Muziek

Tot de dood ze scheidt: The Ex over DIY in het internettijdperk

Een punkserie zonder interview met The Ex is geen punkserie, en dus nodig ik mezelf uit bij Andy Moor, gitarist van de band sinds begin jaren negentig. Ook Arnold de Boer, zanger en gitarist van dienst, is daar. Andy woont in een oud schoolgebouw in Amsterdam-West, in een lokaal vol spullen. Hij is Schot van geboorte en dus krijg ik thee. Arnold wijst mij erop dat ik zelf het theezakje uit mijn mok moet vissen. Andy doet dat niet voor me, want die vindt dat je thee moet drinken op de Engelse manier. Sterk dus. Sterker dan Magnús Ver Magnússon en Ted van de Parre samen. Voor wie dat niet snapt: Magnús Ver Magnússon en Ted van de Parre golden begin jaren negentig als de sterkste mannen te wereld. Kun je nagaan hoe sterk Andy zijn thee drinkt.

Noisey: In de eerste zin van dit artikel staat dat een punkserie zonder interview met The Ex geen punkserie is. Slaat dat ergens op?
Andy: Ik vind The Ex geen punkband. Misschien waren ze dat in het begin, hoewel ze vanaf de eerste plaat al meer Gang of Four-stijl speelden, wat ik eerder postpunk zou noemen. De werkwijze van The Ex is wel punk. Onafhankelijk, DIY. Veel punkbands werkten zo, of deden graag voorkomen dat ze zo werkten.
Arnold: Punk is een marketingterm. Als je volslagen unieke muziek maakt, weet de winkelier niet in welk hoekje hij je moet zetten. Je noemt het dus maar punk, zodat je misschien een paar platen verkoopt. Maar vragen hoe ik klink is als vragen om mijn vrouw te omschrijven. Wat ga ik zeggen? Ze is onweerstaanbaar, ze is fantastisch.
Andy: We zijn niet gefrustreerd over de term punk of zo. We worden alleen nogal vaak voor festivals gevraagd waar vooral van die gasten met aangelijnde honden komen. Meestal gaan we daar niet op in.
Arnold: Een hiphopgroep als SMIB is op een bepaalde manier ook punk. Die jongen die alles regelt, hoe heet hij? (Bonne Reijn, red.) Hij is de Malcolm McLaren van de Amsterdamse hiphop. Net als bij Sex Pistols vormt fashion voor SMIB een belangrijk onderdeel. Ze hebben laatst twee shows gedaan in de OCCII, waar ik bij betrokken ben. Het was afgeladen. Bijna driehonderd kids, drie uur lang keiharde hiphop uit de Bijlmer.

Videos by VICE

Herken je in SMIB dingen van The Ex?
Arnold: Ik zie zeker parallellen. Wil je een show in de OCCII geven, dan moet je alles zelf regelen. De bar, de deur, het geluid, het schoonmaken achteraf. Dat zij dat wilden, dat vind ik geweldig. Ik hou van die aanpak. Zo doen wij het ook. We hebben geen managers of advocaten.
Andy: Maar we spelen niet alleen in OCCII-achtige zalen. Dan zouden we inmiddels dood zijn. We komen overal, van ondergrondse kelders tot normale popzalen. We organiseren de tours wel zelf.
Arnold: En we brengen alle muziek zelf uit. Dat doen zij ook.

Dat zie je sinds internet natuurlijk steeds vaker.
Arnold: Het is een tegenreactie op al die zwarte dozen van poppodia die ze neer hebben gezet. Daardoor ontstond een vacuüm. Neem Haarlem. Nadat het Patronaat werd heropend, was het lastiger om daar te spelen. Muzikanten moesten andere plekken vinden. Een oude opslagplaats, een garage, een kroeg met een aardige eigenaar. Kleine initiatieven borrelen vanzelf op, maar het duurt even. Asteriks in Leeuwarden is een goed voorbeeld van iets creëren en doorgroeien zonder dat het shitty wordt. Zij hebben met Welcome To The Village inmiddels een eigen festival. Het is zonde dat kraakpanden zeldzaam worden. Je hebt broedplaatsen, maar daar kun je niet echt iets opbouwen. Het is twee jaar hip en happening en daarna is het weg.

Zwarte dozen, oké, maar die toename van DIY-artiesten heeft toch ook met internet te maken?
Arnold: Het gaat verder dan dat. Het is ook hoe je kookt, hoe je leeft; het is onderdeel van je karakter. Veel bands worden nerveus van het idee dat je online alles zelf kunt doen. Het gaat om de onderliggende houding. Iets organiseren, een band uitnodigen om te spelen en vragen of ze daarna op een paar matrassen willen slapen.
Andy: Maar het is wel echt makkelijker geworden. Vroeger moest je enorm veel geld hebben om een plaat op te nemen. Nu kun je thuis schrijven, opnemen en distribueren, allemaal met je computer. Daarom zijn er ook zoveel lui die het doen. In de jaren zeventig had je die gigantische dinosaurus-bands. Onbekende muzikanten moesten er niet aan denken een plaat op te nemen. Het kostte een kapitaal. Nu wordt gezeurd dat muziek gratis te luisteren is. Degenen die erover klagen, zijn zij die miljoenen albums verkochten. Voor ons is het geen ramp. We verkopen minder, maar dat trekken we makkelijk recht met onze gigs.

Waarom staat The Ex dan niet op Spotify?
Andy: Niet uit principe. We hebben het gewoon nog niet gedaan.
Arnold: Nou, er is een duidelijke reden voor, die met dit hele verhaal samenhangt. Toen dat ding met mp3’s en downloads en iTunes en zo begon, zei een fan uit Schotland: ik ben een computernerd, ik weet hoe dit werkt. Laat mij alles digitaliseren en ik zorg dat het op iTunes komt. Hij heeft dat gedaan. Als we hem bellen en vragen of Spotify een goed idee is, dan zal hij het waarschijnlijk direct regelen. Ach, ik vind onze klungeligheid ook wel wat hebben. Dat je niet overal automatisch in meegaat omdat de muziekindustrie dat toevallig van je verlangt. Wie kent MySpace nog? Ik snapte echt niet hoe je een myspace-pagina moest maken. Je moest ook met al die voorwaarden instemmen. Zij wilden alle rechten van je muziek. Uit een soort oer-reactie deed ik er niet aan mee.

Waar is The Ex op dit moment mee bezig?
Andy: We hebben pauze. Het plan is om in mei of juni weer aan nieuwe muziek te werken. We hebben even rust nodig, je kunt niet altijd maar doorgaan. Eenvoudig is het niet. We hebben geen grote buffer en geen platenmaatschappij die ons een voorschot kan geven.
Arnold: Maar we zijn bevoordeeld. Op de een of andere manier zijn er altijd mensen die iets met The Ex willen. Projecten, optredens; er komen altijd mails binnen. Dat is niet normaal, denk ik. Voor nu zeggen we een tijdje overal nee tegen. Dan beginnen we in juni met een schone lei en zien we wat er gebeurt.

Is er een eind voor The Ex, of gaat het altijd door?
Andy: Terrie is het enige originele lid. Als hij niet meer leeft, is The Ex ook dood. Wat ook kan is dat ik iedereen omleg en zeg dat ik vanaf nu The Ex ben.

Maar een stad gaat eeuwig door. Een voetbalclub of een orkest ook. Waarom kan een band dat niet?
Andy: Het fenomeen bestaat wel. Dan worden bands merknamen, met nog één origineel bandlid, of alleen de tante van de zus van de bassist.
Arnold: Als je het zo ziet, is The Ex ook een merk. Maar we zijn geen orkest. Een orkest speelt muziek van andere componisten. Een band is persoonlijk. De makers zijn een-op-een verbonden met de muziek. Het is zoiets geks. In een korte periode komen een paar mensen samen om muziek te maken. Iedereen stelt zich open, brengt zijn emotie en ideeën in. En het werkt.

Beeld door Raymond van Mil

Lees hier onze andere stukken over punk in Nederland.