Scholen mogen meer tijd besteden aan het lesgeven in een andere taal. Bovendien mogen ze daar bij jongere kinderen mee beginnen. Vorige week presenteerde staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker een plan aan de Tweede Kamer, waarin hij een wetswijziging voorstelt die dit mogelijk maakt. Is dat nuttig? Ja, best wel.
Mensen die meer talen goed spreken hebben namelijk een aantal mentale voordelen ten opzichte van mensen die maar in één taal vloeiend zijn. Tweetalige hersenen zijn wat handiger.
Videos by VICE
Als tweetalige mensen een woord horen, zoeken ze continue in de interne woordenboeken van beide talen naar een woord dat erop lijkt. De activatie van beide taalsystemen gaat automatisch; hersenen zoeken dus ook in je Engelse woordenboek in situaties waarin je met Nederlands volledig uit de voeten zou kunnen. Hersenfuncties zoals aandacht en onderdrukkende processen zorgen voor een goede balans tussen de twee tegelijk actieve taalsystemen.
Tweetalige mensen blijken dan ook beter te zijn in gedachteprocessen waarbij conflictmanagement nodig is, in de zin dat één soort binnenkomende informatie moet worden genegeerd terwijl andere, relevantere informatie juist extra aandacht krijgt. Ze houden beter overzicht, zijn minder afgeleid. Dit komt ook van pas wanneer je hersenen moeten schakelen tussen verschillende activiteiten. Tweetalige mensen zijn hier behendiger in dan mensen die maar één taal kennen.
De voordelen gaan trouwens verder dan taalverwerking: tweetalige mensen kunnen ook beter geluiden onderscheiden wanneer er herrie op de achtergrond is. Hierdoor kunnen ze waarschijnlijk beter leren, ondanks eventuele afleidende factoren. Dit verklaart mogelijk ook waarom het voor tweetalige volwassenen gemakkelijker is om een derde taal te leren dan om op latere leeftijd een tweede taal te leren. Het tweetalige brein kan de tweede taal onderdrukken en focussen op de nieuwe taal.
Op de lange termijn is tweetalig zijn ook de moeite waard: bij tweetalige oudjes lijken mentale functies minder achteruit te gaan, zelfs wanneer hun hersenen al tekenen van veroudering laten zien. Dementie blijft tweetalige mensen langer bespaard dan mensen die maar één taal spreken.
Zijn er dan helemaal geen nadelen? Misschien een kleintje: tweetalige mensen antwoorden iets trager in testjes waarbij ze objecten moeten benoemen. En ze, eh, hoe heet dat …, je weet wel, ‘t ligt op het puntje van mijn tong, ze, eh, komen vaker niet uit hun woorden. Overigens is er tegenwoordig wat discussie onder wetenschappers over of tweetaligen hier echt wel trager in zijn. Hoe dan ook, de schade valt nogal mee.
Het mooie is; voor al dit prettigs hoef je niet tweetalig te zijn opgevoed: mensen die pas op latere leeftijd een tweede taal leren plukken hier ook nog de vruchten van. Maar: hoe beter je een taal spreekt, des te groter de effecten. Eerder beginnen is ook gunstig: prima plan dus van Dekker.
Je moet de taal trouwens wel actief gebruiken – bankhangend Engelse series kijken is niet genoeg.