Vergeten foto’s van een psychiatrisch ziekenhuis in Prestwich

Ik ontmoette Don voor het eerst toen ik in Prestwich ten noorden van Manchester woonde in 2005. Ik werkte toentertijd met Mark E. Smith van The Fall aan zijn autobiografie Renegade. Don, die voluit Gordon Charles Montgomery heet, en Mark kenden elkaar nog van vroeger. In de jaren tachtig namen ze af en toe lsd samen met dichter John Cooper Clarke en Nico, die ook in Prestwich woonden.

Toen ik hem leerde kennen was Don 66 jaar oud en een bekend figuur in de buurt. Maar het was pas toen een gemeenschappelijke vriend me een berichtje stuurde dat ik een keertje moest kijken naar een serie foto’s die hij had gemaakt tussen de late jaren zeventig en het begin van de jaren negentig, toen hij als klusjesman werkte bij Prestwich Hospital, dat ik hem begon te zien als een onontdekte maar briljante kunstenaar.

Videos by VICE

Ik sprak af met Don om met hem te praten over zijn leven als fotograaf, en hoe het was om te werken bij het psychiatrische ziekenhuis in Prestwich.

VICE: Je hebt eerder gezegd dat je nooit beïnvloed bent door, of je zelfs maar bewust bent geweest van andere fotografen. Ik ben wel benieuwd waarom je dan deze foto’s begon te maken. Wat zorgde ervoor dat je met een camera aan de slag ging?
Don: Ik ging in 1979 bij het ziekenhuis werken. Ik was dertig en was net begonnen met foto’s maken van dronken mensen in kroegen. Er waren niet zoveel mensen die toen fotografeerden in cafés. Ik overviel mensen er vaak mee. Dan hadden ze zoiets van: “Daar is-ie weer. Rot op met die camera.” Maar wel op een aardige manier.

In de gangen van het ziekenhuis viel het me weleens op als de lichtval precies goed was, en dan schoot ik een paar beelden. Maar de foto’s waren nooit geposeerd. Ik nam gewoon snel een foto, zonder al te veel kennis of voorbereiding.

Je vertelde dat je deze foto’s pas weer bent tegenkomen in een oude koffer. Ik vind het wel interessant dat je ze zelf niet zo bijzonder lijkt te vinden.
Ik dacht nooit dat ik iets met de foto’s zou doen. Ik heb pas nog drie plastic boodschappentassen weggegooid die vol zaten met foto’s. Ik schoot vaak een rolletje vol en dan zaten daar misschien een of twee goede beelden bij. De rest was shit. En het was toen ook nog duur om ze te laten ontwikkelen.

Ik was altijd blut. Ik weet nog wel dat ik halverwege de jaren tachtig op vrijdag altijd mijn loon aan mijn vrouw gaf om de rekeningen van die week te betalen, en dan had ik nog net genoeg over voor twee biertjes. Daarom begon ik op een gegeven moment ook een beetje wiet te dealen.

Ik hoorde ook dat je weleens lsd nam terwijl je aan het werk was. Heeft dat nog invloed gehad op de foto’s?
Niet echt. Toen ik bij de marine zat, voordat ik in het psychiatrische ziekenhuis ging werken, nam ik al weleens lsd. En dan ook echt goeie: microdots. Dan was je voor twaalf uur helemaal van de wereld voor een kwartje. Ik blowde ook veel en nam speed. Ik gebruikte wel lsd in het ziekenhuis maar nooit te veel. Ik kon het wel hebben.

We hadden ‘s nachts ook weleens feestjes in de ketelruimte. In het weekend. Met wat wijn en bier, een paar jointjes, en dan daar rustig zitten en naar Frank Zappa en Kevin Coyne luisteren. De feestjes waren nooit gepland – de receptionist belde me dan op van: “Er is hier een jonge dame voor je.” Dan stond ze daar met een fles wijn in haar hand, op zoek naar mij. Dit was toen ik vrijgezel was.

Toen ik als kind in Prestwich woonde waren we altijd een beetje bang voor de “gekken”. We wisten niet beter.
Je went snel aan die plek. De eerste dag denk je misschien: ze zijn hier allemaal van de pot gerukt. Maar dat gaat snel over. Er waren er wel een paar die gevaarlijk en gewelddadig waren, maar die waren niet altijd gevaarlijk en gewelddadig, anders hadden ze wel ergens anders gezeten. Ik kwam ook regelmatig op de gesloten afdelingen waar ze alleen naar buiten konden als de verpleegsters hen eruit lieten, maar ik heb nooit bonje gehad.

Sommige patiënten zeiden nooit wat, geen woord. Maar ze waren allemaal anders. Als je in de avond over de afdelingen liep zaten ze vaak met elkaar te praten. Ze hadden hun eigen relaties. Er werd ook nog flink wat af geneukt in de bosjes. Eén patiënt werd ‘de benzinepomp’ genoemd omdat zijn geslachtsdeel daar wel wat van weg had. Hij was altijd in de weer in de bosjes, met zowel mannen als vrouwen. Maar daar heb ik zelf niet veel van gezien.

Psychiatrische patiënten zijn tegenwoordig minder zichtbaar. Vroeger zag je het al van mijlenver. Nu zijn de meeste patiënten jong, maar dat was toen niet zo. Wat ze droegen, de medicatie, hoe ze liepen, dat soort dingen: ze deden altijd gedateerd aan. Vaak pasten hun broeken niet goed – ze kwamen uit een ander tijdperk, uit de jaren vijftig.

Je hebt ook een serie foto’s van mensen met blauwe ogen. Waar komen die vandaan?
Het was niet iets dat ik van tevoren bedacht had. Ik heb gewoon een paar foto’s in de kroeg gemaakt. Een van hen was een keertje hier en zei: “Kijk eens, een foto van mij met een blauw oog.” En toen keek ik eens goed door de stapels en zag ik dat ik aardig wat foto’s had van blauwe ogen. Ik vind het wel mooi dat de meesten op de foto’s glimlachen, alsof ze echt in hun sas zijn met hun in elkaar getimmerde bekken.

Heb je de camera waarmee je deze foto’s genomen hebt nog?
Nadat ik mijn baan kwijtraakte bij het ziekenhuis [Don werd onrechtmatig ontslagen voor het bezit van marihuana] in de vroege jaren negentig heb ik de vakbond voor de rechter gesleept en daar tienduizend euro uit gekregen. Mijn vrouw en ik gingen toen ook net uit elkaar. Ik gaf het allemaal uit aan vakanties en drank. We waren zeventien jaar samen geweest; ik was een wrak. Ze heeft de meeste van mijn spullen vernield. Mijn camera heeft ze ook uit het raam gegooid.

Ik maak nu alleen nog maar foto’s met mijn telefoon. Mijn laatste Nokia had een geweldige camera. Het was bijna eng hoe goed die was.

Austin Collings nieuwste boek heet The Myth of Brilliant Summers


Lees ook:

Een bezoek aan de oudste psychiatrische inrichting van Belgrado

Ik behandelde mijn depressie met ketamine

Hoe het is om een zelfmoordpoging te overleven


Like VICE Nederland voor je dagelijkse partij prachtverhalen, want anders mis je dingen: