In de reeks ‘50 MOMENTS‘ blikken we aan het einde van dit decennium terug op de vijftig momenten die Europa hebben gevormd tussen 2010 en 2019.
Aan de ene kant had Marit van Renterghem enorme pech, maar aan de andere kant ook juist heel veel geluk. De 22-jarige Belgische was in 2016 in Nice tijdens de nationale feestdag Quatorze Juillet, toen er een man met een vrachtwagen op de menigte inreed en daarbij 86 mensen vermoordde. En toen ze een maand later in Thailand was, vond daar een reeks bomaanslagen plaats – waarvan eentje bij een café waar zij toevallig net was. We spraken Marit over haar ontsnappingen aan de dood, wat ze daaraan heeft overgehouden en hoe ze daarmee omgaat.
Videos by VICE
***
Op 14 juli 2016 was ik in Nice op vakantie met mijn moeder en een vriendin. We hadden een appartement gehuurd in het centrum, op vijf minuten lopen van de Promenade des Anglais. Er werd die avond veel vuurwerk afgestoken, de straten waren gevuld met mensen en er heerste een feeststemming.
Na het vuurwerk bespraken we of we een stukje over de promenade zouden lopen, om wat livemuziek te zien, maar mijn vriendin wilde op tijd naar bed – ze moest de volgende ochtend vroeg op om terug te vliegen. Op dat moment reed de vrachtwagen waarschijnlijk al aan de andere kant van de promenade. Een paar minuten voordat de chauffeur werd neergeschoten, hadden wij op exact dezelfde plek gestaan.
Terwijl we terugliepen naar het appartement hoorden we politiesirenes, maar we wisten niet wat er precies aan de hand was. We zetten onze telefoons uit en gingen naar bed. De volgende ochtend had ik allemaal gemiste oproepen. Ik kwam erachter wat er was gebeurd en begon te trillen. Ik maakte mijn moeder wakker en samen vertelden we iedereen die ons gebeld had dat we ongedeerd waren. We dachten na over wat er zou zijn gebeurd als we wél over de promenade waren gelopen.
We kwamen terug in Gent op de dag dat de Gentse Feesten net waren begonnen. De sfeer was ingetogener dan normaal, omdat mensen bang waren dat daar ook een aanslag plaats zou vinden. Toen mensen me vroegen of ik bang was, zei ik letterlijk: “Niet echt, want bij twee terroristische aanslagen in de buurt zijn, is wel héél toevallig.”
Een paar weken later vloog ik naar Thailand. Het was de zomer na mijn eerste jaar aan de universiteit. Ik vond mijn opleiding niet zo interessant, dus ik was ermee gestopt. Ik hoopte dat ik na drie weken vrijwilligerswerk in Thailand wat geïnspireerder zou raken.
De eerste week werkte ik bij een weeshuis, de tweede week maakte ik tempels en stranden schoon en de derde week zou ik Engelse les geven. Op een gegeven moment had een andere groep vrijwilligers hun allerlaatste avond, dus besloten we uit te gaan.
We waren in totaal met twaalf mensen. We liepen door een drukke straat met veel bars en clubs. Ik stelde voor om naar de Blue Monkey te gaan, maar toen we daar aankwamen bleek het propvol te zitten en erg duur te zijn. “Anders wachten jullie hier even, dan kijk ik of er iets beters is,” zei ik. Samen met een jongen uit de groep liep ik een stukje verder de straat in. Buiten de Blue Monkey verkocht een vrouw papaja’s. Ik weet nog dat ik dacht: als ik zo terug ben, wil ik er wel eentje.
Toen we om de hoek een leuke bar hadden gevonden, wilden we weer teruglopen om onze vrienden te halen. Precies op dat moment hoorden we een explosie. Ik voelde meteen dat er iets mis was. Aanvankelijk bleven we kalm, maar toen we dichterbij kwamen zagen we een hoop mensen in blinde paniek de tegenovergestelde kant op rennen. De politie kwam al snel. We hoorden dat een half uur eerder op een andere plek ook al een bom was geëxplodeerd. We wilden naar onze vrienden gaan, maar dat mocht niet van de politie.
We belden de vrijwilligersorganisatie, en kregen het advies om naar huis te gaan en daar te wachten totdat er nieuws zou zijn. Het bleek om een spijkerbom te gaan, die in een grote bloempot zat, pal naast de vrouw die papaja’s stond te verkopen. Ze was op slag dood. Mijn vrienden hebben het overleefd, maar waren wel geraakt door splinters. Een aantal van hen moest worden geopereerd.
Ik stuurde mijn ouders een berichtje: “Ik denk dat er net een terroristische aanslag was, maar ik ben ongedeerd.” Ik wilde niet dat ze ongerust zouden zijn, na wat er in België was gebeurd. Later kwamen we erachter dat er nog veel meer bommen waren ontploft in het zuiden van Thailand, waarvan de meeste in de badplaats Hua Hin.
De volgende dag besloot ik terug te gaan naar België. Ik was in een totale staat van ongeloof en voelde me ook schuldig. Het was alsof iedereen die avond de dupe van mijn voorstel was geworden, behalve ikzelf. Uiteindelijk heeft niemand de aanslagen opgeëist, maar men denkt dat er separatisten uit de provincie Pattani achter zitten.
Die twee gebeurtenissen hebben me veranderd. Ik ben minder op mezelf gericht dan eerst, en ik ben empathischer geworden. Alles wat ik nu wil doen is andere mensen helpen, ze advies geven en hulp aanbieden, of ik ze nu ken of niet.
Nadat ik terug was gekomen uit Thailand heb ik veel nachtmerries gehad, wat aan de basis lag van mijn angststoornis. Al drie jaar lang heb ik elke dag kramp in mijn buik, ben ik constant op mijn hoede en probeer ik me voortdurend voor te bereiden op het ergste. In de moeilijkste periode kon ik niet op straat lopen zonder continu om me heen te kijken. Als ik uit was en het naar mijn zin had, zat er alsnog een stemmetje in mijn hoofd dat zei: “Wat als er nu iemand een mes zou hebben en iedereen neer zou steken? Wat als er nu een bom af zou gaan?”
Ik was niet alleen bang voor terreuraanslagen, maar eigenlijk gewoon voor alles. Uiteindelijk vonden mijn ouders dat niet langer zo door kon gaan, en begon ik medicatie te nemen. Ik ging ook in therapie en kwam in contact met slachtofferhulp. Daardoor ben ik niet meer bang voor aanslagen, maar ik krijg nog steeds nachtmerries en ben ook nog altijd bang om geliefden kwijt te raken.
Ik ben ondertussen gestopt met mijn bachelor Japans. Eigenlijk was ik bijna klaar, en iedereen zei ook dat ik ermee door had moeten gaan, maar ik kreeg zoveel angstklachten van de zomer dat ik het genoeg vond. De angst werd alleen maar erger, totdat ik het eigenlijk niet meer aankon. Op een gegeven moment begon ik me te verdiepen in andere manieren om ermee om te gaan, zoals yoga, meditatie en het bijhouden van een dagboek.
Nu heb ik mijn angsten veel beter onder controle. Ik ben nog niet helemaal de oude, en af en toe ervaar ik nog steeds paniek, maar het is beheersbaar. En hoewel ik me nog niet op mijn gemak voel in grote menigten, ben ik niet gestopt met reizen. Er is zoveel te zien en te ontdekken in de wereld. Iedereen maakt weleens een zware periode door, en het is belangrijk om te onthouden dat de wereld gewoon door blijft draaien en je niet zomaar het leven op pauze kunt zetten.
Volg VICE België ook op Instagram: