De kolonisatie van Congo blijft een recente gebeurtenis in de ogen van de geschiedenis. De 10 miljoen doden en daden, een schatting van historicus Adam Hochschild, onder het regime van koning Leopold II waren zo wreed dat ze de dag van vandaag nog steeds sporen nalaten.
Dit is het slot van het boek Colonial Tales, Trails and Traces (Luster Publishing), waarin Nicholas Lewis uitlegt hoe het discours van koloniale propaganda nog steeds voelbaar is in de hedendaagse Belgische samenleving. De brute praktijken ten opzichte van de Congolese bevolking en zwarte mensen zijn over het algemeen te talrijk en specifiek om te negeren, aan de kant te schuiven of te beschouwen als geïsoleerde incidenten. Volgens Lewis vinden deze discriminaties hun oorsprong in stereotypen die teruggrijpen naar het koloniale tijdperk.
Videos by VICE
Hoewel het in België nog steeds een delicate zaak is om een gesprek te starten over (de)kolonisatie – de kwestie van het weghalen van beelden van de kolonisator-koning is een perfect voorbeeld hiervan – hoopt Lewis met Colonial Tales, Trails and Traces de openbare ruimtes van Brussel – waar monumenten en straten niet per toeval bestaan en men een criminele en revisionistische herziening van de geschiedenis te bespeuren valt – bloot te leggen.
Via foto’s en teksten toont het boek deze zichtbare sporen van racistische koloniale personages en mythen aan de lezer. Het boek bevat ook werken van Laura Nsengiyumva over zelfverdediging en verzetshoudingen, Véronique Clette-Gakuba over een weg naar zwarte sociologie, Georgine Dibua Mbombo over discriminatie in de herdenking van het verleden, François Makanga over een intergenerationele overdrager van de geschiedenis te zijn en Anne Wetsi Mpoma over de nood om museums en culturele huizen te dekoloniseren.
De uitleg van de foto’s die je hieronder ziet komen van het boek en zijn daar gedetailleerd terug te vinden. Het boek is te koop op de website van de uitgever.
De tuinen van de koning van Ixelles waren oorspronkelijk een terrein als geschenk van Leopold II aan Brussel. Zijn evenbeeld hier in 1969 toont aan hoe koppig enkele neo-koloniale politieke kringen zijn in het rehabiliteren van zijn beeld met een misleidend narratief dat de koning in een positie zet van een simpele, welbedoelde filantropist. Foto van Philippe Braquenier De Grand Eldorado-zaal in het UGC De Brouckère cinema zit vol iconologie, vooral in de muurschilderingen. De zaal werd gebouwd in de jaren ‘30 en wijst erop hoe koloniaal symbolisme belangrijk was in het rechtvaardigen van koloniale veroveringen, maar het werd ook gebruikt als een marketingtool voor bedrijven die wilden verdienen op de koloniale trots van het interbellum. Foto van Philippe Braquenier
Met zijn fresco bij Porte de Namur stelt hedendaagse congolese kunstenaar Chéri Samba op een ironische wijze de discriminerende discoursen waarmee de congolese diaspora en België vandaag nog steeds mee worden geconfronteerd aan de kaak. Foto van Philippe BraquenierHet stereotype beeld van een boogschutter, ingehuldigd in 1962 – overdreven spieren, dreigende blik, suggererende pose en een intimiderende houding – was een hulpmiddel om het koloniale basisidee van de congolezen als primitieven in behoefte aan beschaving te versterken. Foto van Philippe Braquenier
Dit archiefbeeld is een luchtfoto van een kopermijn in de mijnersunie van Haut-Katanga. Het bekritiseert het winstmakend karakter van de activiteiten van het Belgische bedrijf Umicore, waar de congolese bevolking pijn, trauma en dood aan overhouden. Foto van HP. 1956.15.13240, MRAC TERVUREN COLLECTION; PHOTO C. LAMOTE (INFORCONGO), 1950.Neergezet in 1895, “Nègres marrons surpris par des chiens” (bruine negers verrast door honden), blijft een van de meest allegorische en wrede monumenten in Brussel waarmee het in marmer een gefabriceerd beeld optekent van een zwarte man als een beestachtig, quasi-dierlijk en sub-menselijke wezen. Foto van Philippe Braquenier
Het beeld van de luipaardman – te bezichtigen in de beeldengalerij ‘stored away’ van het Afrikamuseum – moet gezien worden als een visuele voorstelling met een dehumaniserende bedoeling die zozeer tot de verbeelding van het Belgische onderbewustzijn sprak dat het zelfs opdook in Hergé’s “Kuifje in Congo” (Tintin au Congo), wat in recente jaren onderhevig was aan stevige kritiek. Foto van Philippe BraquenierHet rondpunt in het Afrikamuseum illustreert de poging tot dekolonisatie van het museum en hoe enkele van diens meest gewelddadige allegorieën uit te roeien werd gehinderd door de bureaucratie. Desondanks hun onmiskenbare racisme, werden de beelden die het rondpunt omringen niet weggehaald toen het museum in 2018 opnieuw openging, wat zowel zorgde voor een hevige openbare verontwaardiging als ook een officiële terechtwijzing van de VN. Foto van Philippe BraquenierDit archiefbeeld toont een van de “congolese dorpen” die werden opgericht tijdens de internationale Brusselse tentoonstelling in 1897 op de oevers van de rivier in het Tervuren park. Op deze foto wandelen bezoekers door het dorp van Vader van Impe die trots zijn verwezenlijkingen tentoonstelt. Van Impe was een Belgische missionaris die 60 congolese kinder had meegenomen om ze een Europese opvoeding te geven. Foto van Philippe Braquenier