Tech

Terence Baier sleepte een half miljoen binnen als NFT-kunstenaar

Abel Minee vogel

In de serie ‘De Rijkenfluisteraar’ onderzoekt VICE-redacteur Tim Fraanje hoe makkelijk het is om miljonair te worden en of je eigenlijk nog wel rijk wil zijn in tijden van kritiek op de elite, woningnood en vermogensongelijkheid.

In maart van dit jaar verkocht internetkunstenaar Beeple via veilinghuis Christie’s een werk als NFT voor meer dan 60 miljoen euro. De hype rondom NFT’s, digitale eigendomscertificaten die net als bitcoin gebruik maken van blockchain-technologie, broeide al wat langer. Maar de verkoop van Beeples werk laat zien dat ook de gevestigde veilingwereld haar handen eraan durft te branden. Sindsdien gebeurt er bijna elke week wel iets absurds in de NFT-wereld. Zo verkocht een Britse 12-jarige een plaatje van een walvis voor vier ton en maakte Paris Hilton een matige schets van een kat te gelde. NFT’s zijn sympathiek: bij deze technologische revolutie zijn het voor de verandering niet flitshandelaren of beursspeculanten die er met de buit vandoor gaan, maar kunstenaars en zelfs amateur-creatievelingen. Ik volgde afgelopen september een NFT-workshop bij succesvolle NFT-kunstenaar en -verzamelaar Terence Baier om erachter te komen of dit prachtige toekomstvisioen niet te mooi is om waar te zijn. 

Terence woont met zijn vrouw en kind in een gezellig maar onopvallend rijtjeshuis in Apeldoorn en rijdt in een blauwe Opel met een kinderzitje. Aan niets is te zien dat hier een toekomstige NFT-miljonair woont, want dat is de planning. Terence heeft zijn eerste halve miljoen namelijk in tien maanden bij elkaar verzameld, maar voorlopig zweeft het nog als cryptocurrency door de cyberspace. “Ik heb zo lang in financiële schaarste geleefd dat het onverstandig zou zijn om het in één keer te cashen,” vertelt hij me terwijl we samen naar Enschede rijden, waar hij zijn workshop gaat geven. Enschede is ook de stad waar Terence een aantal jaar geleden afstudeerde aan de kunstacademie. Hij werd genomineerd voor een aantal prijzen en stond met zijn werk op exposities, maar kon toch niet van zijn kunst rondkomen. “Ik had allerlei baantjes. Bij de post, bij een callcenter werken, schoonmaken, alles wat ik maar kon aanpakken om me toch nog een beetje staande te houden.” 

Videos by VICE

Rijkenfluisteraar NFT Terence Baier
De auteur wordt verwelkomd door Terence in Apeldoorn. Still door Jeroen Klokgieters.

NFT’s lijken een godsgeschenk na tien jaar waarin de kabinetten Rutte de hand op de kunstknip hebben gehouden en het voor kunstkopers een pré lijkt te zijn dat de kunstenaar al dood is. Vooral voor kunstenaars die digitaal werk maken zijn NFT’s een uitkomst: de NFT bij een gif, jpeg, meme of video wordt aan één iemand verkocht. Op de blockchain wordt vastgelegd dat diegene de eigenaar is, en elke keer dat het werk wordt doorverkocht, krijgt de kunstenaar een percentage van de opbrengst. Daarmee wordt digitale kunst geschikt als investeringsobject, terwijl het eerder eindeloos gekopieerd en geplakt kon worden zonder toestemming. Bovendien boren NFT’s een nieuwe kunstmarkt aan, met mensen die een “gedecentraliseerde” crypto-economie nastreven. Daarin hebben niet de overheid en de banken de macht, maar de gebruikers van de blockchain. Crypto-enthousiastelingen sponsoren daarom graag de kunst die verhandeld wordt via de blockchain. Ook Terence heeft vertrouwen in deze toekomst, en is net als veel andere NFT-kunstenaars ook een enthousiast verzamelaar. Zelf verkocht hij voor 5000 euro aan NFT’s, en investeerde dat allemaal weer terug in kunst van anderen. “Je hypet elkaar continu op.” En dat is ook nodig zegt hij, want: “De NFT-community bestaat bij de gratie van haar leden. Als iedereen volgend jaar weer wat anders vindt om in te investeren, kan het heel snel instorten.” 

Eigenlijk is de crypto-rijkdom van Terence dus vooral te danken aan zijn succesvolle NFT-handel, die hij met veel toewijding bedrijft. “Ik ben continu, non-stop aan het werk. Ik kan ontzettend balen dat ik tijd kwijt ben aan het geven van een workshop en dit interview. Normaal heb ik op het ene scherm Discord open staan, en op het andere Twitter en alle NFT-marktplaatsen. Het is verslavend om werk van andere kunstenaars te kopen en je verzameling te zien groeien. Je voelt je een kind in de snoepwinkel. Ik heb een keer in één weekend 15.000 euro uitgegeven die ik eerder dat weekend had verdiend met de waardestijging van een ander werk. Je ziet zoveel werk voorbijkomen, en je krijgt daar ook zoveel ideeën van. Voor je het weet is de dag voorbij.” Het toepassen van die inspiratie in zijn eigen werk schiet er echter nog wel eens bij in, ook omdat Terence een kind van tien maanden heeft. “Na deze workshop wil ik dat handelen weer een beetje terugdraaien en meer kunst maken. Mensen uit de NFT-community en mijn familie zeggen wel eens: maak je überhaupt nog werk?” 

We zijn aangekomen in Enschede. De workshop van Terence is onderdeel van het Gogbot festival dat daar plaatsvindt. Gogbot is een festival over de relatie tussen kunst en technologie. Het thema is “Infocalypse now” en er wordt flink nagedacht over hoe het dystopische heden, waarin het internet ons overstelpt met vaak twijfelachtige informatie, in de toekomst nog verder kan ontsporen. Het stationsplein is omheind en getransformeerd tot een land dat wordt geregeerd door een enorme robot. Het kantoorpand waarin de workshop gegeven wordt, Warp Technopolis, is één grote uncanny valley vol drukke digitale video’s, computers, blacklights en op de muren gekalkte complot-leuzen. 

Een zeer geschikte gelegenheid voor een workshop over de potentie van NFT’s, vindt kunstenaar Jacco Borggreve. Jacco heeft aan Terence gevraagd of hij de workshop wilde geven in Black Brick Underground, de kelder van het gebouw. Black Brick Underground is een werk- en expositieruimte waarin hij een groep jonge kunstenaars begeleidt bij het maken van kunst. Een groot deel van deze groep is aanwezig, om zelf eens uit te proberen hoe het is om een NFT te maken. Toch is het niet Jacco’s doel om het concept van NFT’s te verkopen. “De workshop is niet bedoeld als tech-showcase, maar om het fenomeen NFT’s kritisch te bekijken. Ik vind de complot-kant van NFT’s interessant, en daarom past het bij het festival”, vertelt hij. “Het idee dat cryptocurrencies en NFT’s een revolutionair middel zijn in de strijd tegen de banken en het grote geld dat een gecentraliseerde economie zou nastreven.”  

Jacco heeft zelf zijn bedenkingen bij het democratische potentieel van NFT’s, omdat ze volgens hem in essentie ondemocratisch zijn. “Ik denk dat je een heel naar cultuurtje krijgt als je het idee van NFT’s heel ver doortrekt, omdat het zijn basis vindt in artificiële schaarste. Dat gaat in tegen de filosofie van het internet.” Jacco vindt dat het juist essentieel is dat er gekopieerd en geplakt wordt. “Het internet heeft als radicale voorwaarde dat alles deelbaar is met iedereen, en dat informatie zich exponentieel kan verspreiden. Internet is viraal.” Jacco experimenteert in zijn eigen werk veel met de mogelijkheden van het internet, en liet bijvoorbeeld een chip implanteren die op een website laat zien waar hij zich bevindt. Hij is zich dus erg bewust van de dystopische kant van die deel-filosofie. “Grote bedrijven als Facebook maken daar misbruik van, door er een advertentiemodel aan te hangen. Maar de gedachte erachter is democratisch.” 

NFT’s, die een vorm van eigendom introduceren op het internet, zijn daarmee een stap terug in de tijd, denkt Jacco. Hij vergelijkt ze met de zeepdozen van Andy Warhol uit de jaren zestig, die alleen waarde hebben omdat het unieke exemplaren zijn, gemaakt door een bekende kunstenaar. Hij vindt dat je als kunstenaar best gebruik mag maken van deze technologische ontwikkeling en is op zich positief dat mensen geld verdienen met jpegjes en gifjes. “Als het gaat om hondenplaatjes, who cares.” 

Maar als NFT’s echt zo’n impact gaan hebben als Terence en de andere NFT-enthousiastelingen zeggen, betekent dat volgens Jacco het ongedaan maken van de culturele revolutie die het internet teweeg heeft gebracht. “Ik ga straks een keuken inbouwen in mijn projectruimte. Als ik dan wil weten hoe ik een leiding moet leggen, kan ik gewoon naar YouTube en dan kan ik die leiding leggen. Er zijn allerlei boeken in open source beschikbaar, en archieven die je voor een bepaald maandbedrag kunt raadplegen. Stel dat je straks een bepaald boek moet hebben, en dat er maar vijf NFT’s van zijn gemaakt. Als dan meer dan vijf mensen die informatie moeten hebben, wordt de prijs tórenhoog.” Jacco zelf heeft dan ook geen NFT’s. Wel heeft hij tienduizenden euro’s van zijn eigen spaargeld geïnvesteerd in deze ruimte en het opzetten van zijn kunstenaarscollectief, in de hoop dat het uiteindelijk een door de overheid gesubsidieerd instituut kan worden met hemzelf als directeur. “Maar misschien ben ik wel heel naïef en principieel.”

Ook andere kunstenaars in de workshop hebben een bepaalde reserve ten aanzien van NFT’s. Emily Ghazal noemt bijvoorbeeld de klimaatimpact. die aanzienlijk is doordat er flink wat servers moeten draaien om de NFT’s in de lucht te houden en de crypto-transacties te faciliteren. Dat zij uiteindelijk als enige wat verkoopt aan iemand op internet geeft haar gemengde gevoelens, ook omdat kunst de NFT-wereld niet altijd in de juiste context terecht komt. Een kort fragment uit haar twintig minuten lange film over de Arabische lente is gekocht door iemand die esthetische shots van steden verzamelt. Toch hangt de goudkoorts in de lucht: als Terence de grote bedragen die hij binnenhaalt noemt, stijgen er onwillekeurig oehs en ahs op uit het publiek. Ook bij mezelf bespeur ik de stille hoop dat ik mijn zelfgemaakte NFT van een in Paint getekend walvis-gifje kan verkopen voor het absurde bedrag van zo’n 5000 euro. 

Vooralsnog is dat niet gebeurd, en Jacco stuurde me vorige week een artikel over een nogal ontnuchterend onderzoek in Nature waarin was uitgezocht dat de NFT-markt misschien wel net zo onpenetreerbaar is als de gewone kunstmarkt: 75% van alle NFT’s brengt gemiddeld 15 euro op, terwijl slechts 1% voor meer dan 1500 euro over de cyber-toonbank gaat. Daarmee is Terence vooral één van de weinige geluksvogels die effectief meesurft op de tijdsgeest, geholpen door zijn avant-gardistische kunstenaarsblik, maar zéker ook door zijn bereidheid om ondernemersrisico’s te nemen.