Travel

De circusartiesten van Somaliland hebben een missie

Maandag schreven we al over Somaliland, een nog niet erkend land in het noorden van Somalië dat het een stuk beter doet dan Somalië zelf. Er is persvrijheid, democratie en een eerlijk rechtssysteem, maar geen enkel land heeft vooralsnog de moeite willen nemen om het officieel te erkennen. Er mag dan relatieve orde en rust heersen, toch is Somaliland nog geen Afrikaans Utopia. Gelukkig hebben ze in Somaliland wel een circus, dat de plaatselijke problemen aan de kaak stelt.

Het omheinde zakencentrum Kaah, dat op een halfuur rijden van het centrum van Hargeisa ligt, is voor gezinnen uit de buurt een oase van rust en normaliteit. Er is een restaurant met een grote groene tuin en een speeltuin – de enige in de regio. De kinderen komen samen op één helft van het stoffige veld, waar klimrekken en schommels geplaatst zijn. Meestal wordt de andere helft van het veld genegeerd, maar vandaag trekt een oude man, die een losse outfit draagt in de kleuren van de Somalilandse vlag, de aandacht. Hij doet allerlei trucjes met kegels en metalen hoepels, en intussen moedigt hij een stuk of twaalf jongens aan die in fel oranje kleding allerlei acrobatische stunts uithalen. 

Videos by VICE

Deze jongens zitten bij het Somaliland Circus, en trekken een enorme groep nieuwsgierige kinderen en ouders aan, zelfs nog voor ze begonnen zijn met hun act. Somaliland kent geen echte circustraditie – vandaar dat de meeste gezinnen zich harder verbazen over de trucjes van de oude man dan dat ze de jonge acrobaten bewonderen. 

Het Somaliland Circus is er niet op uit om stinkend rijk te worden. Alle shows zijn gratis (de beheerders van het zakencentrum hebben toegezegd dat ze het circus financieren om elke vrijdag hier op te treden), en de circusartiesten willen vooral dat er gewoon zoveel mogelijk mensen komen kijken. Dit omdat ze denken dat hun show een positieve bijdrage Somaliland kan geven. Deze acrobaten hebben een sociale missie. Ze hopen door de nieuwigheid van het circus en het feit dat het gratis is zoveel mogelijk mensen aan te trekken, en het publiek vervolgens wijze lessen te leren over de grote maatschappelijke problemen die het land kent: khatmisbruik, mensensmokkel, werkloosheid, vrouwenbesnijdenis en helaas nog een hele rits andere zaken.

Dit circus is niet het  eerste met een expliciete maatschappelijke missie. Er zijn nu drie circussen, die allemaal afstammen van het oorspronkelijke Haba Yoko. Dat was een groep atleten die jarenlang op kleine schaal in de regio bewustwording probeerde te creëren. Sommige leden van Haba Yoko zagen geen ruimte meer om verder te groeien en te leren, en begonnen een eigen circus. Zo ook Abdi Raheem, de oude man in het vlaggenuniform die ook wel bekend staat als “Circus”.

Circus spreekt het publiek toe.

In 2004 had Circus genoeg studenten verzameld om een eigen circusgroep te beginnen: vier jonge experts op het gebied van jongleren en het draaien van borden. In 2006 had Circus’ groep inmiddels een kleine schare fans opgebouwd, maar al snel kwam er door het gebrek aan financiering een eind aan de ambitie van het sociaalbewuste circus. Haba Yoko had in een vroeg stadium al een sponsordeal met de Kow Media Corporation gesloten, maar de andere twee circussen moesten van dag tot dag leven. Zo waren ze nooit in staat om meer dan één dag van te voren een show aan te kondigen, en soms werden hun shows nog op het allerlaatste moment afgezegd omdat hun gratis locatie niet meer beschikbaar was of omdat er ineens geen vervoer meer was.

Omdat ze geld nodig hadden en meer erkenning en een groter publiek wilden, besloten Circus en zijn groep om hun show veelzijdiger te maken. Dat deden ze door dingen toe te voegen waar de andere twee circussen nog niet aan gedacht hadden: fietsen op een eenwieler, koorddansen, en appels eten tijdens het jongleren. Circus begon ook met het trainen van meisjes – iets wat haast niet te doen is in dit conservatieve moslimland, en waar speciale kleding voor nodig is om het allemaal een beetje deugdzaam te laten ogen. Toch is Circus wat huiverig om die innovatie nu al te introduceren bij een groter publiek. Gelukkig heeft de groep het inmiddels dankzij privéoptredens financieel wel breder. 

Vandaag zal er aandacht besteed worden aan

tarib

, een brede term die gebruikt wordt voor problemen die samenhangen met jeugdwerkloosheid en mensenhandel. Tarib staat steeds hoger op de publieke agenda, sinds de onrust in Libië en Jemen ervoor gezorgd heeft dat het zoeken naar een baan moeilijker en gevaarlijker geworden is. Mishandeling, afpersing en moord zijn haast vanzelfsprekend geworden in de zoektocht naar werk. Maar wat de gemoederen in het land nu het meest bezighoudt, zijn verhalen over ontvoeringen van Somalische migranten, en de handel in hun organen. 

Middenin hun show maken de acrobaten ruimte op het geïmproviseerde toneel, terwijl een paar van hun collega’s een andere outfit aantrekken. Het verhaal dat ze uitbeelden draait om de misère die financieel gebrek teweeg kan brengen. Twee kinderen zijn op zoek naar een baan, en zijn bang voor de woede van hun vader als ze terugkomen zonder dat werk hebben gevonden om hun familie te kunnen steunen. Ze zien geen toekomst in de stad, dus reizen ze af naar het buitenland. Daar vallen ze in de handen van mensenhandelaars en sterven ze een afschuwelijke dood. De vader sterft ook, van verdriet.

De omstanders leven erg met het verhaal mee. Op elke vraag die Circus aan het publiek stelt wordt volmondig “ja” of “nee” geantwoord. Circus legt daarnaast uit wat de kinderen fout deden en waarom de tarib zo erg is.

Het is moeilijk om na te gaan of de toneelstukken echt iets opleveren. Eerlijk gezegd geven sommige onderdelen verkeerde informatie mee, en sporen andere aan tot haat. Daarbij zorgt het melodramatische acteerwerk ervoor dat het publiek voornamelijk moet lachen, en in de toneelstukken zitten veel woeste vechtscènes, die waarschijnlijk vooral een middel zijn om de macho-fantasieën van de oudere jongens te kanaliseren. De echte waarschuwing die het toneelstuk met zich mee brengt lijkt daarom niet echt over te komen.

Maar het meest zorgwekkendste deel van het toneelstuk is misschien wel de introductie van de Ethiopische mensenhandelaren. Ze lopen op handen en voeten, en doen alsof ze het kloppende hart en de ogen van het nog levende oudste kind opeten. Ethiopiërs die zelf op zoek zijn naar werk werden in Somaliland al gemarginaliseerd, en zo wordt de boodschap van het toneelstuk makkelijk op de verkeerde manier geïnterpreteerd. Het is maar de vraag in hoeverre de jonge toeschouwers het stuk hebben begrepen als waarschuwing voor tarib.

Maar zo zien Circus en zijn atleten het natuurlijk niet. Zij zijn geen maatschappelijk werkers, en ook niet geschoold in de aanpak van maatschappelijke problemen. Ze zijn bezorgde burgers, die hun best doen voor iets dat in hun ogen misschien wel kan helpen.