Hamid wacht op me bij de bushalte naast de Alexandrasboulevard in Athene. Hij is bijna 35, graatmager en zijn gezicht zit vol littekens. Vanavond draagt hij een spierwitte jas, gescheurde jeans en glimmend rode sneakers – geen verstandig idee voor iemand die van plan is sisa te gaan verkopen. Het spotgoedkope alternatief voor chrystal meth is de afgelopen jaren in Athene erg populair geworden.
Zijn klanten kunnen hem in ieder geval makkelijk spotten in deze outfit. Een kort knikje volstaat om ze te laten weten dat ze hem veilig kunnen benaderen en hun geld uit handen kunnen geven.
Videos by VICE
Hamid is geboren in Teheran. Toen hij twintig werd sloot hij zich aan bij een team dat tegen Mahmoud Ahmadinejad wilde vechten, die hij “de meest verdorven man op aarde” noemt. Hij is ooit gearresteerd en vastgehouden, maar daar lijkt hij het liever niet over te hebben, aangezien hij snel van onderwerp verandert zodra we het park bereiken. Het Pedion tou Areospark is na elf uur ‘s avonds eigenlijk gesloten voor het publiek, maar ook na middernacht komen we gemakkelijk binnen. “Volg mij maar,” zegt Hamid. Om ons heen lopen verschillende figuren. Een raspende stem klinkt op uit het duister: “Heeft iemand dope of sisa?”.
We lopen over een klein weggetje en bereiken na een tijdje een gebouw dat onder de graffiti zit. “Dit is de eerste plek waar ik verbleef nadat ik werd vrijgelaten in Exarcheia,” vertelt Hamid. Ik vraag hem waarom hij eigenlijk in de gevangenis zat. “Gedoe met documenten, paspoorten, wat anders? Dat is altijd de reden,” antwoordt hij, en in het licht van een zwaaiende gloeilamp zie ik dat Hamid een voortand mist. “In Griekenland kun je maar beter gearresteerd worden vanwege drugs dan omdat je geen visum hebt.”
Hij gaat verder: “Ik zat achttien maanden vast op het politiebureau van Exarcheia, samen met elf anderen. Toen heb ik Grieks leren spreken, en ben ik van de dope afgekickt. Toen ik vrijkwam stelde een vriend voor dat ik hier een tijdje kwam.”
“We zijn een aantal keer door leden van de Gouden Dageraad aangevallen. Ze verschijnen meestal uit het niets en slaan iedereen die ze tegenkomen in elkaar.
In dit gebouw wonen 25 tot 30 mensen uit Iran en Afghanistan – allemaal verslaafden,” fluistert Hamid, terwijl een groep Afghaanse mannen ons aanstaart. “Laten we gaan, we kunnen beter een andere keer terugkomen.”
Er heerst een hiërarchie in het park: naast de oude garde, die er voornamelijk de baas is, zijn er ook nieuwere verslaafden en recreatieve druggebruikers. Sommigen zijn er altijd, anderen komen alleen om de drugs op te pikken.
Gewelddadige confrontaties zijn er aan de orde van de dag. Het zijn volgens Hamid voornamelijk Algerijnen en Afrikanen die de opstootjes veroorzaken, maar de Russen die in het noorden wiet verkopen zijn net zo intimiderend. Veel meer wil Hamid er niet over kwijt: “Alles is oké, we zijn allemaal goede vrienden hier,” zegt hij.
Gebruikers hangen tot aan zonsopgang op de parkbankjes. Ze stoken vuurtjes en voeren eindeloze gesprekken. “Sisa heeft een vergelijkbaar effect als cocaïne, maar het is erg slecht voor je maag – je kunt er niet van eten of slapen,” vertelt Hamid. Een paar meter verderop proberen verslaafden hun naalden en pillen te ruilen voor heroïne of sisa.
We gaan zitten zodat Hamid high kan worden. Hij laat een klein kristalletje in een glazen pijp vallen en verhit het met een vlammetje. Hij inhaleert de dikke rook direct en begint een verhaal over Shakira. Het blijkt niet de Shakira te zijn waar ik aan dacht, maar een vriendin van hem die af en toe in het park rondhangt. Niemand weet hoe oud ze is – ze zou 45 kunnen zijn, maar ook 65. Hamid vermoedt dat ze, net als de meesten daar, nooit slaapt.
Na een tijdje verschijnt Shakira. Ze is grof en scheldt voordurend met luide stem. Een ander bekend gezicht in het park is de 25-jarige Christina, die in een van de achtergelaten containers in het park woont. Een paar dagen geleden werd haar man gearresteerd, sindsdien doet ze in het donker stilletjes poging na poging hem een brief te schrijven – meestal komt ze niet verder dan een klein getekend hartje in een hoekje van het papier, naast een slordig gekrabbeld “Ik hou van je”.
Christina is prostituee en hiv-positief. “Ik ben geen typische hoer, ik misleid de mannen zodat ze me hun geld geven en dan maak ik dat ik wegkom.” Een tijdje geleden werd Christina zo high van de heroïne en sisa dat ze een kat begon na te doen. Sommigen lachten haar uit, anderen adviseerden haar naar huis te gaan.
Volgens Hamid voelen Arabische mannen zich niet op hun gemak wanneer ze vrouwelijke verslaafden tegenkomen, omdat het volgens hen niet “de juiste plek is voor een vrouw”. Wanneer Hamid vrouwen zoals Christina tegenkomt, geeft hij ze soms gratis drugs om te voorkomen dat ze zich prostitueren.
Naast ons zit Ali, een 55-jarige Afghaan, die liever niet op de foto gaat. “Mijn kinderen studeren in het buitenland, ik zou niet willen dat ze me zo zien,” zegt hij. Ali begon met heroïne en sisa toen hij zijn onderkomen kwijtraakte. “Het leven hier is moeilijk,” zucht hij. “Het enige dat me nog rest is doodgaan.”
Tweehonderd tot vijfhonderd druggebruikers komen elke dag naar het Pedion tou Areospark om hun voorraad aan te vullen, of geld te verdienen aan de verkoop ervan. Yiannis, een 35-jarige Griek, koopt zijn drugs in Menidi en verkoopt ze door aan vrienden in het park, waarbij hij tien tot twintig euro per keer verdient. “Arabieren weten heel goed dat ik geen loser ben – ik heb een dak boven mijn hoofd en heb het redelijk voor elkaar, dus behandelen ze me netjes. Ze leren me zelfs hoe ik de sisa op de beste manier kan inhaleren.”
Wanneer we uit het park vertrekken, vraag ik Hamid hoe lang het geleden is dat hij zijn familie heeft gezien. “Het is al weer een tijdje geleden, en ik zou ze graag weer willen zien. Maar gezien de huidige situatie kan ik niet terug naar Iran,” antwoordt hij.
Hij zegt me gedag en verdwijnt in het struikgewas. De zon is opgekomen, maar het park ziet er ook bij daglicht niet veel beter uit.