The Homesick wil het liefst patat met modder in de mayo

Dit artikel verscheen eerder in onze Festival Guide.

Er gebeuren mooie dingen in Friesland, want het gaat de bandjes die zichzelf niet al te serieus nemen voor de wind. Zo ook The Homesick uit Dokkum, een gitaarbandje dat naar eigen zeggen post-pop maakt en bestaat uit Elias (20), Jaap en Erik (18). Elias, de oudste en de meest wijze van de groep (zegt hij althans zelf), ken je misschien van zijn andere band Yuko Yuko. Jaap speelt bas en heeft blanco gestemd bij de afgelopen Waterschapsverkiezingen. Erik is de drummer en bovendien de trotse eigenaar van een ouderwetse Duitse monstertrekker. Ik sprak het onverschrokken gezelschap na hun optreden in de Bitterzoet in Amsterdam, als voorprogramma van Rats on Rafts.

Videos by VICE

VICE: Wat moet een mens zich voorstellen bij opgroeien in Dokkum?
Elias: Ik ben aan de kust opgegroeid, iets buiten Dokkum. Je kunt bij eb naar Ameland lopen, maar dat heb ik nooit gedaan want dat is eigenlijk niet zo bijzonder, als je daar opgroeit. Verder gaan de jongeren Duitsers pesten op de camping. Er is nog een keer een caravan in de fik gezet, maar daar zat gelukkig niemand in. Ik had al vrij snel internet dus ik hield me niet echt bezig met dat kattenkwaad.

Waar zouden jullie zijn zonder het internet?
Jaap: Nog steeds in Dokkum denk ik. Ik ben wel echt blij met het internet, want ik heb er een heleboel muziek door ontdekt, en het is ook handig voor de verspreiding van onze muziek. We gooien bijna alles meteen online. Het is ook goed voor de verspreiding van onze ideeën. Binnenkort willen we Google Kroegview opzetten. Dan kan je thuis met je halve liter achter je laptop de kroegervaring beleven, zonder in de kroeg te zijn. Je kan er ook roken als je wil, maar dat mag sowieso in elke kroeg in Dokkum.

Zou Google Festivalview ook werken? Met drones of zo?
Erik: Ik vind drones echt saai. Ze bekijken je van boven; je kan de straat niet op of de politie ziet alles. Ik voel me eerlijk gezegd niet meer heel veilig in Nederland. Geef mij maar Duitsland. In Duitsland heb je de Unimog, daar kom je overal mee doorheen als je wil.

Wat is dat?
Erik: Een motorvoertuig dat nog het meest lijkt op een uit de kluiten gewassen kruising tussen een vrachtwagen en een trekker. Het ding is 35 jaar oud. Je kunt er heel veel in kwijt. Robuuste agrarische vrouwen, bijvoorbeeld. Toen we vroeger op wintersport gingen had ik meer oog voor de Unimog dan voor de skipiste. Toen dacht ik: wat een mooi ding. Nu heb ik er zelf een.

Er heeft zich ooit een stukje wereldgeschiedenis in Dokkum afgespeeld. In hoeverre heeft de moord op Bonifatius jullie sound beïnvloed?
Jaap: We zijn op zich wel blij dat Bonifatius vermoord is, want het was best wel een klootzak. Hij kwam uit Engeland, om het geloof te verspreiden in onder andere Duitsland en Nederland. Op een gegeven moment kwam hij in Friesland terecht, waar alle Friese motherfuckers woonden, om daar even een heilige eikenboom om te hakken en in de brand te steken. Toen heeft de Friese bevolking hem vermoord. Eigenlijk was het geen moord, maar doodslag, omdat hij niet onverhoeds overvallen werd, maar bij een gewapend treffen om het leven kwam. Daarom spelen wij alleen maar op analoge apparatuur, van heilig eikenhout. Misschien dragen we nog wel een plaat aan hem op.

Gebeurt er zo weinig in Dokkum, dat iets dat zo lang geleden plaatsvond nog zoveel invloed heeft op het dagelijks leven heeft?
Jaap: Ik denk het wel. Het is gewoon een enorme trekpleister voor voornamelijk Duitse toeristen. Je hebt zelfs een kerk met daarin een stukje schedel, vermoedelijk van Bonifatius.
Erik: De Wilhelmina-pepermunt komt er ook vandaan. En je hebt nog de Bonifatiusbron, met heilig water. Dat water komt eigenlijk gewoon uit een gracht, maar niemand weet dat. Op de echte bron zat laatst nog gewoon graffiti – zo bijzonder is het allemaal niet.

Dus besloten jullie maar om samen liedjes te gaan schrijven?
Jaap: Ja, je leert elkaar al vrij snel kennen als je iets langer haar hebt en muziek maakt in Dokkum.
Elias: We schrijven meestal bij Jaap op de bank, met twee onversterkte gitaren. De moeder van Jaap zet dan koffie en geeft ons droge eierkoeken.

Klinkt heerlijk. Hoe is de Friese festivalscene verder?
Erik: Je hebt veel van die coverbands die optreden op dorpsfeesten. Een van de grootste bands heet Vangrail. Ze zijn een soort Kings of Leon uit Friesland, met heel veel huismoeders in een feesttent. Wij treden daar bijna niet op, omdat we blijkbaar niet toegankelijk zijn. Je hebt ook veel motorsportevenementen.
Elias: Vroeger kreeg ik heel veel mee van dat wereldje. Ik ging ook naar de Zwarte Cross in Blija. Nu mag die niet meer zo heten vanwege die andere Zwarte Cross. Ik weet nog dat ik een keer naar de patatkraam ging, best een end van de baan af. Ik haalde een patatje met mayo, en binnen een paar tellen zat m’n hele mayo onder de modder.
Erik: Dat mist op de hedendaagse festivals. We willen gewoon patat en motoren.

En jullie eigen festivalgeschiedenis, hoe zit het daarmee?
Jaap: We zijn nog nooit echt naar meerdaagse festivals geweest, alleen als we zelf moesten spelen. Ik denk dat we het ook best kut zouden vinden. We zijn ook weleens uitgejoeld. Toen vond alleen degene die ons geboekt had onze band leuk – voor de rest niemand. In Lemmer hebben we een keer voor tien man gestaan. Het feest heette Glemmer Beach.
Elias: Of in Drachten en keer, toen hebben we voor een heel voetbalveld gespeeld. Met een mannetje of twintig erop.
Jaap: We zijn denk ik te alternatief of te klein. We houden sowieso meer van kroegen waar de frituur al aan staat als je binnenkomt. Of metalfestivals. Doorgaans geldt: hoe harder de muziek, hoe beter het eten. Veel vlees, veel vet, ik vind dat heel chill.

Wat zou je op touw zetten als je je eigen festival kon organiseren?
Jaap: Kankerpop! Het is een hele nare ziekte en er zijn veel mensen aan doodgegaan, maar het schelden met kanker, daar kan het taboe wel vanaf. Het is gewoon een heel lekker woord. Het klinkt lekker. Stel kanker heette ‘hoest’. Dan had niemand met ‘hoest’ gescholden.
Elias: Phil Collins mag headlinen.
Jaap: Incestfest lijkt me ook wel tof. Met familiekorting, en The Mamas & The Papas die komen spelen. Maar nee, we zouden toffe mensen zonder ambitie boeken. We hebben ook een label, Purple Noise Records Club, en daarvoor programmeren we wel eens mensen die we tof vinden. Boner Petit, Santa Fe; jongens die we wel vertrouwen. Het is gewoon interessanter, omdat ze nog niet helemaal weten wat ze willen. Ze doen gewoon wat ze leuk vinden.
Erik: Ik zou wel een festival willen waar je een podium hebt, met daarvoor een baan voor monstertrucks. Niet de Amerikaanse maar de Duitse, die hebben tenminste nog Unimogmotoren.

The Homesick speelt op zondag 19 juli op Welcome to the Village in Leeuwarden.