Op zijn tiende kocht hij zijn eerste Aussie in de Achterhoek. De jonge modeontwerper Tom Nijhuis is net afgestudeerd aan ArtEZ, heeft een stage aangeboden gekregen bij Nike en wordt geprezen om zijn unieke en inspirerende afstudeercollectie. Deze collectie, ‘1995’, is geïnspireerd door de gabbercultuur die toentertijd zijn hoogtijdagen beleefde. Ik zocht hem op in Arnhem om met hem te praten over zijn collectie, de toekomst, mensen, het leven… ach, eigenlijk over alles.
VICE: Je collectie heet 1995. Vertel.
Tom: Het heet 1995 omdat ik een grote voorliefde heb voor cijfers. Daarnaast kende dit jaar het begin of in ieder geval het hoogtepunt van de gabbercultuur. In 1996 waren er ook nog Thunderdome-feesten, maar die waren al erg commercieel. Het beeld dat ik neer wilde zetten gaat echt over de beginperiode.
Videos by VICE
Tom Nijhuis in zijn eerste Aussie.
Waar was jij toen?
In 1995 zijn er foto’s van mij gemaakt in mijn eerste Aussie. Dat was een witte met aan de onderkant een blauw vlak en een lijn door het midden. Ik was me toen echt heel erg bewust van die cultuur, terwijl ik pas tien was. Als kind heb je een sterke naïviteit en ben je alles heel erg aan het ontdekken, wat mijn drang juist alleen maar versterkte. Omdat ik zo’n hard straatbeeld zich zag ontwikkelen voor mijn ogen heeft het een grote indruk op me gemaakt.
In hoeverre zat je in die gabbercultuur?
Dat kwam pas iets later, toen ik twaalf was. Op mijn dertiende ging ik ook al naar die feestjes. Ik was er vroeg bij en was zeker geen lieverdje. Misschien kwam het ook wel omdat mijn moeder altijd vertelde over de zware criminelen die zij zag op haar werk bij een TBS-kliniek. Ik denk dat dit me fascineerde en heeft beïnvloed. Ik zocht ook altijd vrienden op die uiteindelijk het slechte pad op zijn gegaan. Ik moest die spanning hebben, anders vond ik het maar saai. Het was voor mij een erg leuke periode, maar ik ben toch blij dat ik er niet in ben blijven hangen. Ik ben niet alleen gabber geweest, maar in de loop der tijd elke stroming afgegaan.
Maar zit het dan wel echt bij je in hart en nieren?
Nou, het punt is, als ik naar hiphop luister draag ik het liefst een mutsje, een wijde broek en een immens shirt. Ik zie er dan als een debiel uit, maar het voelt toch fijner. Het klopt. Bij gabber is dat precies hetzelfde, en nog veel duidelijker, omdat de garderobe zo strikt is. Als je een gabber bent heb je een bomberjack, Aussie, Nike Air Max, hooguit jeans en misschien zo’n Champion-trui voor de variatie. Het is zo makkelijk om erbij te horen dankzij kleding. Dat fascineert me.
Wat wilde je dan bereiken met je eigen collectie?
Het was eigenlijk niets meer dan inspiratie. Ik heb er een eigentijds beeld bij proberen te creëren en zo die cultuur een beetje onder de armen genomen. Ik heb er in het begin niet echt over nagedacht om het heel erg gabber te maken, maar het is zo ontstaan. Eerst wilde ik mijn eigen jeugdcultuurcollectie maken, maar ik merkte al snel dat ik me aan de gabberstijl over moest geven.
Hoe ben je aan je modellen gekomen?
Dat zijn echte gabbermeisjes. Ze heten Mieppy en Kim. Mieppy zit al lang in de scene en Kim is wat jonger. Kim luistert dan ook meer naar frenchcore, een soort dubstepachtige hardcore. Mieppy is meer van de oude, harde beukplaten. Ik heb ze op Partyflock gevonden en zo kwam ik erachter dat er binnen deze subcultuur veel diversiteit bestaat. Toen ik Mieppy’s foto’s zag dacht ik gelijk, “Oké, zij is echt tof en haar moet ik hebben.” Tijdens de show heb ik ook gewone modellen gebruikt, die net voor gabbers door konden gaan. Als ik alleen gabbermeiden had gebruikt was ik te ver gegaan. Het was geen kunstwerk, maar mode.
Hoe reageerden de modellen er zelf op?
De echte modellen waren soms echt een beetje bang en geïntimideerd. Toen ze bij mij waren voor de doorpas heb ik ze zelf laten kiezen wat ze wilden dragen. Ik was erg blij dat ze hier enthousiast op reageerden en de kleding ook echt mee naar huis wilden nemen. Dat was voor mij het bewijs dat ik ondanks de hele vertaalslag toch bij de gabberstijl ben gebleven. Mieppy zei ook tijdens de show, “Sorry, ik loop echt als een lompe strontboer.” Ik zei dat ze dat alleen maar moest blijven doen, wat erg gewaardeerd werd door de toeschouwers.
Wat ga je nu doen?
Ik ga aan de slag als ontwerper bij Nike. Zij hebben mij een stage aangeboden, wat ik echt fantastisch vind. Ik ben benieuwd hoe alles te werk gaat binnen zo’n gestructureerd bedrijf met zo’n gevestigde naam. Dat is voor een half jaar en daarna wil ik een master volgen, ik denk in Londen. Mijn droom is om te showen tijdens London Fashion Week, maar ja, wie droomt daar niet van, hè.
Foto’s door Meinke Klein