De situatie is als volgt: je ligt na te hijgen van de seks en de persoon die net nog nagelafdrukken in je rug achterliet, rolt zich nu van je af en lijkt ineens helemaal geen behoefte meer te hebben aan lichamelijk contact. Terwijl je toekijkt hoe je bedpartner naar de badkamer verdwijnt, klem jij je bezwete kussen maar vast en vraag je je af waarom je niet gewoon nog even lekker geknuffeld wordt.
Iedereen heeft een andere reactie op een orgasme. Het is dan ook een steeds groter onderzoeksgebied aan het worden. Tot voor kort richtte al dit onderzoek zich voornamelijk op iets wat onder medici bekendstaat als postcoïtale dysforie – de klinische naam die wordt gegeven aan de gevoelens van droefheid, angst of irritatie die plots kunnen ontstaan na een potje seks.
Videos by VICE
Maar uit een onderzoek uit 2020 van Andrea Burri en Peter Hilpert, twee seksuologen aan het Institute for Sex Counselling and Sexual Sciences in Zürich, blijkt dat we die gevoelens misschien beter “postcoïtale symptomen” kunnen noemen. Volgens hen ontstaan ze doordat je interesse afneemt nadat je het seksuele hoogtepunt hebt bereikt. Daardoor kan je stemming ineens omslaan en alle energie uit je vloeien.
Het duo ondervroeg voor hun onderzoek 223 vrouwen en 76 mannen. Maar liefst 94,3 procent van de deelnemers bleek tekenen van postcoïtale symptomen te hebben vertoond sinds ze seksueel actief waren geworden, en 46,6 procent meldde dat daar niet eens andere mensen voor nodig waren, aangezien de gevoelens ongeveer even vaak opkwamen nadat ze in hun eentje hadden gemasturbeerd.
Een groot deel van de wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp richtte zich – van oudsher althans – vooral op mensen met een penis. Er werd veel aandacht besteed aan de herstelperiode: de tijd die een man nodig heeft om na een orgasme weer een erectie te krijgen. Dat wordt overigens grotendeels bepaald door leeftijd: 18-jarigen hebben slechts zo’n 28 minuten nodig; seksueel actieve mannen van in de 70 moeten soms wel een periode van 20 uur overbruggen.
Fabrizio Quatrini, een psychotherapeut, seksuoloog en docent aan de Universiteit van L’Aquila in Italië, is er stellig van overtuigd dat het allemaal draait om stimulatie en gevoeligheid – ongeacht de sekse. “Overgevoeligheid van de geslachtsdelen na een orgasme is echt niet alleen een mannending,” zegt hij. “Sommige mensen hebben een overgevoelige glans-clitoris, die op een bepaalde manier gestimuleerd moet worden als je genot wil ervaren. En net als mannen met hun penissen kan het zo zijn dat zij daarna niet eens meer aan extra stimulatie willen denken – laat staan dat ze die willen ervaren.”
Er bestaan natuurlijk veel achterhaalde stereotypen over sekse en seksualiteit – dat mannen na seks zo snel mogelijk weg willen en vrouwen zich aan hun partner willen vastklampen, bijvoorbeeld – maar er worden ook pogingen ondernomen om deze postcoïtale symptomen als biologisch fenomeen te begrijpen. Zo ook door Filippo Maria Nimbi, psycholoog en seksuoloog aan de Sapienza-universiteit in Rome.
“Vanuit een evolutionair oogpunt zou je misschien zeggen dat vrouwen proberen om hun partners dicht bij zich te houden, om zo veilig mogelijk te zijn bij een eventuele zwangerschap, en dat mannen zoveel mogelijk vrouwen willen bezwangeren om de voortzetting van de soort te garanderen,” zegt Nimbi. “Maar dat is een simplistisch en gedateerd concept. We moeten het binaire onderscheid tussen mannen en vrouwen doorbreken, en alle stereotypen die daarmee gepaard gaan.”
Het is mogelijk dat die stereotypen onze collectieve denkbeelden over seks verstoord hebben. We nemen in de slaapkamer vaak bepaalde rollen aan: we gedragen ons op bepaalde manieren omdat we het gevoel hebben dat we het zo moeten doen, in plaats van dat we doen wat we eigenlijk zouden willen. Dat gebeurt in alle vormen en soorten relaties.
Dat komt volgens Quattrini deels door de seksuele voorlichting die we in onze jeugd hebben gehad. Als je niet goed bent voorgelicht over de band tussen emotie en seksualiteit kunnen de onstuimige lichamelijke en emotionele sensaties die na de seks in je opborrelen “niet op een constructieve manier worden begrepen en geëvalueerd.” Dat leidt tot situaties waarin de ideeën van mensen over seks niet overeenkomen met hun daadwerkelijke ervaringen.
Hoe kunnen stelletjes hiermee omgaan? Wat kun je doen als de ene partner meer last heeft van postcoïtale symptomen dan de andere? Volgens Quattrini is communicatie het allerbelangrijkst. “Je moet elkaar vragen stellen als: hoe is dit begonnen? Is dit altijd al zo geweest? Hebben we het hier al eens over gehad? Als jullie het er nooit over hebben gehad, betekent dat dat jullie je bewust worden van een gebrek. En als jullie het er in het verleden wel over hebben gehad maar nu niet meer, dan is dat misschien een teken dat er iets in de relatie verloren is gegaan. Je moet er altijd achter zien te komen wat voor ontwikkeling een stelletje doormaakt.”
Alle experts met wie ik sprak, benadrukken de noodzaak van iets wat je ‘positieve seksualiteit’ zou kunnen noemen. Dat heeft niets te maken met het idee dat alle seksuele ervaringen geweldig zullen zijn, maar juist dat je alles moet ervaren zonder oordelen of vooroordelen – en dat geldt dus ook voor postcoïtale angsten.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Italië.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.