FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Ongemakkelijke vragen over... De Tweede Wereldoorlog

In deze nieuwe rubriek stellen we vragen die een beetje ongemakkelijk zijn om te stellen, maar waarop we het antwoord graag willen weten.

We hebben een nieuwe rubriek! In Ongemakkelijke vragen over… stellen we maandelijks ongemakkelijke vragen over onderwerpen die wat gevoelig kunnen liggen. Vragen die we eigenlijk niet goed durven te stellen, maar waarop we het antwoord wel willen weten. In de eerste editie: de Tweede Wereldoorlog. Wie kent de Tweede Wereldoorlog niet? Alom gezien als de zwartste bladzijde in onze vaderlandse geschiedenis, en dus een prima onderwerp om elk jaar rond deze tijd op terug te blijven komen. Deze vijf vragen zijn wat ongemakkelijk, de antwoorden gelukkig niet altijd.

Advertentie

1. Welke oorlogsmisdaden hebben onze bevrijders begaan?
De bombardementen op Hamburg (40.000 doden) en Dresden (25.000) zijn bekende voorbeelden. Hoewel de Amerikanen en Britten nog altijd collectief als helden worden gezien, waren er genoeg twijfelachtige episodes in hun bevrijdingstocht. Neem alleen al de slachting van Biscari, Italië: toen de opmars van de geallieerden stokte werden 73 ongewapende Duitse en Italiaanse krijgsgevangenen er koelbloedig geëxecuteerd. In elke stad achter de Belgische frontlinie waar de geallieerde troepen gestationeerd waren, werd gedronken, geroofd, geplunderd, en verkracht. De Amerikaanse historicus William I. Hitchcock toont in The Bitter Road to Freedom aan dat na de bevrijding van Brussel er vrijwel iedere dag een klacht werd ingediend tegen de soldaten – voor het vernielen van meubilair, het slopen van cafés en vechten op straat, tot aan zaken zoals plundering en verkrachting. De Amerikaanse socioloog Robert J. Lily rekende uit dat tijdens de oorlog minstens 14.000 vrouwen slachtoffer werden van gewelddadig wellustige Amerikaanse soldaten.

Van de hele Tweede Wereldoorlog is D-Day misschien wel het bekendste symbool van de heldhaftige bevrijding. Maar voor de bevolking van Normandië begon op 6 juni 1944 wellicht een van de meest dodelijke periodes van de hele oorlog. Hun steden werden verwoest en ongeveer twintigduizend burgers lieten het leven. Op D-Day zelf kwamen er net zoveel Franse burgers om als Amerikaanse soldaten (3.000). Volgens de Britse historicus Antony Beevor ligt D-Day daardoor wellicht dichter tegen een oorlogsmisdaad aan dan tegen een heroïsche bevrijdingstocht.

Advertentie

Het onderscheid tussen een oorlogsmisdaad en “jammerlijke maar noodzakelijke burgerslachtoffers” is een discussie die we hier niet kunnen voeren. Maar een vaak genoemde misdaad is de behandeling van Duitsers in de eerste jaren na de oorlog.  Vooral de beperkte voedselvoorziening was een bron van ellende. In 1945 en 1946 was er nauwelijks eten voor de net bezette Duitsers. Voedselhulp van het Rode Kruis werd tegengehouden en krijgsgevangenen kregen bewust te weinig te eten. Het idee was dat Duitsers het het slechtst van alle Europeanen zouden moeten hebben. Daarom werd uitgegaan van een caloriehoeveelheid die lag op een niveau waarbij de Duitsers chronisch honger hadden. De Amerikaanse militaire ondergouverneur Lucius Clay zei: "I feel that the Germans should suffer from hunger and from cold as I believe such suffering is necessary to make them realize the consequences of a war which they caused.” Maar, zo zei hij ook, grote hongersnoden waren nou ook weer niet de bedoeling. Nazipraktijken waren het niet, maar ook de bevrijders waren niet zonder zonde.

2. Hebben Josef Mengele’s experimenten op Joden wetenschappelijke inzichten opgeleverd?
Josef Mengele werd ook wel de Engel des Doods genoemd. Tijdens de oorlog hield hij talloze experimenten op gevangenen in naam van de medische wetenschap en ter meerdere eer en glorie van het Duitse Rijk. Hij sneed levende zwangere vrouwen open, naaide tweelingen aan elkaar, stopte mensen in cabines om vervolgens de luchtdruk weg te halen, testte fosfor op de armen van mensen, gaf ze malaria, vergiftigde ze, ga maar door. Het doel was om te kijken wat het met de mensen zou doen, en of er behandelmethodes konden worden gevonden. De daden werden gerationaliseerd door de Joden te zien als untermenschen en ze doodmaken werd beschouwd als een nationalistische plicht. Bovendien zag Mengele zichzelf als een medisch genie. Los van de absolute gruwelijkheid van de experimenten, waren ze ook nog eens zinloos: Mengele was geen medisch genie. Hij had geen kaas gegeten van de wetenschappelijke methode en dus leverde zijn onderzoek nutteloze data op. In het geval van onderzoek naar onderkoeling – drie uur lang moesten zijn slachtoffers in een ijsbad zitten – sjoemelde hij met resultaten en ging hij ongestructureerd te werk. Het gebruikelijke medische jargon ontbrak bij het noteren van zijn onderzoeksresultaten, bloeddrukken en hartritmes werden slecht bijgehouden. Effecten van het ijskoude water op het hartritme werden niet eens goed gedetecteerd.

Advertentie

Het antwoord op de ongemakkelijke vraag is dat het onderzoek naar onderkoeling meer dan 45 keer geciteerd is tot de jaren tachtig. Dat klinkt misschien als substantieel, maar veel meer onderzoeken naar onderkoeling hebben het werk niet geciteerd. Een mogelijke verklaring is dat wetenschappers het niet ethisch aanvaardbaar vonden om het werk te citeren, maar het onderzoek heeft ook geen baanbrekende nieuwe inzichten opgeleverd. Als dat het wel had gedaan, dan zou het een grotere weerslag kunnen hebben gehad op later onderzoek. De gruwelijke experimenten hadden iets van wetenschappelijke waarde kunnen opleveren, maar het amateurisme van Mengele heeft de onderzoeksdata praktisch onbruikbaar gemaakt.

3. Hoe lang duurt het nog voordat we de Tweede Wereldoorlog zijn vergeten?
Jongeren die foto’s op Twitter zetten bij een holocaustmonument met het hashtag #yolocaust, Justin Bieber die in het gastenboek van het Anne Frank-huis schrijft dat als ze nog geleefd had ze vast een Belieber was geweest, voetballer Lex Immers die na winst namens ADO tegen Ajax scandeert: “Wij gaan op jodenjacht!”. Altijd als er zoiets gebeurt, wordt er schande geroepen en als bewijs gezien dat jonge mensen de oorlog bagatelliseren. Volgens Bart van der Boom, universitair docent Vaderlandse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden, hoeven we ons geen zorgen te maken: “Een herinnering kan heel lang in leven blijven. Tot aan de Tweede Wereldoorlog leefde de Tachtigjarige Oorlog ook nog steeds onder de Nederlandse bevolking. Zolang de collectieve herinnering een functie vervult – in het geval van de Tweede Wereldoorlog als waarschuwing voor hoe erg het mis kan gaan – blijft het leven in de samenleving. Twintig, dertig jaar geleden dacht men ook al dat het intussen wel eens klaar zou zijn met de herdenking. Dat is niet gebeurd.” En over jongeren die #yolocaust twitteren: “Ze zouden dat niet doen als er niet zo’n taboe op zou rusten – wat op zichzelf weer de statuur van het onderwerp aantoont.”

Advertentie

Ook Kees Ribbens, verbonden als bijzonder hoogleraar aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies denkt dat het wel meevalt: “De Tweede Wereldoorlog zit nog ontzettend verankerd in de populaire cultuur. Films, games, boeken. Maar ook de stroom aan wetenschappelijke publicaties over het onderwerp is nooit afgenomen, sterker nog: het neemt alleen maar toe.”

De vraag lijkt dus eerder: komen we er überhaupt ooit nog vanaf? Ribbens: “Als er een Derde Wereldoorlog komt, die nog vreselijker is, zal de Tweede naar de achtergrond verdwijnen.” Dat duurt hopelijk nog wel even.

4. Heeft de Holocaust echt plaatsgevonden?
Ja.

Het dankbaarheidsmonument van de Joodse bevolking, uit dank voor de goede zorgen.

5. Speelde de Jodenvervolging een rol bij het bevrijden van Europa?
Volgens historicus William Hitchcock is niets verder van de waarheid. “Op geen enkel punt werd de strijd in Europa gedefinieerd als een veldslag om de Joden te redden.” Vooral Amerikanen zelf kijken graag terug op hun lichting soldaten als de Greatest Generation, een groep die lijf en leed op spel zette voor democratische idealen en om de Europese Joden en de rest van de bevolking te redden. Maar een sergeant memoreert het in zijn memoires als volgt: “Onze soldaten vochten niet voor moeder, vaderland en appeltaart. Dat was bullshit. We wilden alleen maar overleven.”

Sterker nog, de Amerikaanse en Britse soldaten die door het bevrijde Duitsland trokken wisten totaal niet wat ze aanmoesten met de tienduizenden uitgehongerde Joden die ze overal in kampen aantroffen. Zij hadden geen idee van wat ze überhaupt doorstaan hadden. Pas na aandringen van internationale humanitaire organisaties en Joden zelf begon het besef langzaam door te dringen.

Advertentie

Joden aan de Amsterdammers:

onze vervolging was God's wil.

Wat Nederland betreft is het dankbaarheidsmonument in Amsterdam misschien wel de meest cynische herinnering aan die vroege onwetendheid. De gemeente van Amsterdam vond het na de oorlog wel een aardig idee als de Joodse gemeenschap een bedankje zou plaatsen voor de goede bescherming van de Joden door de Nederlandse bevolking. In 1950 werd het onthuld en tot de dag van vandaag is het een pijnlijke herinnering aan hoe blind de bevrijde Nederlanders waren voor het leed. Geen ander West-Europees land deporteerde namelijk zo’n groot gedeelte van hun eigen Joodse bevolking.

Medeleven met de Joden was een later concept en kwam pas echt op gang toen Adolf Eichmann, één van de vormgevers van de Holocaust, in 1961 met veel media-aandacht werd berecht. De popularisering van de Holocaust in tv-series in de jaren zeventig zorgde voor verdere maatschappelijke erkenning. Historicus Van der Boom vindt deze late opkomst niet per se iets kwalijks: “De westerse wereld had simpelweg ook tijd nodig om grip te krijgen op een misdaad van zo’n omvang. Het duurt even voordat zoiets is doorgedrongen tot het collectieve bewustzijn. Er wordt ook vaak gezegd dat het te maken had met schaamte, met een schuldgevoel. Zelf denk ik dat de belangstelling voor de Holocaust ook geplaatst moet worden in de context van de jaren zestig. Dat was een tijd waarin maatschappijkritiek opkwam en de jeugd zich steeds meer ging afzetten tegen hun ouders. Zo stelden zij ook vraagtekens bij het oude, bekende verhaal van de Tweede Wereldoorlog en wierpen een kritische blik op alles wat er gebeurd was.”