Tech

De opmerkelijke comeback van het ouderwetse mobieltje

Mensen dumpen hun smartphones en kiezen voor eenvoudigere opties, alsof ze weer in de jaren nul leven. Waarom?
Daisy Jones
London, GB
oud mobieltje nokia
Gianni Muratore via Alamy Stock Photo

Eerder dit jaar publiceerde Supreme het langverwachte lookbook van hun herfst/wintercollectie van 2019. Zoals gebruikelijk stonden er een paar vreemde dingen tussen: een voodoopop, een maatbeker en champagneglazen. Maar hun collectie rood met zwarte mobieltjes trok deze keer de meeste aandacht. Op hun site worden de toestellen omschreven als “ontgrendelde 3G-telefoons met ingebouwde camera en dual-sim-compatibiliteit.” Het voelde als een bijzonder statement om deze telefoons aan hun doelgroep te presenteren, omdat dat juist de generatie is die altijd de allernieuwste smartphone wil hebben.

Advertentie

De Supreme-telefoon is niet het eerste ouderwetse mobieltje dat de afgelopen jaren op de markt kwam. In 2017 bracht Nokia een remake van de 3310 uit. Een woordvoerder van Carphone Warehouse beweerde destijds dat tien keer zoveel mensen de telefoon vooruit hadden besteld, in vergelijking met andere modellen. Een jaar later meldde Sky News dat de wereldwijde verkoop van ouderwetse mobieltjes met vijf procent was gestegen, terwijl de verkoop van smartphones slechts twee procent was gestegen. Dat lijkt misschien niet veel, maar het was wel de eerste keer in jaren dat de verkoop van de ouderwetse telefoons toenam. Willen mensen ineens massaal drugs gaan dealen, of is hier iets meer aan de hand?

Alice gebruikt haar iPhone al drie maanden niet meer. De 27-jarige muzikant uit Londen gebruikt nu de beruchte Nokia 8110, de ‘banaantelefoon’. Het toestel heeft een camera en WhatsApp, maar dat is het ook wel. Ze vertelt me dat ze haar beslissing maakte om verschillende redenen, die voornamelijk te maken hebben met dataprivacy en de manier waarop apps geld verdienen met onze interesses. “Je smartphone is een soort geheim dagboek, maar alles wordt geüpload naar de cloud en verkocht aan adverteerders,” zegt ze. “We hebben hier niet te maken met platforms die het beste met ons voor hebben. Het zijn kapitalistische entiteiten: ze vinden hun business het belangrijkst. We kunnen niet verwachten dat zij ineens in heiligen veranderen, dus wij moeten veranderen hoe we omgaan met technologie.”

Advertentie

Sinds ze haar Nokia gebruikt, voelt ze zich vrijer, leeft ze meer in het nu en is ze meer op haar gemak. Haar telefoon gebruikt niet meer haar persoonlijke leven om haar constant producten te verkopen. “Het voelt veiliger,” zegt ze. “Ik stort niet meer mijn hele hart uit tegen een apparaat dat mijn gegevens verzamelt. Als ik op social media wil, doe ik dat op mijn tablet, die ik thuislaat. Mijn telefoon is mijn persoonlijke shit. Ik voel me weer een sms’ende tiener. Niemand dacht toen-ie tiener was: oh, er leest iemand mee. Het gevoel dat je constant in de gaten wordt gehouden bestond niet. Ik denk dat ik daar steeds meer mee zat, totdat ik uiteindelijk dacht: waarom doe ik hier in godsnaam niet iets aan?

Voor Remi, een 25-jarige student uit Manchester, was de keuze om over te schakelen op een ouderwetse telefoon minder overwogen. “Ik kocht de babyblauwe Nokia 3310 toen-ie uitkwam, omdat ik ‘m cool vond en hij bij mijn jas paste,” zegt ze. “Ik wilde hem gebruiken voor festivals en tijdens mijn vakanties, maar toen ik dit jaar van Glastonbury terugkwam, bleef ik ‘m gewoon gebruiken. Toen ik weg was, besefte ik hoeveel ik bezig was met Insta en al die andere apps. Het voelde goed om dat even niet te doen. Ik dacht: waarom ga ik hier niet gewoon mee door? Ik hoef heus niet de hele tijd naar mijn telefoon te kijken. Ik kan ook dingen doen die me daadwerkelijk plezier geven.”

Zou Remi ooit weer een smartphone willen? “Ik zeg nooit nooit, maar op dit moment voel ik me fijn met mijn Nokia,” zegt ze. “Met mijn iPhone, die ik heb weggegeven aan een vriendin omdat de hare kapot was, voelde ik me altijd schuldig als ik niet op mensen reageerde. Ik checkte constant of ik nieuwe meldingen of likes had. Het voelde alsof mijn hersenen verstopt raakten. Ik kon me niet meer concentreren en maakte nooit af waar ik mee bezig was. Als ik weer een iPhone zou nemen, zou ik weer teruggaan naar die gemoedstoestand. Ik zou natuurlijk zo’n app kunnen gebruiken die je telefoongebruik beperkt, maar dat voelt zinloos, omdat ik nu dit toestel heb.”

Advertentie

In de afgelopen vijf jaar is er meer mainstream-aandacht gekomen voor dataprivacy en digitale gezondheid. Het schandaal van Cambridge Analytica onthulde hoe onze Facebook-likes Trump hebben geholpen de Amerikaanse verkiezingen te winnen, en voor een deel de Brexit hebben veroorzaakt. We weten dat werknemers van Apple tot eind augustus met onze Siri-opnames konden meeluisteren (en dat Apple-werknemers dat nu zullen doen). Microsoft-werknemers luisteren mee met Skype-gesprekken, Snapchat-werknemers hebben datatoegang misbruikt om gebruikers te bespioneren en Pornhub houdt onze intiemste fantasieën bij. We weten ook dat onze paranoia over externe partijen die meeluisteren met onze telefoongesprekken niet ongegrond is. We meldden vorig jaar al dat bepaalde apps toegang hebben tot onze microfoons, en daar ook gebruik van maken.

Nu zelfs je kleine broertje en tante Gerda waarschijnlijk The Great Hack op Netflix hebben gezien, is het logisch dat sommige mensen helemaal geen smartphones meer willen gebruiken. “In mijn sociale kringen gaat het vaak over digitale gezondheid en hoe we kunnen ontsnappen aan iets waarvoor we niet getekend hebben,” zegt Alice. “Het is een rare tijd. Iedereen is opnieuw aan het beoordelen wat en hoeveel ze ethisch gezien willen weggeven. Gegevens zijn het nieuwe olie – maar dan onbeperkt. We moeten de hoeveelheid veranderen die we aan de cyberwereld willen geven, want die zal alleen maar groter worden. We moeten een stap terug nemen om vooruit te kunnen gaan.”

Advertentie

Liam, een 19-jarige student in Londen, is het daarmee eens. Hij gebruikte de afgelopen drie jaar zowel een oude telefoon als een smartphone, maar de afgelopen paar maanden is hij vanwege privacykwesties vooral zijn oude telefoon gaan gebruiken. “Als ik iets googel op een ander apparaat, zoals mijn laptop, verschijnt er onmiddellijk een advertentie in mijn instagramfeed op mijn telefoon. Dat vind ik doodeng,” zegt hij. “Het maakt niet uit dat ik geen crimineel ben. Het gaat om toestemming en het gevoel dat je in de gaten wordt gehouden. Ik voel me een radertje in een kapitalistische machine waar ik geen controle over heb.”

Er valt veel te zeggen over apps en hun impact op onze geestelijke gezondheid – we hebben het hier al jaren over. Instagram verergert onze angsten en beïnvloedt onze gevoelens. Omdat we uren achtereen door tijdlijnen scrollen, hebben we minder tijd om dingen te doen die we daadwerkelijk leuk vinden. We hebben al heel lang een beladen relatie met de platforms die beweren dat ze ons meer met elkaar verbinden. Sommige mensen zijn er nu klaar mee en realiseren zich dat er andere opties zijn. “Ik dacht vroeger absoluut dat ik niet zonder mijn iPhone kon,” zegt Remi. “Maar het is niet waar. Je gaat gewoon door, maar dan zonder het gevoel dat er de hele tijd iets op je wacht in je broekzak.”

Het is moeilijk om te zeggen of ouderwetse mobieltjes echt van de grond zullen komen. Dit is tenslotte het tijdperk van TikTok. Voor elke persoon die zijn iPhone heeft ingeruild voor een oude baksteen waarmee je alleen ‘plezier ‘kunt hebben met

Snake

, zijn er honderden anderen die niet kunnen wachten op de nieuwste smartphone. Smartphones kunnen natuurlijk ook geweldig zijn – anders zouden we ze niet gebruiken. We kunnen er superscherpe foto’s mee nemen, memes naar elkaar sturen en eten thuis laten bezorgen. Maar we zouden volgens Alice een soort middenweg moeten vinden, zoals de incognitomodus gebruiken en apps installeren die je telefoongebruik beperken en de algoritmes uitschakelen. “Het gaat erom dat we veranderen hoe we met tech omgaan,” zegt ze. “We kunnen een middenweg vinden. We hoeven ons er niet bij neer te leggen dat onze gegevens constant worden verzameld.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE UK.