FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Een vrijgevochten vrouw die tegen de stroom ingaat is niet per definitie een feminist

Het ophemelen van beroemdheden als Lena Dunham en Hillary Clinton zorgt ervoor dat we eigenlijk alles wat een vrouw doet tot een feministische en daarom goede daad bestempelen.
FOTO VIA INSTAGRAM EN VIA FLICKR-GEBRUIKER KAKISSEL
FOTO VIA INSTAGRAM EN VIA FLICKR-GEBRUIKER KAKISSEL 

Er is een populaire quote die aan Virginia Woolf wordt toegeschreven: "Elke vrouw die de waarheid over haar leven vertelt is een feminist." Toen ik probeerde om erachter te komen waar deze tekst precies vandaan kwam, belandde ik in een oneindige drek van retweets, reblogs en repins van sierlijke letters in pastelkleuren. Ik zag de tekst voor het eerst in een tweet met een roze plaatje, op de tijdlijn van de Girlboss Foundation. Ik had genoeg non-fictie van Woolf gelezen om te weten dat hier iets niet klopte. In Three Guineas schreef ze het volgende over het woord 'feminist':

Advertentie

"Dat woord betekent volgens het woordenboek 'iemand die de rechten van vrouwen verdedigt'. Aangezien we het enige recht, het recht om geld te verdienen, al hebben gewonnen, heeft het woord geen betekenis meer. En een woord zonder betekenis is een dood woord, een corrupt woord."

Het is dus gek om Woolf zo'n brede, omslachtige interpretatie toe te schrijven, die het bovenstaande ook nog eens tegenspreekt. Maar ik begrijp wel waarom dit mensen in 2017 aanspreekt, nu je elk product en elke levensstijl aan kan grijpen om jezelf neer te zetten als merk; en als er één merk is dat het nu goed doet, is het feminisme. Waarschijnlijk is er gewoon iemand geweest die de quote heeft bedacht en er 'Virginia Woolf' onder heeft gegooid. Alsof dat een soort authentiek feministisch label is.

Het idee van 'elke vrouw die de waarheid spreekt over haar leven is een feminist', zet wel een hele lage standaard voor een activistische, politieke beweging. Al past de slogan wel bij de tijd waarin we leven; een tijd die vooral om onszelf draait. Volgens deze quote hoeft een feminist alleen maar over zichzelf te pratenom bij de beweging te horen. Niet alleen bedrijven (zoals Girlboss en Ellevest) concentreren zich speciaal op vrouwen, maar ook beroemde mensen hebben inmiddels door hoe makkelijk het is om feminist te worden: je hoeft het alleen maar over jezelf te hebben.

Deze simpele, sensationele versie van radicalisme wordt gesteund door Anne Hele Petersen in haar nieuwe boek Too Fat, Too Slutty, Too loud: The Rise and Reign of the Unruly Woman.

Advertentie

In een verzameling van tien essays over film, muziek, televisie, sport en politiek, behandelt het boek succesvolle personen die buiten de grenzen treden van wat doorgaans als 'correcte vrouwelijkheid' wordt beschouwd, en daar direct een label voor opgeplakt krijgen. Zo is Serena Williams te zwart en te sterk; Melissa McCarthy te dik; Lena Dunham te naakt; Nicki Minaj te sletterig – en zo zijn er nog een paar. Niemand kan ontkennen dat al deze vrouwen ontzettend succesvol zijn, maar de overdreven manier waarop Peterson het zondige gedrag van de vrouwen aanhaalt om het idee van subjectiviteit als een kenmerk van kracht te beschrijven, is niet sterk. Haar manier van denken laat zien dat de vooruitgang die we hebben gemaakt, weer verdwijnt – of deze in elk geval niet vergroot – door de grote horde die zichzelf feminist noemt. Die claims worden verpakt met woorden als 'vrijgevochtenheid' of 'tegendraadsheid', terwijl dat het juist helemaal niet is.

Het hoofdstuk Too Fat bevat een aantal essays waarin goed uitgewerkte beschrijvingen staan van een aantal carrières van verschillende vrouwen. Daarnaast wordt laten zien welke maatschappelijke normen vrouwen bestrijden en een beetje ombuigen, maar niet doorbreken. Deze case studies kunnen nogal langdradig zijn – er wordt bijvoorbeeld uitgebreid besproken waar de woorden 'charisma' en 'naakt' vandaan komen. Maar ze laten vooral duidelijk zien waar Petersens achtergrond ligt: mediastudies.

Advertentie

Aan de hand van een zorgvuldig uitgezette plotlijn laat ze zien hoe het voor haar onderwerpen lastig is om 'niet volgens de regels leven', hoe ze lawaaiig zijn of vies durven te zijn, gemeen of niet-opgeruimd, maar dat dit allemaal bemoeilijkt wordt omdat ze met hun niet-witte, niet-heteroseksuele, niet-dunne of niet-jonge lichaam meer risico's lopen. Het privilege dat mensen als Caitlyn Jenner en Melissa McCarthy genieten, die wel vrijgevochten zijn maar ook wit, wordt gespiegeld aan twee zwarte vrouwen: Serena Williams en Nicki Minaj.

Petersen haalt een quote aan uit een profiel van Williams uit de New York Times Magazine: "Het grote verschil tussen zwart succes en wit succes is dat wit succes bereikt wordt zonder tegen racisme te hoeven strijden." Ik kan me voorstellen dat je die zin nogmaals moet lezen. Maar Petersens poging om deze verschillende verhalen samen als argument te gebruiken voor een idee van 'collectieve zelfbeschikking', laat zien hoe zwak unruliness functioneert als paradigma voor maatschappelijke verandering. Blijkbaar hoort daar bijna elke vrouw bij die haar meest oppervlakkige gedrag ook maar een beetje aanpast, net als alle vrouwen die daar zonder dapper te zijn van profiteren.

Petersen ziet een toename van "het vrijgevochten feminisme" na de nederlaag van Hillary Clinton van afgelopen jaar. Volgens haar had het eigenlijk een "overwinning voor de vrouwen'' moeten worden, maar het was eerder het bewijs van "de terugslag die al jaren in aantocht was, omdat vrijgevochten vrouwen tegenwoordig het culturele landschap domineren."

Advertentie

Het is niet verbazingwekkend dat we een enorme groep aan luidruchtige, waarheidsprekende, brutale, sexy vrouwen hebben die we kunnen bejubelen op social media.

Om dat moment als een 'terugslag' te benaderen in plaats van als een gefaalde missie, impliceert dat de beweging zou werken – dat vrijgevochtenheid ons meer vrijheid heeft opgeleverd dan we vroeger hadden, en nu juist weer niet.

Niet alleen Petersen denkt er zo over: een hele groep feministische journalisten is het met haar eens – dat lees je bijvoorbeeld in Trainwreck: The Women We Love To Hate, Mock and Fear.. and Why van Sady Doyle, of in het artikel van Rebecca Traister, All the Single Ladies: Unmarried Women and the Rise of an Independent Nation.

Zoals Petersen zelf ook zegt toe: "Vrijgevochten vrouwen zijn er al sinds er grenzen bestaan voor wat zogenaamd acceptabel gedrag voor vrouwen zou zijn," dus dan bestaan ze al zo'n tweeduizend jaar. En toch, terwijl tegendraadse of vrijgevochten vrouwens nog nooit zo populair zijn geweest, worden de politieke winsten uit de meest radicale periodes uit de Amerikaanse geschiedenis teruggedraaid. De wereld van Petersens beroemdheden, waarbij vrouwen 'koninginnen' zijn die de controle over hun lichaam, veiligheid en toekomst hebben, is volgens Petersen "een constante herinnering aan het feit dat er een kloof is tussen waar we denken in te geloven en hoe we ons daadwerkelijk gedragen." En bij die kloof blijft Petersens aandacht hangen. In haar nogal stellige en uitgebreide analyse van het gedrag van beroemdheden, gebruikt ze de woorden 'radicaal' en 'activistisch' zo vaak, dat ze aan betekenis verliezen. Kim Kardashian heeft bijvoorbeeld vaak gezegd dat ze géén feminist is – we zouden naar haar kunnen luisteren, of is ze door dit te zeggen toch een feminist omdat ze haar eigen waarheid spreekt? Petersen beschrijft Kardashians keuze om alles rondom haar moeilijke zwangerschap te laten zien in haar televisieshow als "een manier om te laten zien hoe hard het werken is om vrouw te zijn". "Een toevallige activist is nog altijd een activist,'' vindt Petersen. Maar is dat zo? Heeft Kim Kardashian openlijk gepleit voor betaald zwangerschapsverlof of betere nazorg? Zullen kijkers door het zien van haar zwangerschap plots de barricade opgaan? Hoe zorgen deze tekenen van tegendraadsheid in culturele uitingen voor een beter leven voor "de vrijgevochten vrouwen die we om ons heen hebben in ons 'gewone' bestaan?" En wie zijn die vrouwen precies?

Dit is de belangrijkste vraag van Petersen uit haar boek: "De vrouwelijke beroemdheden zijn misschien wel populair, maar leidt hun sterrenstatus daadwerkelijk tot verandering in wat we 'acceptabel' vinden voor vrouwen wat betreft gedrag, lichaam en gewoon het vrouw-zijn?"

De auteur zegt dat het antwoord op deze vraag onduidelijk blijft, maar mijn conclusie is een ferme 'nee'. Dit is nergens zo duidelijk zichtbaar als bij het kader van tegendraadsheid rondom Hillary Clinton. Petersens geschiedenisles over Clintons carrière laat haar leven in compromissen zien – hoe ze haar meisjesnaam veranderde toen ze zag dat het Bill Clintons succes in de weg stond, hoe ze zachter werd als First Lady en vervolgens harder toen ze zelf de politiek inging. Clinton bleef op de een of andere manier vrijgevochten volgens Petersen, simpelweg door "dezelfde houding, macht en aandacht te genereren als een man" – en opeens zijn de begrensde regels van wat vrijgevochten is, glashelder.

Het is niet verbazingwekkend dat we een enorme groep aan luidruchtige, waarheidsprekende, brutale, sexy vrouwen hebben die we kunnen bejubelen op social media. Maar onze liefde voor hen heeft ons politiek gezien niet geholpen. Als vrijgevochten zijn uiteindelijk betekent dat "macht, je figuur en aandacht" samenkomen, dan kan het logisch gezien niet ook een ideologie zijn die ons zal helpen om gelijkheid te bereiken. De vrouwen in Too Fat, Too Slutty, Too Loudzijn heel veel van heel veel dingen, maar wat ze zeker niet zijn is te arm. Misschien ooit wel, maar nu niet meer. Dit is de ongemakkelijke waarheid die Petersens werk, en veel ander werk, niet behandelt: hoe ras, genderidentiteit, seksualiteit, leeftijd en het lichaam essentieel zijn voor het kapitalistische systeem dat we met onze toekomst aan de haal laten gaan. En hoewel het kort aan bod komt, behandelt het boek ook nooit echt hoe witte vrouwen feminisme hebben gedomineerd, terwijl steeds meer mensen zich ermee gingen identificeren. Hoe kan het anders zo zijn dat vrouwen als Megyn Kelly en Marie Antoinette vrijgevochten of tegendraads zijn, volgens Petersen? Als je per ongeluk activistisch kan zijn en als vrijgevochten van alles kan betekenen – van het becommentariëren van racistische opmerkingen op een tennisbaan, tot het aansluiten bij een geheime facebookgroep – dan vergeten we wie de echte kwetsbaren zijn en hoe tegendraadsheid er daadwerkelijk uitziet. Ik wil hier wel aan toevoegen dat ik de behoefte snap om het politieke met de consumptiecultuur te vermengen, omdat ik dit net zo goed doe. Terwijl ik dit artikel schrijf, luister ik naar Katy Perry's en Nicki Minaj's liedje Swish, Swish. Het lijkt op het nummer Truffle Butter van Minaj – dat weet ik omdat ik graag en vaak naar haar luister. Het is veel makkelijker om onze ondermijnende ideeën de schuld te geven van de cultuur waarin we leven – wat we eten, dragen, luisteren, eten en kijken – dan te bedenken wat er ná representatie komt, wat we wellicht moeten opgeven of waar we iets minder van zouden moeten houden om de wereld een beetje beter te maken. "Amerika voelt voor veel mensen onveilig," schrijft Petersen. "Tegen de stroom ingaan – in activisme, gedrag, representatie of taal – voelt urgenter dan ooit." Dit sentiment en de vele gesprekken onder mainstream feministen lijken bij te dragen aan een armzalige manier van denken over vrouwen en vooruitgang. Het zou logischer zijn dat er verandering ontstaat door onze aandacht te verschuiven, door ons verzet op verschillende manieren in te zetten. Virginia Woolf verwierp het woord feminist om een aantal redenen, waarvan sommige uit eigenbelang, maar in Three Guineas ziet ze in dat gelijkwaardigheid alleen op een traditionele mannelijke manier te behalen is: "Het recht om geld te verdienen." Tegen alle mannen in Engeland zegt ze: "Het is zowel rationeel als emotioneel gezien onmogelijk en verkeerd dat wij ons aan jullie manier van leven moeten houden. Om aan die standaarden te voldoen, moeten we jullie identiteit aanmeten; we moeten blijven volgen en herhalen, totdat het een oude versleten routine wordt – zoals een grammofoon waarvan de naald blijft hangen op dezelfde intolerante eentonigheid." Ik stel me voor hoe ze dit vandaag de dag zou hebben opgeschreven: "… zoals een iPhone waarvan de thuisknop blijft hangen en je feed maar blijft scrollen langs een eindeloze stroom van hetzelfde."