Wat gaat het toch oorverdovend goed met Travis Scott. Je zou bijna misselijk worden van zijn triomf en welvaart, mocht hij het als geen ander verdienen. Zijn album Astroworld – waar z’n achterban meer dan een jaar geduldig op moest wachten – torent al weken bovenaan de wereldwijde charts, en klinkt met de luisterbeurt meer als een geschrift waar we over decennia nog over praten. Dat Travis door dit succes steeds meer als een ster leeft, is dan ook wel toegestaan. Vorige maand gaf hij op social media een ton weg aan jonge fans die het minder goed hebben dan hij, Nicki Minaj wil hem in het gezicht slaan omdat ze ook een album op nummer 1 wil, en Travis koopt een praktisch onbruikbare (maar waanzinnig dure) auto voor de verjaardag van z’n miljardairvriendin. Want ja, wat schenk je een vrouw die alles wat ze begeert al heeft?
Het is dit soort rijkdom wat een man als Travis Scott totaal onbereikbaar maakt voor gepeupel als ikzelf. Ik mocht onze lieveheer op m’n blote knietjes bedanken dat ik hem tijdens Woo Hah! 2017 op een paar honderd meter afstand kon aanschouwen, met zeventig dranghekken en minstens zoveel beveiligingsbeulen ertussen. Dat is ongeveer het hoogst haalbare wanneer een artiest godenstatus bereikt. Een interview met hem zal nooit gebeuren – zodra Travis zich in het pantheon bevindt tussen enigma’s als Young Thug en Kanye West wordt er niet meer naar nederige persverzoekjes omgekeken. Hem spotten in de lokale supermarkt zou in het geval van een wonder niet eens lukken door m’n ontzettend luie oog.
Videos by VICE
Wat doet dat met een mens, het idee dat iemand waar je heel erg tegen opkijkt, geen weet heeft van jouw bestaan? Met zo’n vraagstuk kom je al snel uit bij het thema ‘verafgoding’ – een ietwat gechargeerde term die ik liever niet gebruik als het om mijn eigen drang gaat om idolen op een voetstuk te plaatsen. Je denkt dan al snel al aan een dorpsmalloot als Mark Chapman, die John Lennon vermoorde omdat hij “iemand” wilde zijn. Ik kan best leven met het idee dat ik nooit de artiesten, kunstenaars of schrijvers die ik sick vind ga ontmoeten, maar het zou godverdomme wel leuk zijn. Daarom kreeg ik het even hoog in m’n bol toen ik hoorde dat ik naar privéconcert van Travis Scott kon, dichterbij een figuur van Bijbelse proporties dan ik waarschijnlijk ooit zal komen.
Waarom? Nou, dat de sterfelijke wereld niet meer om Travis heen kan is ook gamesuitgever 2K opgevallen. Zij brengen ieder jaar een nieuwe NBA2K uit, een basketbalgame die in de Verenigde Staten minstens evenveel gespeeld wordt als FIFA in Nederland. Waar Bokoesam en Ronnie Flex elkaar in de studio virtueel afmaken met een potje voetbal, zetten rappers als Lil Yachty en 21 Savage gerust 12.000 dollar in met een spelletje basketbal. Travis, die al sinds zijn jeugd fan is van de games, cureerde de soundtrack van het nieuwste deel, NBA2K19, wat hem de mogelijk gaf om zijn vrienden en idolen aan het licht te brengen. Dat, en het twintigjarig bestaan van de serie, werd gevierd in New York, en wij waren uitgenodigd.
De nummers die Travis gecureerd heeft komen, als je hem als artiest een beetje in de gaten hebt gehouden, niet volledig als verrassing. Maar Sheck Wes – protegé van Travis en onlangs sloper van de Melkweg – en zijn bevreemdende anthem Mo Bamba hadden een soundtrack van zo’n mainstream-game jaren geleden nooit gehaald, mits de scheldkanonnades (“Fuck! Shit! Bitch!”) in de kiem gesmoord waren. Ook het compleet rare maar fantastische postpunknummer Dum Surfer van King Krule had ik nooit geassocieerd met piepende sportschoenen op glanzend hardhout. Travis bepaalt in dit geval dat het wel samengaat en zijn wil is wet, laten we dat even onthouden.
Dat ik naar dit onderonsje van influencers, gamers en muziekmensen mocht, gaf me op voorhand allerlei waanideeën. Ik ga Travis Scott ontmoeten, stelde ik mezelf al voor, compleet het spoor bijster. Religieuzen hebben me meerdere malen proberen te overtuigen dat je God kan ontmoeten, áls je er maar in gelooft. Ik besloot er dus maar in te geloven. “Een interviewtje valt wel te regelen toch?”, vroeg ik iemand van 2K enkele uren voordat de show begon. “Wat denk je zelf?”, was het antwoord. Maar natuurlijk! Daarom ben ik toch hier?
Maar een evenement waar voornamelijk gamers op af komen heeft niet per se iets weg van de poorten van de hemel. Je komt er in dit geval het volgende tegen: heel veel mannen met shirtjes van de LA Lakers of Chicago Bulls die nooit een ander basketbalveld hebben gezien dan die op hun Xbox. Daarnaast wordt er een blik instagram-modellen geopend om de verhoudingen wat gelijk te trekken. Ook vind je als je goed kijkt een kleine gast met een oversized riem op z’n schouder genaamd HipHopGamer, omsingeld door genoeg liflafjes om een dwergstaat mee te voeren. Maar bovenal: heel veel mensen die zeer hun best doen vooraan het podium te staan zonder dat ze weten wie er komt spelen. Want, wat bleek: niemand in de zaal wist verder dan Travis Scott een verschijning zou maken. Ik zou liegen als ik me daardoor niet ietsje beter en meer verbonden voelde met Travis dan de rest.
De waanzinnige gezichten, zoals hierboven vastgelegd, hadden dan ook wat weg van discipelen die plotseling oog in oog komen te staan met hun maker. Zonder hekken of zichtbare beveiliging, had dit in een grimmiger parallel universum geëindigd in een bloederig tafereel waarbij de gelovigen hun Vader uit elkaar hadden getrokken omdat ze het simpelweg niet konden bevatten. Gelukkig niets daarvan op deze avond. Travis Scott stond nog geen meter van ons verwijderd; zijn stem hoorbaar onder de dikke laag autotune, de zweetdruppels aan zijn oren zichtbaar, en de intense blik in zijn ogen voelbaar toen hij iedereen opdroeg beter z’n best te doen in de moshpit.
Met Astroworld nog maar zo kort uit liet ik bijna – mochten mijn emoties niet uitgevlakt zijn door cocktails – een traantje bij het live horen van Sicko Mode, Stargazing en Butterfly Effect. De drang van Travis om meer te doen dan over een bandje rappen, het podium van het formaat dorpsfeest, de broederschap die uiteindelijk ontstond in de pit, en het idee dat dochterlief Stormi achter de coulissen zat te wachten tot papa klaar was met ons zegenen, maakte het een van de betere Amerikaanse hiphopshows die ik ooit heb gezien. Het doel, Travis Scott ontmoeten, werd nog niet verwezenlijkt, maar ik zweer dat zijn arm de mijne raakte tijdens het springen op Antidote.
Dat laatste maakte mij na het concert hebzuchtig. Terwijl de bus terug naar het hotel ingeladen werd, vond ik op de grond een glimmende All Access Pass; een duur woord voor een kaartje waarmee je een tassenberging, het conciërgehok en de kantine voor het personeel in mag. Meer vond ik er ook niet. Geen Travis, geen Kylie Jenner die mij cosmetische producten probeert aan te smeren, en – buiten die waanzinnige show – dus geen spirituele verlichting.
Dat Travis me heeft aangeraakt (of ik hem, het is maar hoe je het bekijkt) liet dus ook zien hoe ver ik van hem afsta. Gelukkig heb ik meer nodig dan dat om te voelen dat ik ‘besta’, het adoreren van een ster zou ook niet verder moeten gaan dan het halve aantal Nederlandse Spotify-streams in je eentje opeisen. Misschien wat zelfkastijding hier en daar wanneer hij te lang op nieuw materiaal laat wachten, maar laten we in godsnaam verder gewoon nuchter blijven als het om artiesten en onze plaats binnen hun zelfgecreëerde wereld gaat.
Volg Noisey op Facebook , Instagram en Twitter .