Tips voor het tumultueuze leven dat op je wacht na de kunstacademie

Om de zoveel tijd schrijft kunstenaar Jan Hoek over kunst en alles wat daarbij komt kijken. Dit keer geeft hij advies aan eenieder die net de kunstacademie heeft verlaten, en vervolgens heen en weer gezwiept wordt tussen de angst om voor altijd barista te zijn en stiekeme dromen om tóch nog een solo-expositie in het MoMa te krijgen.

Het meest deprimerende wat ik hoorde toen ik net klaar was met de Rietveld, was iemand die tegen me zei: “O, je bedoelt dat je de barista-academy hebt gedaan?” Ik keek hem niet-begrijpend aan, waarop hij het even uitlegde. “Negentig procent van alle mensen die de kunstacademie hebben gedaan, zetten uiteindelijk gewoon koffie in een hippe koffiebar. Waarom denk je dat dat voor jou anders gaat zijn?”

Videos by VICE

Nu is deze jongen natuurlijk wel verdiend gestorven nadat ik die avond een voodoopoppetje van hem in de kooi van mijn twee bloeddorstige gemuteerde ratten wierp, maar toch: zijn opmerking raakt wel precies de angst van iedereen die net klaar is met de academie.

Het kunstonderwijs is namelijk nog een veilige plek. Je hebt een klas, en bent er net als al je andere klasgenoten van overtuigd dat je ooit de nieuwe Mondriaan gaat worden. Je leeft financieel zorgeloos van je stufi. Er is een structuur van lessen en beoordelingen die ervoor zorgt dat je braaf werk blijft produceren. Je hebt altijd docenten binnen bereik die, zelfs als je besluit je oude kindertekeningen mee te nemen en als nieuw werk te presenteren, bereid zijn die uitgebreid van goedbedoeld advies te voorzien. Tot zover geen vuiltje aan de lucht.

Eenmaal afgestudeerd gelden al deze dingen niet meer. Je staat er opeens helemaal alleen voor, je hebt een studieschuld van 40.000 euro en al je klasgenoten met wie je ooit nog eens zo eensgezind de wereld ging bestormen zijn veranderd in potentiële rivalen. Je houdt hun Facebook nauwlettend in de gaten, om te kijken of zij wél al gevraagd zijn voor een coole tentoonstelling die zijn of haar carrière in de kunstwereld op stormachtige wijze weet te lanceren.

Nu denk ik dat je erin moet berusten dat het jaar na je afstuderen niet het leukste jaar van de wereld gaat worden. Het zal een jaar zijn vol onzekerheid, afgunst, hoop, hoop die valse hoop blijkt te zijn en geldgebrek. Over een aantal jaar zal alles makkelijker zijn: of je bent erin geslaagd jezelf in je onderhoud te voorzien door de kunst die je maakt (gefeliciteerd!) of je bent iets heel anders gaan doen en runt nu een succesvolle pizzeria in Amstelveen (gefeliciteerd!) of het is nog steeds afzien maar je bent inmiddels gewend aan een leven vol afzien (gefeliciteerd!).

Ik kan niet echt advies geven dat je de garantie geeft dat je dit jaar toch gelukkig gaat worden (al zijn er tegenwoordig wel echt hele goede antidepressiva op de markt), maar ik hoop dat je er met deze tips in ieder geval het beste van kunt maken.

Neem geen tussenjaar!

Veel net afgestudeerden die ik ken waren na vier jaar kunstonderwijs zo moe van het nadenken over kunst dat ze besloten even een ‘break’ te nemen, om vervolgens een jaar lang appels te plukken in Australië. Absoluut de manier om een leuk en zorgeloos jaar te hebben, maar met ‘leuk en zorgeloos’ win je de oorlog niet. De oorlog winnen houdt hier in: geen barista worden.

Juist na je eindexamenjaar moet je alles doen wat er maar op je pad komt. Tentoonstellingen in de vaagste uithoeken van het land, tentoonstellingen in musea die jou nog geen stuiver betalen, groepstentoonstellingen met die klasgenoot die zo uit z’n mond stonk dat je hoopte daar voor altijd vanaf te zijn. Je moet zorgen dat je gezien wordt en de curatoren jouw naam als ‘opkomend talent’ in hun notitieboekje schrijven.

De meeste mensen die ik ken die een tussenjaar namen, kwamen er vervolgens nooit meer tussen, waardoor dat tussenjaartje een tussen-altijdje werd.

leven na kunstacademie
Met een leuk en zorgeloos tussenjaar win je de oorlog niet. Foto via Flickr-gebruiker northwest3.

Pas op met ‘slechte galeries’

Overigens moet je wel oppassen met ‘slechte’ galeries die je willen vertegenwoordigen, want eenmaal bij een slechte galerie krijg je nooit meer een goede. Dat is voor veel ‘goede’ galeries toch een beetje alsof je fout bent geweest in de oorlog. Er is overigens een heel simpel ezelsbruggetje om erachter te komen wat gezien wordt als een goede en wat als een slechte: kijk of een galerie op Art Rotterdam staat. Zo ja, ‘goed’, zo nee, helaas! Kortom: een erg sympathieke wereld die galeriewereld!

Doe wat geestdodend werk voor keiharde knaken, maar niet te veel

Wel of geen baantje nemen, dat is voor iedereen de grootste worsteling. Want een baantje nemen houdt in dat je misschien geen tijd meer hebt om kunst te maken, maar zonder baantje ga je dood omdat je geen eten kunt kopen. Volgens mij is de oplossing heel simpel: zorg dat je een paar dagen per week voor geld werkt (ik ging zelf bijvoorbeeld in een sekswinkel werken), maar dat je de andere dagen echt gedisciplineerd actief blijft met het maken van werk. Je zult arm zijn en oververmoeid, maar helaas: het is de enige manier om niet aan een hongerdood te sterven en toch aan de weg te timmeren (met ‘de weg’ bedoel ik het helse pad gemaakt van onzekere kindertranen dat je moet bewandelen om een succesvol kunstenaar te worden).

Weet dat mensen niet altijd gelijk tegen je zeggen dat je een briljant kunstenaar bent

Wees niet te obsessief in je wens dat alles allemaal direct moet lukken. Bij mijn eigen eindexamenshow had ik bijvoorbeeld het gevoel dat de galeriehouders in mijn ruimte zouden moeten vechten om mij een contract aan te bieden, omdat het anders nooit meer zou gebeuren.

De realiteit is echter dat curatoren en andere belangrijke kunstmensen die je werk zien en goed vinden, dat helemaal niet tegen jou zeggen. Stilletjes zullen ze een aantekening maken in hun opschrijfboekje, en soms pas jaren later zullen ze je vragen voor die tentoonstelling waar je al zo lang van droomde. Geduld dus jongens, geduld.

Blijf ploeteren, zweten, afzien, maken, mislukken, huilen en doorgaan

Het kan ook zijn dat mensen je afstudeershow echt niet zo goed vonden omdat het nou eenmaal nog niet echt goed was. Niet getreurd! Ik ken mensen die na hun academie rustig tien jaar in een kledingwinkel bleven werken en in het weekend stiekem schilderijen bleven maken. Pas na tien jaar, net toen iedereen dacht dat ze voor eeuwig winkelmeisje of jongen zouden blijven, werden ze toch ontdekt en gingen hun schilderijen opeens als warme broodjes over de toonbank.

Oké, dit is eigenlijk het verhaal van maar één iemand die ik ken, en het gebeurt eigenlijk nauwelijks, maar het verhaal geeft in ieder geval hoop!

Besef dat je ook weer niet sterft als je toch besluit dat kunstenaar zijn het niet helemaal voor jou is

Als blijkt dat je kunst maken eigenlijk echt niet leuk vindt, hou er dan mee op. Het kan natuurlijk zijn dat je het op school wel leuk vond, zo gezellig met een klas genietend van het knutselclubgevoel, maar dat je het helemaal alleen in de grotemensenwereld niet leuk meer vindt. Geen leraren met wie je je werk kan bespreken, geen klasgenoten om mee te keten. Je probeert het nog een jaar, maar waar je vroeger blijdschap haalde uit het maken van kunst, maakt het nu enkel dat je wanhopig uit het raam staart en droomt van een leven als dakdekker.

Stop jezelf te martelen! Het is niet het ergste van de wereld als je geen kunstenaar wordt – voorlopig hebben de musea in de wereld geen schreeuwend tekort aan kunst om hun zalen mee vol te krijgen. Misschien heb je wel de academie gedaan om er uiteindelijk achter te komen dat je liever steward wordt of paaldanser of fulltime baby-oppas, of waarom ook niet, barista. En uiteindelijk zal je wel iets van de vrijheid van denken die je hebt geleerd op de kunstacademie meenemen naar je nieuwe baan, waardoor je een veel betere/creatievere steward/paaldanser/baby-oppas/barista zult worden. Het is allemaal oké, doe waar je gelukkig van wordt. (EN JA IK KLINK ALS DR. PHIL, MAAR IK VIND HEM TOEVALLIG EEN HEEL INSPIREREND IEMAND)

Blijf de familieband met je klas koesteren

Het kan zijn dat je na het afstuderen plots het gevoel hebt dat de altijd zo vanzelfsprekende saamhorigheid opeens is verdwenen. Dat je jaloers bent op elkaar, dat de mensen die het niet gehaald hebben als kunstenaar zich schamen voor hun thuiszorgbaantje. Dat de succesvolle mensen uit je klas niet durven te vertellen dat ze een solo krijgen in Los Angeles omdat ze bang zijn dat de rest jaloers wordt. En dat door al deze dingen de altijd bijzondere gezellige dierenthema-kookavonden (och, die eierpoppetjes in de vorm van een T. rex!) opeens ophielden te bestaan.

Uiteindelijk is het familiegevoel dat je nou eenmaal opbouwt als je vier jaar lang samen de kunstacademie doet, veel belangrijker dan of je wel of geen succes hebt daarna.

Wees niet te bang voor alle geheime regels van de kunstwereld.

Net afgestudeerd zijn is soms afgrijselijk eng, omdat je het gevoel hebt dat je opeens in een systeem gedropt wordt vol ondoorgrondelijke codes en wetten die je nooit op de academie hebt geleerd. Hoe weet je wanneer een galerie ‘goed’ of ‘slecht’ is? Is het gênant om mee te doen met Kunstmaand Ameland? Verloochen je jezelf als je gevraagd wordt een werk in opdracht te maken voor het autobedrijf van je vader?

Nu zijn er wel bepaalde galeries die zo slecht zijn dat als je eenmaal in hun stal zit, je waarschijnlijk nooit meer bij een goede terecht zal komen, maar toch wil ik je vooral aanraden niet te veel verslonden te worden door wat in de kunstwereld aanzien heeft en wat niet.

Het meest inspirerende voorbeeld hiervan vind ik de heteroseksuele kunstenaar Taka Taka, die zo geen zin had om mee te doen met het spel wie in de witste white cubes weet te hangen (lees hier een artikel van iemand die daar ook doodmoe van is), dat hij besloot zich helemaal te richten op performancekunst in een homoseksclub, om daar zowel zelf acts te doen als er avonden te cureren.

Iemand die zo erg zijn eigen regels maakt en volgt, die komt er wel uiteindelijk.

Een behoorlijk witte white cube. Foto via Pixabay-gebruiker fishopen770.

De ALLERBELANGRIJKSTE vraag van de wereld: wel of niet op social media gaan?

Dan hebben we nog de vraag of je wel of niet al je werk op Instagram moet zetten en wel of geen LinkedIn moet nemen om een plekje in de kunstwereld te veroveren. Om met het laatste te beginnen: nee, natuurlijk neem je geen LinkedIn, je bent toch geen veertigjarige financiëringsconsult uit Apeldoorn, of wel soms?

Instagram zou ik dan weer wel doen. De kans dat je ontdekt wordt door de mensen die nu machtig zijn in de kunst via Insta is vrij klein – die zijn allemaal in de vijftig en snappen net hoe je Museum Voorlinden moet volgen en dan houdt het ook wel een beetje op. Maar voor jonge mensen is Instagram wel de manier om talent te ontdekken en jonge mensen zijn de belangrijke kunstmensen van de toekomst.