Identiteit

Sekswerkers over de vooroordelen waar ze mee te maken krijgen bij de dokter

Een transgender vrouw die een dokter een hand geeft

Ik zit al ruim dertig jaar bij dezelfde huisarts, en ik denk dat zij geen idee heeft wat voor werk ik doe. Bij een psycholoog is het ooit wel ter sprake gekomen, maar zelfs toen ik psychische hulp zocht omdat ik het door een drukke baan moeilijk vond om te ontspannen, zijn we niet echt diep ingegaan op wat ik dan precies deed. En waarom zou een zorgverlener daar ook geïnteresseerd in zijn, helemaal als je komt voor iets wat niks met je werk te maken heeft?

Voor sekswerkers kan dat anders uitpakken, weet Stichting Humanitas ESSM, Expertisecentrum Seksualiteit, Sekswerk en Mensenhandel. De stichting ontwikkelde in samenwerking met (ex-)sekswerkers het lesprogramma Hulp en Zorg aan Sekswerkers. Dit hebben ze gemaakt omdat er “bij veel hulp- en zorgverleners alarmbellen afgaan wanneer ze horen dat een cliënt of patiënt te maken heeft met sekswerk,” lees ik op de site.

Videos by VICE

Met het lesprogramma, dat bestaat uit videocolleges en opdrachten, wil Humanitas gynaecologen, huisartsen, psychologen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en andere zorgverleners iets leren over de stigma’s en taboes waar sekswerkers mee te maken krijgen vanuit de zorgsector. En vooral hoe je die als arts of psycholoog kan voorkomen, en hoe je het wél goed kan doen.

Om een idee te krijgen wat de gevolgen kunnen zijn van ‘een arts met vooroordelen’, vroeg ik een aantal sekswerkers naar hun slechte ervaringen met huisartsen, psychologen of andere zorgverleners.

* Agneta Lakens (36), escort

Het is zeer zeldzaam dat een zorgverlener géén vooroordelen over sekswerk heeft. Ik heb een gynaecoloog waarvoor ik met liefde naar een andere provincie rijd, en een huisarts zoeken was ook geen sinecure. Ze hebben vaak een soort ongemak met mijn werk – ze zijn wat alerter, minder op hun gemak, en weten zich geen houding te geven als ik ze vertel dat ik sekswerk doe. Ze behandelen mij vaak alsof ze me een beetje eng vinden.

Voor alles wat ik aan mankementen of kwaaltjes heb gehad, werd er door vorige huisartsen gelijk een verklaring gezocht in mijn werk – van een loopneus tot een ingegroeide nagel. Ik kwam een keer bij mijn toenmalige huisarts met een oogontsteking. Waarschijnlijk kwam het gewoon van make-up die ik de avond ervoor niet had afgenomen. Het deed zeer, dus ik wilde dat ze er even naar keek en me er wat voor gaf. Ze was er intussen van op de hoogte dat ik escort doe, en meteen ging ze ervan uit dat ik sperma in mijn oog had gekregen.

Toen ik haar uitlegde dat ik dat niet laat gebeuren, deed ze meewarig en liet ze zich er niet van afbrengen. Uiteindelijk gingen we een heel onderzoek in om te kijken of het een soa was. Op zich vind ik het niet verkeerd om voorzichtig te zijn en dingen uit te sluiten, maar het leverde wel een flinke vertraging en een hoop extra gedoe op, enkel omdat ze mij niet los kan zien van mijn werk.

Een andere huisarts, deze keer een man, had ik verteld dat ik sekswerk doe. Ik had niet eens uitgelegd welke soort, maar hij ging ervan uit dat ik webcam deed. Ik kreeg een preek over dat ik niet besefte wat ik “mijn lichaam aandeed”, en dat hij het “niet kon verantwoorden”, zowel lichamelijk als moreel. Daar was ik dus heel snel pleite.

Tegenover een dokter ben je toch ergens altijd emotioneel kwetsbaarder. Ik denk dat het is omdat je naar haar of hem toekomt voor advies en hulp met iets wat je zelf niet kunt. Als zo’n persoon zich dan ontpopt als een raaskallende idioot, voelt dat naar. Ik heb best een grote bek, maar ik heb er niet vaak wat van gezegd. Uiteindelijk is het vertrouwen na zo’n incident gewoon weg, en zoek ik een nieuwe dokter. Nu ik wel artsen heb gevonden die ik een beetje kan vertrouwen, ben ik ze hondstrouw.

*Hella Dee (29), werkt bij een bordeel

Als het maar even kan, vertel ik niets over mijn werk aan dokters of psychologen. Ik lieg dus eigenlijk standaard over wat ik doe. Dat is vervelend, maar door mijn ervaringen met verschillende huisartsen ben ik tot deze beslissing gekomen.

De ene huisarts, die ik bezocht voor allerlei fysieke kwaaltjes, was ervan overtuigd dat bordelen heel onhygiënisch of vies zijn. Als ik iets had, dan was hij er standaard van overtuigd dat het ‘van het bordeel’ zou komen. Het is niet erg praktisch als je een arts hebt die denkt dat alles wat je hebt iets besmettelijks is, of gelijk aan een soa denkt.

Bij een andere huisarts had ik veel moeite om hem niet in mijn digitaal dossier op te laten nemen wat voor werk ik deed – hij wilde dit wel, maar ik zei dat het privé-informatie was en niets te maken had met waar ik voor kwam. Maar vanaf het moment dat hij wist wat ik deed, koppelde hij mijn werk altijd aan alles waar ik voor kwam. Ook toen ik met paniekklachten bij hem kwam. Hij vroeg gelijk of het niet met mijn werk te maken had, in plaats van dat hij uitlegde wat paniekaanvallen überhaupt zijn en hoe je ze kan behandelen.

Hij verwees me door naar een psychiater van de oude stempel, een psychoanalyticus, en die wilde vooral heel graag weten hoe mijn kleutertijd was geweest. Terwijl je, weet ik nu, paniekaanvallen heel goed en effectief kan behandelen met cognitieve gedragstherapie. Ik ging snel weg bij de psychiater en dacht het zelf dan maar op te lossen. Nog een keer om hulp vragen bij de huisarts durfde ik niet meer, en uiteindelijk heb ik zes jaar rondgelopen met mijn angstklachten, die natuurlijk ook steeds erger werden.

Mijn huisarts bedoelde het misschien niet verkeerd. Hij was niet per se tegen sekswerk denk ik, maar zijn vooroordelen zorgden ervoor dat ik verkeerd advies van hem kreeg. Het is niet alleen zo dat hulpverleners door hun stigma’s of onwetendheid minder goed werk leveren, of zelfs schadelijke adviezen geven, het is ook zo dat je hierdoor goede zorg mis kan lopen. Het gaat erom dat je gewoon naar je huisarts moet kunnen, en toegang hebt tot de juiste psycholoog als je dat nodig hebt.

Gelukkig heb ik ook een goeie ervaring gehad: toen ik het eindelijk weer aandurfde om hulp te zoeken voor mijn paniekaanvallen, kwam ik erachter dat ik ADD heb. Ik kreeg een cognitieve gedragstherapeut, en besloot haar uiteindelijk te vertellen wat ik deed. Ze reageerde gelijk goed, maakte er geen punt van, en op mijn verzoek heeft ze het niet met haar teamgenoten besproken. Haar aantekeningen gingen na de behandeling in de papierversnipperaar, en ze heeft nooit gezegd dat ze vindt dat ik moet stoppen met mijn werk. Dat vond ik echt te gek.

Yvette Luhrs (34), porno- en webcam performer

Yvette werkte mee aan de ontwikkeling van het e-learningprogramma Hulp en Zorg aan Sekswerkers

Ik had een plekje op mijn vulva, een bultje dat niet wegging. Mijn huisarts verwees me door naar de gynaecoloog. Daar vertelde ik dat ik sekswerk deed en meerdere malen per dag masturbeer voor de camera, dus dat het wel belangrijk was om hier even heel goed naar te kijken.

De gynaecoloog nam het heel serieus. Ze wist niet wat het was en vond het op iets lijken dat normaal gesproken niet op die plek hoort te zitten. Daarom wilde ze dat er voor de zekerheid een collega bij halen. Die was nog even met een andere behandeling bezig, dus mijn gynaecoloog zei dat ze met een minuut of tien terug zou zijn.

Ik lag toen al wijdbeens op die gynaecologenstoel, dus ik zei tegen haar: “Dan pak ik even mijn telefoon erbij.” Ze stopte gelijk met wat ze aan het doen was en zei: “Oh, maar je gaat hier toch niet aan het werk hè?” Ik was een beetje overrompeld door die vraag, en zei iets van: “Nee, ik kan juist niet aan het werk, daarvoor ben ik hier.”

Toen ze terugkwam zei ze dat ze dat niet had moeten zeggen. Ze bood haar excuses aan, dus hopelijk doet ze zoiets in de toekomst niet nog een keer. Het gaat erom dat zij mij wantrouwt op een plek waar ik al heel kwetsbaar ben. Als ik geen sekswerker was geweest, had ze die opmerking niet gemaakt. Als ik advocaat was geweest en ik wilde een mailtje beantwoorden in de tijd dat ik op haar moest wachten,had ze nooit gezegd dat ik niet had mogen werken.

Bij de GGZ is het ook misgegaan. Ik kwam daar met burn-outklachten, omdat ik meer dan 80 uur per week werkte, en voor een traumatische ervaring in mijn privéleven. Ik kreeg na mijn intake therapie aangeboden waarvan ik gelijk al niet begreep waarom precies deze – ik had niet het idee dat het aansloot bij wat ik nodig had.

Pas na anderhalf jaar, toen ik inzicht vroeg in mijn intake-papieren, zag ik dat mijn werk als symptoom werd genoemd van mijn psychiatrische klachten. Een burn-out werd niet genoemd, trauma werd niet genoemd, maar wel ‘doet sekswerk in vorm van porno’. Ik werd dus behandeld voor iets waarvoor ik helemaal niet om hulp had gevraagd, en de dingen waar ik wel voor kwam, die waren naar de achtergrond verdwenen.

Op het moment dat hulpverleners hun eigen stigma’s erkennen, is er ruimte voor verbetering. Dat hoeft niet gelijk te betekenen dat je daarna moet vinden dat sekswerk een goede keuze is, of iets normaals. Het gaat erom dat je beseft dat sekswerkers verschillende mensen zijn die er op verschillende manieren mee omgaan en dus ook op verschillende manieren wel of geen last van hebben. Ik kan me voorstellen dat het juist voor een zorgverlener, die geleerd wordt om zorgzaam te zijn en z’n blik te verruimen, lastig is om toe te geven dat je nog blinde vlekken hebt. Maar ik ken niemand die stigma-vrij is over sekswerk – zelfs ik niet.

Samantha (27), voormalig sekswerker

Ik werkte in een seksclub en de GGD kwam daar geregeld langs om voorlichting te geven over testen en zo. Maar ik had voor mezelf besloten om me sowieso iedere maand te laten testen, voor mijn eigen veiligheid en die van de klanten. Mijn huisarts vroeg op een gegeven moment waarom ik elke maand opnieuw kwam, dus legde ik uit dat ik sekswerk deed.

Ik weet niet of het met zijn gelovige achtergrond te maken had, maar vanaf dat moment kwam hij met allerlei smoesjes: hij had het te druk om de test bij mij af te nemen, dus ik moest het zelf maar doen. Zelfs toen ik kwam voor een schimmelinfectie, die ik gewoon opgelopen had door een doodnormale verkoudheid waar ik antibiotica voor slikte, moest ik zelf aan de slag met zo’n staafje.

Je zou je veilig moeten voelen bij je huisarts, maar het voelde voor mij alsof hij niet zoveel met mij te maken wilde hebben. Hij keek me niet meer aan en deed afstandelijk – allemaal nadat ik hem vertelde wat voor werk ik deed. Uiteindelijk heb ik een andere huisarts gezocht – een hele fijne man. Hij heeft een andere culturele achtergrond, waarvan ik weet dat sekswerk er ook niet als normaal wordt gezien, maar hij behandelt me gewoon als ieder ander. Ik heb mijn oude huisarts er niet mee geconfronteerd, omdat ik geen zin had om me te moeten verdedigen. Ik dacht: het is gewoon een gemis voor jou en ik ben pleite.

Ook in het ziekenhuis kreeg ik te maken met vooroordelen. Ik had last van HPV, een virus dat je op kan lopen door seks. Dit virus kreeg ik nog vóór ik sekswerk deed, van mijn vaste partner, maar telkens moest ik aan de behandelend gynaecoloog uitleggen dat het niet door mijn werk kwam. Daar gingen ze namelijk allemaal direct van uit. Ik heb toen geëist dat ik één vaste gynaecoloog kon zien, een vrouw, en zij heeft mij er nooit raar om aangekeken. Ze heeft ook nooit gezegd dat ik moet stoppen met dit werk, wat ik wel vaak te horen kreeg. Dat ik uiteindelijk wel ben gestopt, was mijn eigen beslissing.

*Deze namen zijn een pseudoniem