge CO2-uitstoot niet en volgens het onderzoek “brengen ze het halen van de klimaatdoelen van Parijs in gevaar.”

De Protein Producer Index werd vorige week gepubliceerd door Farm Animal Investment Risk and Return (FAIRR). Het is het eerste uitgebreide onderzoek naar de maatschappelijke gevolgen en de invloed op het milieu van ‘s werelds grootste vleesproducenten – en de uitkomsten zijn niet fraai. Voor drie op de vier bedrijven is er weinig tot geen bewijs dat ze hun uitstoot rapporteren of überhaupt zelfs meten – ondanks dat de veeteelt verantwoordelijk is voor maar liefst 14,5 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Volgens Aarti Ramachandran, hoofd onderzoek en maatschappelijke betrokkenheid van FAIRR, is het iets waar vleeseters zich zorgen om moeten maken.

Videos by VICE

“Consumenten willen steeds beter begrijpen waar hun eten vandaan komt,” vertelt Ramachandran aan MUNCHIES. Maar toch falen deze bedrijven bijna op elk vlak, vindt ze. “Deze bedrijven moeten hun aanpak van duurzaamheidsvraagstukken gigantisch gaan verbeteren, van waterverspilling en voedselveiligheid tot de veiligheid van hun werknemers.”

Het rapport houdt zestig van ‘s werelds grootste vlees- en visproducenten tegen het licht. Van de Australian Agricultural Company, het bedrijf met grootste rundveestapel ter wereld, tot het Amerikaanse bedrijf Sanderson’s, dat meer dan 10 miljoen kippen per week verwerkt. Er wordt gekeken naar een breed scala aan productiepraktijken, van watergebruik tot dierenwelzijn. In het onderzoek staat dat het merendeel van de bedrijven – met een gezamenlijke waarde van 130 miljard euro – een “hoog risico” loopt op het gebied van hun duurzaamheidsbeheer.

Een van de verontrustendste stukken uit het rapport is hoe geregeld vissen en vee antibiotica krijgen toegediend. Antibiotica in ons eten is een groot probleem voor de volksgezondheid. Er is wetenschappelijk bewijs dat het zorgt voor resistentie en heeft een negatieve invloed op onze darmflora. Volgens het FAIRR-rapport wordt het probleem van overmatig gebruik van antibiotica het slechtst aangepakt door de vleesproducenten: van de 60 bedrijven hebben 46 bedrijven – met een gezamenlijke waarde 205 miljard euro – geen plannen om het routinematige gebruik van antibiotica te stoppen.

Foto via Flickr-gebruiker Dzīvnieku brīvība

Volgens Ramachandran is dit wanbeheer niet alleen een milieuprobleem, maar ook een maatschappelijke kwestie. De bedrijven die een centrale rol in ons leven hebben en het eten produceren dat de meesten van ons elke dag eten, zijn niet open over hoeveel schade ze aanrichten – ondanks de toenemende vraag naar meer duurzaamheid en transparantie.

Omdat de gemiddelde consument niet in de mogelijkheid is om het tegen grote vlees- en visbedrijven op te nemen – en waarschijnlijk niet bereid of in staat is om helemaal te kappen met vlees en vis – gelooft Ramachandran dat er maar één manier is om ervoor te zorgen dat producenten transparanter worden: geld.

“Ik denk de voedselproducenten, die deze problemen niet serieus nemen, het op de lange termijn niet gaan redden,” zegt ze. “Natuurlijk gaan deze problemen over hoe ze maatschappelijk verantwoordelijk bezig zijn, maar het zijn ook risico’s voor hun bedrijven.”

Als een bedrijf zich niet bezighoudt met hoeveel broeikasgassen ze uitstoten en hoe ze zich gaan aanpassen aan een veranderend klimaat, worden investeerders misschien nerveus en willen ze hun geld misschien niet meer in die ondernemingen steken. “Investeerders maken zich zorgen over bedrijven die zich niet bezighouden met wat de effecten van deze problemen, op zowel middellange als lange termijn, op hun onderneming zijn.”

Ramachandran is van mening dat alle risicovolle praktijken die in het rapport worden genoemd – van ontbossing tot afvalbeheer – allemaal hun eigen problemen met zich meebrengen. Geen enkel probleem steekt er echt bovenuit, maar samen schetsen ze niet echt een rooskleurige toekomst voor de vleeseters van deze wereld.

“We denken dat al deze risico’s even substantieel en belangrijk zijn,” zegt ze.

Maar de zaken veranderen. Doordat steeds meer mensen voor vegetarische alternatieven en milieuvriendelijker eten kiezen, zullen aandeelhouders ook steeds meer hetzelfde doen. Ze zullen minder snel investeren in traditionele vleesbedrijven – vooral als zo slecht met het milieu blijven omgaan.

Of zoals Ramachandran het zegt: “Vlees- en visbedrijven die hun duurzaamheidsbeleid niet verbeteren, lopen het risico om achterop te raken.”

Volg MUNCHIES op Facebook en Instagram.