Toiletten hebben in nachtclubs een belangrijke sociale functie. Het zijn de enige plekken waar je kunt praten zonder je trommelvliezen in gevaar te brengen, en de stemming is er vaak opperbest: je kunt even op adem komen, je make-up bijwerken en voordat je het weet ben je een uur aan het bijpraten met iemand die je nog nooit eerder hebt gezien. En vergeet je bijna te doen waar je eigenlijk voor naar het toilet kwam.
De tachtigjarige Conchita werkt als toiletjuffrouw in de Fuse in Brussel. Ze heeft een haat-liefdeverhouding met haar job, maar sinds de clubs gesloten zijn mist ze het wel ontzettend.
Videos by VICE
VICE sprak haar op het toilet van de Fuse, net zoals in de goede oude tijd. Maar dan nuchter. Het gesprek vond plaats voor het begin van de tweede lockdown, op een privé-evenement waar iedereen zich aan de afstandsregels hield.
VICE: Hoelang werk je al bij de Fuse?
Conchita: Ik ben op 1 juli 1960 vanuit Spanje naar Brussel gegaan. Zo’n twintig jaar geleden, toen ik een bakkerij vlak bij de club had, werkte ik al een beetje voor de Fuse – ik zorgde voor flyers en waste de T-shirts van het personeel. Toen ik met pensioen ging werd ik gevraagd om hier in te vallen voor iemand, en nu zijn we alweer achttien jaar verder.
Hoe was het vroeger, toen er twee of drie feestjes per week waren?
Ik werkte op vrijdag en zaterdag. Feestjes begonnen om elf uur ‘s avonds en eindigden meestal rond half acht ‘s ochtends. Ik maakte de toiletten altijd grondig schoon van tevoren, en nadat iedereen weer vertrokken was. Na een hele nacht werken kwam ik dan rond half negen à negen uur ‘s ochtends thuis, soms zelfs om tien uur. Sinds de club gesloten is maak ik vooral schoon bij mensen thuis.
Dat lijkt me wel heel anders dan in een club.
Het verschil is enorm. Bij mensen thuis moet ik veel harder werken, het is echt vermoeiender. Ik werk bijvoorbeeld elke donderdag thuis bij de broer van een dj. Ik moet overal op letten, dat is veel moeilijker. Hier, in het toilet van de Fuse, heb ik meestal de leiding over het herentoilet en de kassa; ik kan meer zitten en makkelijker het overzicht bewaken. Maar het werk hangt natuurlijk ook af van de klanten. Sommige mensen zijn aardig en beleefd, maar lang niet iedereen. Ik vind het vooral vernederend als ze om me lachen of me beledigen.
“Een keer zag ik een meisje het toilet in rennen, haar broek omlaag trekken en overal plassen. Ze besmeurde ook nog de muur met stront.”
Waarom beledigen ze u?
Ze zijn dan boos omdat ze vijftig cent moeten betalen om naar het toilet te gaan, of drie euro voor de hele nacht. Ik ben al uitgemaakt voor hoer, teef, kreng en heks. En een keer zei iemand: “Je bent alleen goed om toiletten schoon te maken.” Maar dan zwaai ik meestal met mijn vloerwisser, of vraag ik: “Heb je het over je zus?”
Vond je het wel leuk om hier te werken, ondanks dit?
O zeker, dat kan me niet schelen. Ik gun het ze ook niet dat ik mijn werk daardoor minder graag zou doen. Ik ben ook weleens naar de dansvloer gegaan om onbeschofte mensen te volgen. Een keer zag ik ze vanaf de top van de trap naar beneden plassen, en dat liep helemaal naar beneden naar de ingang van het toilet. Toen ging ik wel even naar boven om ze op hun plaats te zetten.
“Ik heb hetzelfde levensritme als jonge mensen die dj zijn of veel uitgaan.”
Je moet wel gekke dingen hebben gezien.
Een keer zag ik een meisje het toilet in rennen, haar broek omlaag trekken en overal plassen. Ze besmeurde ook nog de muur met stront. Maar ik vond het niet erg, ik maakte er geen drama van. Als ik moest schoonmaken, maakte ik schoon. Want ondanks alles zal ik altijd het liefste hier blijven werken.
Je leefde dus vooral ‘s nachts en sliep overdag?
Nadat ik de bakkerij had verlaten, ben ik ‘s nachts gaan werken en heb ik overdag inderdaad vooral geslapen. Ik had hetzelfde levensritme als jonge mensen die dj zijn of veel uitgaan. Mijn man vond het niet echt leuk, maar ik kwam hier altijd graag.
“Ik mis het om hier te zijn, te praten met bezoekers en zelfs om ruzie te maken met vervelende mensen. Kon de club maar weer opengaan.”
Mis je de sfeer?
Ja, ik mis het erg. Ik zit al zeven maanden thuis, en dat vind ik best moeilijk. Ik mis het om hier te zijn, te praten met bezoekers en zelfs om ruzie te maken met vervelende mensen. Kon de club maar weer opengaan.
Kreeg je tijdens de lockdown wel financiële compensatie van de overheid?
Helemaal niet, nee. Ik heb alleen mijn zelf opgebouwde pensioen, en dat is niet zo geweldig. Het is ongeveer 1050 euro, en daar kun je niet echt van leven als je 400 euro betaalt voor je huur, 150 euro aan elektriciteit, en dan ook nog de verzekeringen en zo er nog bij komen. Ik ben blij dat ik nog de Fuse heb, dat helpt me om het eind van de maand te halen. En nu kan ik ook gewoon cadeautjes kopen voor mijn kleinkinderen.
“En als je bij mij aankomt zonder vijftig cent, ga je gewoon niet naar het toilet. En als je onbeleefd bent, krijg je te maken met mijn vloerwisser!”
Dus je maakt echt deel uit van de Fuse-familie.
Jazeker. In september vierde ik mijn tachtigste verjaardag en stond ik op de Facebook-pagina van Fuse. Meer dan tweeduizend mensen wensten me een fijne verjaardag, en ik kreeg berichten van over de hele wereld. Het was onvoorstelbaar.
Ik was al langer bekend voor het Fuse-publiek, omdat ik hiervoor ook altijd voor de deur van stond en de bel luidde. Ik had de leiding over gayparty’s, waar veel mensen uit het buitenland op afkwamen [zoals La Démence, red.]. Iedereen kent Conchita, zo is dat. Ze noemen me ook weleens ‘de oude dame’ of ‘oma’, maar meestal is het ‘Conchita’. En als je bij mij aankomt zonder vijftig cent, ga je gewoon niet naar het toilet. En als je onbeleefd bent, krijg je te maken met mijn vloerwisser!
Volg VICE België ook op Instagram.