Als Foxy Brown in 2005 niet doof was geworden, hadden de broers Pusha T en Malice (zoals hij toen nog heette) uit Virginia nooit de beat van Wamp Wamp (What It Do) bemachtigd. Toen Brown haar gehoor langzaam terugkreeg, wilde Jay Z de beat terug voor de artiest die bij hem getekend was. De broers gaven geen krimp.
Wat volgde was een heftige juridische strijd. Het was niet de eerste keer dat Clipse zich niets aantrok van de wil van labels. In de jaren negentig hadden ze hun samenwerking met Pharrell ingezet om een contract met Elektra te forceren. Het debuut Exclusive Audio Footage, werd opgenomen, maar vervolgens op de plank gezet omdat het duo niet genoeg buzz wist te creëren.
Ondanks de tegenslagen kwam Clipse er bovenop. Toen hun eerste plaat Lord Willin’ in 2002 eindelijk in de winkels lag, waren de rappers nog jong, maar liepen ze lang genoeg mee om geen groentjes meer te zijn. In de intro zegt Pusha T zelfs – terwijl hij de theme song van Miami Vice neuriet – ‘I see the villain’s impact now that I’m older.’ Lord Willin’ was een instant classic: Grindin maakte alles met de grond gelijk, Cot Damn was apocalyptische banger en de Fam-Lay freestyle spoorde alles en iedereen aan om bootlegs van de toen onbekende rapper op te speuren.
Lord Willin’ had enkel de beste Neptunes beats – iets waar de meeste artiesten alleen maar van dromen. De producties waren kenmerkend voor de stijl van Pharrell en Chad Hugo toentertijd: de producties waren vreemd, maar klonken allemaal net vertrouwd genoeg om met de radio te flirten. Het album was binnen een maand goud.
In 2004 fuseerde BMG met Sony Music Entertainment, wat betekende dat Arista – het label dat Lord Willin’ uitbracht – werd overgenomen door Jive. Star Trak, het label van Pharrell dat haar stempel op de sound van Clipse had gedrukt, ging naar Interscope. Door contractuele verplichtingen konden de broers uit Virginia niet dezelfde stap maken. Ze zaten vast bij Jive, waar ze de drie jaar die erop volgden alleen maar tegenslagen kenden, zich door een oerwoud van rechtszaken worstelden en moesten toekijken hoe hun marketingbudget naar Nick Lachey ging.
Pusha zei onlangs tegen GQ: “Als je heel oppervlakkig Clipse nadoet, zul je alleen het straatleven verheerlijken, omdat je het niet hebt meegemaakt.” Dat is dan ook precies wat ontelbaar veel rappers probeerden terwijl het duo door hun label werd geremd. In die periode bracht Clipse nog wel twee mixtapes uit. We Got It 4 Cheap deel een en twee werden zo goed ontvangen dat ze een onuitwisbare stempel op de rapgame hebben gedrukt. De tapes bestonden uit freestyles op bestaande beats en originele tracks die voor Hell Hath No Fury waren bedoeld. Push en Malice werden bijgestaan door Re-Up Gang-leden Ab-Liva en Sandman en de projecten werden gigantische successen. Luister alleen maar al hoe ze op Zen hun cokerap naar ongekende hoogtes tillen.
De tapes waren briljant en zo werden ze ook ontvangen – zo erg dat de stijl van Clipse ongeveer het enige was waar recensenten in die tijd over praatten. In een tijd dat het minder ging met major-label rap, hadden Push en Malice de blogs aan hun kant staan. Dus toen de eerste officiële single na lange tijd weer uitkwam (in het najaar van 2006 tussen alle rechtszaken door) kwamen ze als winnaars uit de strijd. Mr. Me Too was misschien geen radiohit, maar het klonk als een zege. Ik bedoel, Pusha rapte “These are the days of our lives / and I’m sorry to the fans, but them crackers weren’t playing fair at Jive,” en dat op een plaat die Jive uitbracht.
Als Zen buitenaards klonk, klinkt Hell Hath No Fury alsof het gemaakt is door nijdige ingenieurs bij NASA. De meeste muziek van Clipse was ontworpen om voor opschudding te zorgen, zo ook dit laatste werk. Door de meedogenloze drums van Wamp Wamp dendert de beat als een trein over je heen. En wat voor andere instrumenten zijn er in godsnaam ingezet? Een accordeon? Een xylofoon? Vuurwerk?
Alles bij elkaar opgeteld is Hell Hath No Fury uitzonderlijk. Toch is Pharrells verse op Mr. Me Too (“Italian heartthrobs could not get rid of me”) de enige op de plaat die naar luxe en overdaad hint. Er wordt genoeg op het album gepocht, maar het klinkt veelal leeg en verbitterd. Elke line over cabrio’s, villa’s aan de kust en ritjes naar Jacob The Jeweler worden onderuit gehaald door die ene zin op Keys Open Doors: “I ain’t spent one rap dollar in three years, holla.”
Het merendeel van Hell Hath No Fury klinkt als een nachtmerrie, voor Clipse zelf, maar ook voor wie het in zijn hoofd haalt om in hun weg te staan. Inbreken heeft nog nooit zo routineus geklonken als op Chinese New Year. Momma I’m Sorry gaat direct in op hun verheerlijking van het dealen. Het klinkt alsof ze berouw hebben van wat ze in het verleden hebben uitgespookt en dat er puur uit noodzaak is gehandeld. Malice spreekt zelfs zijn andere broer aan met: “And to my little brother Terrence, who I love dearly so / If ever I had millions, never would you push blow / Never.”
Videos by VICE
Materialisme wordt besproken met een akelige ondertoon en het dealen juist ernstig, alsof er constant gevaar op de loer ligt. Hello New World (“Bagging up grams at the Hyatt though / the news called it crack, I called it diet coke”) wordt afgesloten met een eindpleidooi in de rechtszaal – “The judge is saying ‘life’ like it ain’t someone’s life.” Als uitsmijter eindigt Hell Hath No Fury met Nightmares: een vijf minutenlange aaneenschakeling van verdriet en paranoia.
De wat lichtere delen van het album – want die zijn er – zijn heel divers. Thrill is vreemd en experimenteel, terwijl Dirty Money niet zou misstaan als het lijflied van een slechterik in een B-film. Ain’t Cha, de Re-Up Gang-possecut, gaat werkelijk alle kanten op.
Hell Hath No Fury is een vreemd verschijnsel in de discografie van Clipse. Het is hun meest opvallende wapenfeit en toch heeft het qua geluid weinig te maken met het karakteristieke geluid waarmee het duo bekend werd. Het heeft niet de klank van Virginia, het is een Dali-schets van de Amerikaanse staat. Er is sindsdien nooit meer zo’n plaat uitgekomen. Niet van Clipse, hun crew of van hun imitatoren. Het luistert bij vlagen moeilijk weg, maar het is nog steeds een onmiskenbare klassieker.