Emma Olson, ook bekend als Umfang, brengt morgen haar nieuwe album Symbolic Use of Light uit op Technicolour. De producer en dj heeft een deel van haar roem te danken aan haar legendarische livesets, terwijl ze maar een handjevol EP’s uitbracht op labels als 1080p. De muziek van Umfang kan je nooit echt rechttoe-rechtaan noemen, maar op deze plaat wisselt ze harde club-anthems af met meer melodische en emotionele nummers. De stevige baslijnen tegenover de ambientproducties vormen een contrast dat je nooit eerder hoorde bij de artiest.
Als dj stond ze meerdere malen in Berghain en deze zomer maakt Olson haar Dekmantel-debuut. Dit terwijl ze zich de laatste tijd voornamelijk bezighield met produceren en het opzetten van haar eigen clubavonden in New York. Ze is de medeoprichter van Discwoman, een platform dat vrouwen en niet-gender-conformerende artiesten vertegenwoordigt. Dit initiatief is ontstaan doordat bepaalde groepen over het hoofd worden gezien bij het vormen van line-ups. Samen met Frankie Decaiza Hutchinson en Christine McCharen-Tranhet wil Olson de representatie en diversiteit binnen de scene verbeteren.
Videos by VICE
Ik sprak Olson over haar nieuwe album, het activisme achter Discwoman en waarom ze haar eigen tracks liever niet in de club speelt.
THUMP: Hey Emma! Ik keek naar de titel van je album en vroeg mij af: hoe duister moet een club eigenlijk zijn?
Umfang: Ik houd echt van donkere clubs, wanneer ik zelf draai of er als bezoeker ben. Heftig licht van verschillende soorten lampen en kleuren zorgen vaak alleen maar voor afleiding bij het luisteren. De nacht is veel intenser qua gevoel dan overdag: als het licht is zijn mensen meer aan het kletsen en om zich heen aan het kijken, ‘s nachts kun je in een bijzondere sfeer komen. De duisternis biedt een soort toevluchtsoord.
Maar zit er dan geen betekenis achter je plaat, of de titel ervan?
Ik houd er niet van om mijn werk als intellectueel of elitair te presenteren, dus ik hang er geen onnodige betekenis aan. Het is gewoon een reflectie van mijn ideeën, een pure opname van een moment in mijn studio. Het is nu wel al een tijdje geleden dat ik bezig was met de productie van dit album, dat was vanaf vorige herfst tot ergens in december. Het is gek eigenlijk hoe er zoveel tijd overheen gaat tot iets echt uitkomt, daardoor voelt dit album als iets dat van heel lang geleden is. Nu ik er verder vanaf sta, denk ik dat ik de tracks mooier ben gaan vinden. Om eerlijk te zijn sta ik er nu zelfs een beetje versteld van dat ik toen zo geduldig was en zulke melodische en kalme muziek kon maken.
Vind je het door zo’n lang proces dan ook moeilijk om de tracks in de club te spelen voor een groep mensen?
Het grappige is dat ik mijn eigen nummers niet goed vind passen bij wat ik draai. Toen ik midden in het productieproces zat heb ik dat weleens geprobeerd, maar het werkt toch niet echt. Ik heb een paar dj-tools gemaakt voor mezelf, maar die zijn weer anders dan mijn stijl als producer. De dingen die ik uitbreng zijn persoonlijker, er zit meer van mijn eigen gevoel in. Vooral bij dit album hoor je dat terug, maar ik wil in de toekomst wel meer tracks produceren die ik vervolgens zelf kan draaien.
Naast dat je draait en produceert, ben je ook een van de drie breinen achter Discwoman. Komt het activisme achter dat label ook terug in je muziek?
Er schuilt een activistische visie achter techno, en dat komt voort uit de stroming Afrofuturism, waarin zwarte kunstenaars hun visie voor de toekomst tentoonstellen. Natuurlijk ben ik als wit persoon niet in de positie om me aan te sluiten bij deze beweging, maar ik denk dat je op andere manieren toch activistisch kan zijn. Dat kan al door bewust te zijn van je privileges en door uitgesproken en emotioneel te zijn over kwesties.
En hoe doen jullie dat als label?
Met Discwoman proberen we de activistische oorsprong die de basis vormde voor techno weer te belichten. Ik snap dat mensen zich er niet altijd bewust van zijn dat het verzet tegen raciale ongelijkheid essentieel was voor het ontstaan van techno, want alle grote namen van nu zijn niet per se de pioniers van toen. Om eerlijk te zijn heb ik me daar zelf ook in moeten verdiepen toen ik geïnteresseerd raakte in techno, maar ik vind het in deze tijd en in dit politieke klimaat erg belangrijk om de Afrikaans-Amerikaanse oorsprong te belichten.
Je bent zelf onderdeel van de cultuur waar je verandering in wil brengen. Hoe is dat eigenlijk?
Elektronische muziek wordt nog steeds gedomineerd door machocultuur. Aan de ene kant voelt het geweldig om toch onderdeel te zijn van een beweging waar je in eerste instantie niet echt werd toegelaten. Je eigen plek hierin vinden voelt als een hele prestatie. Aan de andere kant besefte ik me toen ik op dat punt was, dat ik niet per se onderdeel wil zijn van die machocultuur. Ik haal er meer voldoening uit om een eigen plek te creëren met de mensen die mij meteen verwelkomden. Zelf iets creëren in plaats van proberen een plek te veroveren voelt beter.
Hoe zie je het huidige politieke klimaat in de Verenigde Staten terug in de clubscene? En hoe vergelijk je het met wat je in Europa ziet?
Mensen in mijn omgeving hadden het altijd prima voor elkaar, maar nu worden zelfs de groepen die eerst redelijk bevoorrecht waren, geraakt door bepaalde maatregelen. Ik krijg in Europa vaak opmerkingen over de Verenigde Staten, maar weinig mensen in Europa kunnen zich voorstellen om niet voorzien te zijn van de essentiële basisbehoeftes. Ik zou willen dat buiten de Verenigde Staten meer geluisterd wordt naar hoe de situatie voor ons daadwerkelijk is. Slechts het bovenste topje van de witte bevolking heeft het nu écht goed en de rest van de bevolking gaat er aanzienlijk op achteruit.
En dit zie je ook terug in clubcultuur?
Wel, ik geloof dat er misschien een klein gelukje in het ongeluk zit: mensen worden wakker en zien het belang van actie ondernemen. Dit zorgt tegelijkertijd voor een nieuwe community en herleving van activisme. Als je in de Verenigde Staten naar een feest in het zuidwesten gaat, dan zie je hoe elektronische muziek een eenheid kan vormen. Mensen doen hun best elkaar weer omhoog te hijsen. De scene ging namelijk van een bloeiende economie naar een crisis. Vandaar dat er een soort terugkeer naar DIY-feesten te zien is, waarin iedereen moet samenwerken om iets tofs neer te zetten. Die crappy feestjes in pakhuizen hebben iets speciaals, iets puurs. Het idee van de DIY-feesten en de activistische communities is voor mij precies wat techno betekent.
‘Symbolic Use of Light’ komt vrijdag 16 juni uit op Technicolour.