Verhalen van mensen in ongelooflijk beroerde woonsituaties

Foto’s door Raymond van Mil, uit het artikel ‘Troep in de kamers van vrijgezelle mannelijke studenten

Op jezelf gaan wonen is het leukste ooit, maar de kans dat je vanuit je ouderlijk huis meteen in een fris ruikend, perfect gemeubileerd huis terechtkomt, dat je deelt met zonnetjes van huisgenoten, is niet heel groot.

Ik woon zelf in een oud, vrij goor appartement, waar alles onder een dikke laag stof ligt en de muren als schetsboek en als gastenboek dienen en dus helemaal zijn onder gekalkt met viltstift. Het is niet best, maar gelukkig zijn er altijd mensen die het net wat erger hebben, waardoor je je beter voelt over je eigen situatie. Om weer het gevoel te krijgen dat mijn krot een paleis is, ging ik op zoek naar mensen die nog veel beroerdere verhalen hadden over hun woonsituatie.

Videos by VICE

Jason, 22, ontdekte dat er een Chinees horrorkind in zijn huis woonde.

“Een vriend van me, met wie ik geneeskunde studeerde, had een kamer in Rotterdam geregeld, en er was nog een plekje vrij voor mij. Het was een driekamerappartement: twee slaapkamers en een woonkamer, waarvan de woonkamer door de huisbaas was omgebouwd tot een derde slaapkamer, zodat hij nog meer huur kon vragen.

We hadden maar beperkt warm water en de vloer was van hout dat aan het rotten was, en waar stukken losse vloerbedekking overheen waren gegooid. Alles was verschrikkelijk ranzig, vooral de keuken. Ik droeg altijd slippers, want de vloer plakte overal aan je voeten.

Het werkte ook niet mee dat de huisbaas twee linkerhanden had. Hij had ooit een gat in het raam van de keuken gemaakt, zodat de ruimte kon ventileren tijdens het koken. Toen de kou ondraaglijk werd, loste hij het op door met ductape een stuk karton aan het raam vast te plakken. Dit was vaker zijn tactiek: wanneer de vloerbedekking los zat, tapete hij het vast aan de vloer en toen er een deuk in het aanrechtblad zat, tapete hij het hele aanrecht vol. Na een tijdje legde hij gewoon een rol tape naast de deur, zodat we het de volgende keer zelf konden oplossen.

Gelukkig deelden we het huis, en dus onze smart, met nog een huisgenoot: een Chinese vrouw, die schijnbaar in haar eentje woonde en geen woord Nederlands sprak. Toch maakte het de situatie er niet gemakkelijker op. We spraken haast nooit met elkaar, en ze liet lange donkere slierten haar achter in de douche. Heb je ooit The Ring gezien? Daar leek het op. Maar het engste was dat ik er pas laat achter kwam dat ze blijkbaar ook een zoon had. Hij maakte geen geluid en liep niet door het huis heen. Tot hij op een keer midden in de nacht naast mijn bed stond, emotieloos naar me te staren. Dat was wel een beetje de huiveringwekkende druppel die de horroremmer deed overlopen.

Christel, 23, woonde samen met een verwilderd hondje dat in haar koffer plaste

Ik was 21 toen ik met een stage in Amsterdam begon, en tot mijn verbazing vond ik een ruime en betaalbare kamer. Er woonden twee andere meisjes, en we zaten middenin een woonwijk, dus het leek me een goede plek om na mijn stage tot rust te komen.

Maar toen ik op de eerste dag mijn kamer binnenliep, zag ik dat er mensen in mijn bed en op de grond van mijn kamer sliepen. Ik dacht: het is mijn eerste dag, en het is bovendien een zondag. Ik ga hier niet moeilijk over doen. Een van mijn huisgenoten verontschuldigde zich later die dag, en zei dat ze nou eenmaal weleens een feestje hadden. Kan gebeuren, dacht ik.

Alleen de volgende dagen bleven ze tot diep in de nacht doorfeesten, met het volume op 11, en ik sliep elke nacht niet langer dan een paar uurtjes. Voordat mijn eerste stageweek voorbij was – en de dag nadat een ambulance middenin de nacht een feestganger had meegenomen – besloot ik maar weer een tijdje bij mijn ouders te gaan wonen. De buren vertelden dat het iedere dag feest was in dat huis, en dat de politie een paar keer per maand langskwam om feestjes te beëindigen.

Behalve de herrie, aten de gasten ook al mijn eten en drinken uit de koelkast op. Ook leefde een ongetraind hondje in het huis, een soort mascotte. Hij werd niet uitgelaten en deed zijn behoefte in huis. Blijkbaar vond hij mij niet zo leuk, want hij plaste tegen mijn deur en in mijn koffer, en soms beet hij in mijn been. Ik woon ondertussen weer op mezelf in Assen, maar over twee maanden ga ik Amsterdam nog een kans geven.

Milan*, 26, werd achternagezeten door zijn huisgenoot met een schroevendraaier

Ik woonde al een paar jaar in een studentencomplex, toen ik er een huisgenoot bij kreeg. Hij zag er onverzorgd uit, zei vreemde dingen en er walmde 24/7 een wietgeur uit zijn kamer. Ook zag ik hem wel eens onrustig door de gang lopen, alsof hij ergens om aan het piekeren was. Ik had er geen last van, tot hij me een keer midden in de nacht wakker maakte. Hij schreeuwde: “HEY, WAAR HEB JE MIJN MOBIEL GELATEN!” Hij bleef maar schreeuwen en bonkte op mijn deur. Ik belde de politie, die hem kalmeerde, en hoorde niks meer van hem tot de volgende ochtend.

Ik was op mijn kamer aan het ontbijten en weer begon hij te schreeuwen en op mijn deur te bonken. Toen hij eenmaal met zijn volle gewicht door de deur probeerde te breken, wist ik dat het menens was. Ik leunde aan de andere kant tegen de deur, om hem tegen te houden, maar ik merkte dat ik het niet hield. In blinde paniek rende ik naar het raam, deed hem open, en liet mezelf van het dak glijden, naar het balkon een verdieping lager. Ik klom naar beneden en kwam in de tuin van mijn buren terecht. Ik rende zo hard weg als ik kon, terwijl ik mijn huisgenoot ondertussen vanaf het balkon verder hoorde schreeuwen.

De politie was in de buurt en stond binnen twee minuten voor mijn huis. Mijn huisgenoot had zichzelf binnen gesloten, en schreeuwde vanuit het badkamerraam naar de politie. Hij hing eruit alsof hij er elk moment uit kon springen. Toen bleek dat praten geen zin had, hebben ze met een stormram de deur open geramd, hem in de boeien geslagen en ‘m meegenomen naar het bureau. Toen alle heisa voorbij was en ik weer het huis in kon, zag ik dat hij mijn hele kamer overhoop had gehaald. Het was hem gelukt om de deur open te breken, alle laatjes waren uit mijn koelkast gerukt en hij had met een schroevendraaier mijn muur geperforeerd. De telefoon hebben ze later in de hoek van zijn vensterbank gevonden. Ik vermoed dat het geestelijk niet helemaal goed met hem ging, wat natuurlijk tragisch genoeg is.

*Milan is een gefingeerde naam.


Robbie, 27, woonde in een huis waar het pis en kak regende

Drie jaar geleden stelde een vriend voor om samen bij mij thuis onze verjaardagen te vieren. Ik had dat al jaren niet meer gedaan en zat er ook niet echt op te wachten, maar ik liet me toch overhalen. Rond de middag kwamen de eerste mensen binnenstromen – we stonden in de tuin – en al snel meldde iemand dat er iets mis was met het toilet. Toen ik ging kijken, zag ik dat hij niet meer doorspoelde. Ik deed de deur op slot, liet mensen naar de wc op de eerste verdieping gaan, en ging verder met mijn verjaardag.

Drie uur later kwam er weer iemand naar me toe om te zeggen dat er iets niet in de haak was. Onder de wc-deur stroomde liters piswater door, en toen ik de deur opende kwam er een fontein van pis en kak uit het toilet. Tot overmaat van ramp begon het buiten keihard te regenen, waardoor het feest naar mijn kamer in het souterrain verplaatste, onder de pisfontein.

Ik probeerde de stroom tegen te houden door wat vieze handdoeken onder de deur te leggen, maar na een tijdje werd het zo erg dat de urine door de vloer naar beneden droop, en door het plafond als een waterval mijn kamer in stroomde. Alle gasten waren daar inmiddels aan het partyen, en iedereen liep door de poel van pis heen, waarmee mijn tapijt en vloer er ook aangingen. Ik belde de brandweer, maar die had blijkbaar al z’n handen vol aan andere overstromingen.

Toen heb ik iedereen naar huis gestuurd. Ik was boos en had er helemaal geen zin meer in. Ik heb daarna vier maanden bij mijn ouders moeten slapen. De stank hing nog zeker een maand in het pand. Niet alleen in mijn kamer, maar ook in de keuken en de gang en de bovenste verdiepingen. Ik ben niet van plan om ooit nog mijn verjaardag te vieren.


Sander, 28, deelde zijn huis met een heroïnedealer

Ik had een nieuwe kamer gevonden in Amsterdam, waar ik met een huisgenoot zou wonen. Ik zag hem alleen nooit, de eerste drie of vier maanden woonde ik praktisch alleen. Na een paar maanden werd ‘s avonds de deur opengedaan. Ik verwachtte dat ik eindelijk mijn huisgenoot zou ontmoeten, maar het bleek zijn vader te zijn. Hij kwam wat spullen in zijn kamer opslaan. Toen ik vroeg waar zijn zoon was, vertelde hij dat die een tijdje in het buitenland was.

Vervolgens kwam de voormalige bewoner langs om zijn resterende post op te halen. Ik vroeg of hij mijn huisgenoot kende. “Goed verhaal is dat,” zei hij. “De politie kwam ooit een keer binnenvallen toen ik hier nog woonde. Uit het systeemplafond in de keuken en het toilet hebben ze vervolgens een hele berg heroïne gehaald.”

Blijkbaar zat mijn huisgenoot in de gevangenis. Na een half jaar kwam hij eindelijk opdagen. Hij was er slechts sporadisch, maar als hij er was, dan was dat te merken ook. Hij gedroeg zich vreemd, er kwam altijd keiharde muziek uit zijn kamer, en hij had een kind dat soms bij hem was en de hele nacht door huilde. Ik denk ook niet dat hij veel heeft geleerd van zijn tijd in de gevangenis, want ik vond een keer een zakje met een bruine substantie naast de wc.

Ik vond het een beetje creepy worden om met hem samen te wonen. Hij nam allerlei ongure types het huis in, en liet vreemde spullen in het huis rondslingeren. Mijn vriendin was ook bang voor hem. Uiteindelijk ben ik maar het huis uitgegaan.”