Stoners zijn alleen lui als ze high zijn, zegt de wetenschap

Ondanks het stereotype van ‘luie stoner’ blijkt uit nieuw onderzoek dat regelmatige blowers niet luier of meer lethargisch zijn dan niet-blowers; behalve als ze stoned zijn.


Het is wel duidelijk waar het stereotype van luie stoner vandaan komt. Zodra er wiet in het spel is, lijkt op een bank zitten en helemaal niks doen opeens een ontzettend goed idee. Voor medisch of recreatief gebruik kan wiet voordelen hebben, maar je wordt er niet bepaald actiever van. Maar is het waar dat als je regelmatig blowt, je er op lange termijn ook lui en sloom van wordt? Veranderen we van een dagelijks jointje inderdaad in leeggelopen opblaaspoppen?

De DEA (Drug Enforcement Administration) in de VS maakt nog altijd geen onderscheid tussen bijvoorbeeld heroïne en wiet. Ze vinden dat de medicinale werking van cannabis niet is bewezen, en dat er te weinig onderzoek naar gedaan is. “Op dit moment wegen de voordelen van het gebruik van marihuana nog niet op tegen de gevaren,” vertelde de baas van DEA aan VICE News. “Regelmatig gebruik van marihuana kan leiden tot psychologische verslaving en aftakeling.”

Videos by VICE

Ook tonen meerdere onderzoeken aan dat het gebruik van cannabis invloed heeft op de cognitieve functies, waardoor je minder gemotiveerd raakt. Het stereotype van de luie stoner wordt dus in zekere mate bevestigd.

In een onderzoek dat eerder dit jaar gedaan werd kregen ratten THC toegediend, waarna ze konden kiezen tussen een moeilijke opdracht met een hoge beloning en een makkelijke opdracht met een lage beloning. Het vaakst kozen ze voor de laatste optie. University College in Londen deed dezelfde test met mensen, waarvan identieke resultaten werden verwacht.

Onder leiding van dr. Will lawn werden 17 kandidaten aan een aantal testjes onderworpen waar ze geld mee konden verdienen. De kandidaten, die van tijd tot tijd cannabis gebruikten, konden kiezen voor een moeilijk of een makkelijk taak, waaraan verschillende geldbedragen waren verbonden. De opdracht bestond uit het indrukken van de spatiebalk met de pink van je niet-schrijfhand; ging je voor makkelijk, dan moest je het 30 keer in 7 seconden doen, bij moeilijk 100 keer in 21 seconden. Aan de moeilijke taak was een hoger geldbedrag verbonden. Van de kandidaten onder invloed koos 42 procent voor de moeilijke opdracht, onder de nuchtere kandidaten was dat 50 procent.

Ik belde met Mason Silvera, die het rattenonderzoek uitvoerde. Volgens hem moeten beleidsmakers zeker rekening houden met de effecten van cannabis op de werking van het brein. “Het bevestigt maar weer dat je verstandig om moet gaan met deze drug,” vertelt hij. “Dat moeten we ook opnemen in de wetgeving, zeker nu meer en meer staten cannabis gaan gedogen.”

Maar het onderzoek laat ook zien dat cannabisgebruikers niet voortdurend slome sukkels zijn. Nuchtere veelgebruikers waagden zich namelijk evenveel aan de moeilijke taken als de geheelonthouders. Cannabis werkt dus maar op korte termijn demotiverend – namelijk als je stoned bent.

Silvera wijst ons erop dat we de negatieve uitkomst van het onderzoek niet alleen maar negatief hoeven op te vatten: “We weten welke delen van het brein we nodig hebben om moeilijke taken uit te voeren en we weten dat deze beïnvloed worden door gebruik van THC. Nu kunnen we dus beter lokaliseren waar in het brein de THC zich precies concentreert,” vertelt hij. “Als we weten waar in het brein THC effect heeft, dan weten we ook beter hoe we het op een positieve manier kunnen gebruiken. Op die manier zouden we dan een drug kunnen ontwikkelen die wel bijdraagt aan de genezing van pijn en angststoornissen, maar zonder de afname van de cognitieve functies.”