Het regent pijpenstelen in het Haagse Statenkwartier. Ik zoek al iets te lang naar de ingang van Fightclub 070, en net op het moment dat ik Tony Jas (19) wil bellen om hem te vragen waar nummer 127 is, belt hij mij: “Het is bij dat schoolgebouw, om het hoekie”. Eenmaal omgelopen houdt hij breeduit lachend de deur voor me open. “Je hebt een heerlijke dag uitgekozen gozer!”, roept hij als ik volledig doorweekt het gebouw binnenstap. “Die ouwe is er ook, daar heb je hem.”
Met ‘die ouwe’ bedoelt hij liefkozend zijn vader (39), die ook Tony Jas heet. In Den Haag en omstreken zijn junior en senior bekende figuren. De talentvolle Tony knokte zich binnen no time naar talloze boks- en kickbokstitels, met in zijn hoek het onvoorwaardelijke enthousiasme van papa. Tot een paar jaar geleden, toen Tony senior vast kwam te zitten en er een zwarte periode voor hen aanbrak. Nu werken ze aan een terugkeer. VICE Sports sprak met hen over die donkere tijd, hun vader-zoonrelatie en verschillen in vechtersmentaliteit.
Videos by VICE
VICE Sports: Ha Tony en Tony, hoe gaat het met jullie?
Tony senior: Goed, gozer. Ik zat tweeënhalf jaar vast en ben net los. Daarom hebben wij ons een tijdje niet kunnen laten zien op het allerhoogste niveau. Nu zijn we weer lekker als vanouds aan het knallen, met de absolute top als hoofddoel.
Tony junior: Knallen zoals we het altijd hebben gedaan. Met mij gaat het ook beter, man. Mijn handblessure is eindelijk over. Nu mijn vader weer vrij is, focussen we ons weer helemaal op het vechten.
Goed om te horen. Senior, waar ben je voor veroordeeld?
Senior: Een woningoverval en een gijzeling. Die pleegde ik bij mensen uit het drugscircuit, omdat er wat onenigheden waren ontstaan. Dat gebeurde nadat ik op een dag de stomste beslissing uit mijn leven had gemaakt: ik greep naar de drugs, terwijl ik daar al tien jaar van af was.
Wat gebeurde er precies op die ene dag?
Senior: Tony en ik moesten allebei een wedstrijd vechten op Fightsense in Den Haag, eind november 2014. We waren allebei de grote favoriet. Hij moest voor de wereldtitel tegen de Fransman Brice Delval en ik voor de Nederlandse titel tegen Serkan Ozcaglayan, de neef van Gökhan Saki. Maar drie dagen daarvoor had ik drugs gebruikt, en in de tussentijd had ik niet geslapen. Toch wilde ik nog steeds mijn partij draaien.
Junior: Ik stond die avond eerder op het programma, voordat pa op moest. Delval gaf mij een pak slaag van jewelste. De zorg van mijn vader ging eerst uit naar mij. Hij wilde natuurlijk ook knokken, maar dat liep anders.
Senior: De promotor zei meteen daarna dat het mijn beurt was. Ik protesteerde en vroeg om meer tijd, want ik wilde eerst nog even bij hem zijn. Zo’n pak slaag hadden we allebei nog nooit meegemaakt. Maar die tijd kreeg ik niet, en toen besloot ik om helemaal niet meer te vechten. Ik greep die slapeloosheid aan als excuus. Maar achteraf gezien was het een domme beslissing. Ik voelde me daarna heel slecht, alsof al mijn eer weg was.
Hoe liep het daarna verder uit de hand, senior?
Senior: Op Tony na sprak ik een maand helemaal niemand. Ik had het verkloot en ging van God los. Dat was een waas, jongen. De relatie met Tony’s moeder klapte, ik zat weer volledig aan de coke en was echt ready to die. Dat ging allemaal zo snel. Ik deed dingen die niet mogen, moest ruim twee jaar de bajes in en raakte vanaf die periode alles kwijt.
Junior: Een moeilijke tijd, maar dat is nu allemaal voorbij. Het is trouwens de eerste keer dat wij dit verhaal openlijk aan iemand vertellen.
Heb je je hierover schuldig gevoeld ten opzichte van Junior?
Senior: Ik neem mezelf nog steeds kwalijk dat hij met deze tekortkoming van mij te maken heeft gehad. De ellende begon al toen hij nog op het gymnasium zat. Tegenwoordig moet hij naast het vechten in de bouw werken, en ik had er graag voor gezorgd dat dat niet nodig was geweest. Het werd voor Tony lastiger om zijn dromen na te jagen. Nu we uit het diepe dal zijn gekomen, willen we zo snel mogelijk terug naar hoe het vroeger was.
Junior: Precies. Ook ik ben gemotiveerder dan ooit. We hadden hiervoor al onwijs veel bereikt en willen nu nog meer. We reisden toen al de wereld rond en dat willen we weer doen. Wat kunnen we nu nog aan dingen uit het verleden doen?
Senior: Niks vriend, maar pijn slijt nooit. Wij schreven elkaar maandenlang, iedere dag hè? Soms konden we elkaar ook zien, maar dat was anders dan samen tijd doorbrengen. Zoals we nu weer volop doen, eigenlijk.
Kon jij het van je afzetten, junior?
Junior: Dat ging nog wel redelijk hoor. Ik trainde nog steeds net zo gedreven, alleen is het wel van invloed geweest op mijn sportieve prestaties. Het was gewoon anders. Ik miste mijn vader gewoon heel erg, en daarmee ook een stukje van mezelf. Als ik toen gewoon door had getraind zoals altijd, had mijn naam nu overal gestaan.
Senior: Daar ben ik ook van overtuigd. Daardoor raakt dit me ook heel erg. Ik nam mijn omgeving mee in mijn ellende. Dus hem ook, helaas.
Hoe kijken jullie hier nu op terug?
Senior: Ik ben klaar met mijn oude leven en heb al vijftien maanden geen drugs of alcohol meer aangeraakt. Nu wil ik graag trouwen met mijn nieuwe vriendin Natalia, en natuurlijk zoveel mogelijk bij Toon zijn. Ik ben enorm blij dat hij mij als mens nooit heeft veroordeeld.
Junior: Nooit, maar het was wel één van de pijnlijkste periodes uit mijn leven. Ik trok het soms slecht omdat ik er zelf niets aan kon veranderen. Gelukkig spraken en zagen we elkaar in die tijd nog steeds vaak. Ongeacht wat er gebeurt: mijn vader en ik houden toch wel van elkaar. Onze band is ijzersterk en zeg nou zelf: iedereen maakt toch fouten in het leven?
Waarin verschillen jullie van elkaar?
Junior: Dat is best lastig te benoemen. We zijn gewoon allebei puur, niet standaard en zowat elkaars kopieën. Allebei typisch Hagenees, een beetje gek. Ik ben ook gewoon een nette jongen hoor, totaal niet asociaal of zo.
Senior: Haha, niet meer nee. Tot zijn achtste was hij echt een etterbak. Overal, met name in de klas, was-ie moeilijk te houden. Dat was ineens over toen hij op kickboksen mocht. Dat bleek zijn roeping te zijn.
Zijn jullie als vechters ook hetzelfde?
Senior: Daarin verschillen we wel weer enorm. Vechten is voor mij een zaak van leven of dood. Tony’tje won vroeger alles wat er maar te winnen viel, maar was een echte puntentikker. Mijn stoot wordt ook wel de slaappil genoemd.
Junior: Haha, dat is zeker waar. Soms voelde ik me zowat een God. Vroeger vernederde ik mijn tegenstanders zo erg dat het leek alsof ik met ze speelde. Ik vond het niet eens altijd nodig om iemand knock-out te slaan. We hebben ook dezelfde pleurishekel aan verliezen. Mijn vader heeft maar één stand: de kop van zijn tegenstanders romp af trekken. Daarom is hij mijn voorbeeld.
Jullie lijken wel geobsedeerd door het vechten.
Junior: Sowieso, dat klopt ook. Dit is wat wij het allerliefste doen, maar mijn vader heeft me nooit gedwongen om te trainen. Dat ging altijd normaal, nooit op een militaire manier. Ik ben ook enig kind hè? Deze man en mijn moeder hebben mij opgevoed alsof ik hun vriend was. Toen ik drie jaar was, zei mijn vader al dingen als “linkervoetje voor!”.
Senior: Mijn zoon betekent simpelweg gewoon alles voor mij. Vechten komt daar kort achteraan. Maar wat zijn passie en dromen betreft, heb ik de keuze altijd aan hem gelaten.
Ook als junior een totaal andere droom had willen najagen?
Junior: Geloof me nou maar: als ik vroeger op ballet had gewild, had ik nu op ballet gezeten. Zo simpel is het. En misschien had mijn vader dan ook zo’n jurkie aangetrokken, haha.
Senior: Lachen jullie maar. Gozer, neem nou van mij aan: dan hadden wij tweeën geprobeerd om ook daarin de allerbeste te worden.
Junior: Zeker. Zo werken wij als we eenmaal samen ergens aan begonnen zijn.
Senior: We willen succes behalen. Maar ik wil vooral dat hij zijn leven uiteindelijk beter leidt dan hoe ik dat heb gedaan. Voor mij is dat de enige therapie die werkt.