Als je voor de derde achtereenvolgende maandagochtend de letters en cijfers op het spreadsheet voor je ziet dansen en je in je plakkerige, met chemisch peen-en-uien-zweet doordrenkte bureaustoel concludeert dat dat ene pilletje afgelopen weekend misschien niet zo handig was, vraag je je misschien af of het afgelopen weekend wel nodig was om weer compleet naar de vaantjes te gaan. En of je niet een probleem hebt. Want hoe zit dat eigenlijk: ben je daadwerkelijk verslaafd als je elk weekend drugs gebruikt?
Om het antwoord op die vraag te vinden sprak ik Judith Noijen, senior preventiewerker bij Jellinek, en drie twintigers die elk weekend feesten.
Als we de bijbel van de psychiatrie, het DSM-V handboek, erop naslaan, ben je als je elk weekend gebruikt niet zonder meer verslaafd. Die handleiding definieert een “stoornis in het gebruik van middelen” met een lijst van elf criteria als “Mislukte pogingen [gedaan] om te minderen of te stoppen.” en “Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.” Wie vier of vijf vakjes aanvinkt heeft een “ernstige stoornis”.
Videos by VICE
Die grens is dus best troebel. De jongeren die ik sprak zien hun drugsconsumptie in ieder geval als iets anders dan een stoornis. Zo vertellen Bobby* (27) en Matthieu* (28) me allebei dat ze vooral elk weekend gebruiken omdat ze verslaafd zijn “aan gezelligheid”.
“Sinds een maand of drie ben ik voor het eerst vrijgezel. Sindsdien gebruik ik bijna elk weekend cocaïne, en soms ketamine, mdma, paddo’s of lsd.”
“Ik heb zoveel vrienden dat ik de ene avond met de ene groep ben en de volgende weer met een andere,” zegt Matthieu. “Er is elk weekend wel iemand die zin heeft om wat leuks te doen en lang door te gaan.” Hij doet dit al jaren zo, bij Bobby is het een paar maanden geleden begonnen: “Vanaf mijn veertiende zat ik in vaste relaties, sinds een maand of drie ben ik voor het eerst vrijgezel. Sindsdien gebruik ik bijna elk weekend cocaïne, maar ook regelmatig ketamine en af en toe mdma en psychedelica zoals paddo’s en lsd.”
Elk weekend gebruiken komt niet heel regelmatig voor en van een grote trend is niet te spreken: verslavingsinstituut Trimbos deed in 2016 een steekproef over het drugsgebruik van 5000 jongeren die regelmatig uitgaan. Daarvan zei 1% wekelijks xtc te gebruiken, 7% coke, 8% gebruikt speed en ruim 25% gebruikt elke week wel cannabis. Bij ghb lag dit rond de vijf procent. Drinken is een stuk geliefder, ongeveer driekwart van de jongeren zei wekelijks te pimpelen. Het landelijk gemiddelde zal overigens allicht wat lager liggen, omdat alleen jongeren die regelmatig uitgaan meededen aan het onderzoek.
Maar bestaat er dan überhaupt iets als weekendverslaving? “Als je het echt alleen in het weekend doet, heb je waarschijnlijk niet een ‘ernstige stoornis’ volgens de DSM V. Dat zit zo: de kern van verslaving is of je je gebruik onder controle hebt. Als je het doordeweeks niet doet, heb je blijkbaar toch een mate van beheersing. Maar als je bijvoorbeeld de eerste drie dagen van de week altijd moe bent, je vaak ziek meldt of er spijt van hebt, ervaar je toch een vorm van last.’
“Je kunt natuurlijk ook juist in het weekend keer op keer de controle verliezen. Ook al ben je misschien volgens de officiële diagnose waarschijnlijk niet verslaafd, dan is het gebruik alsnog risicovol en heb je zeker te maken met enkele symptomen van verslaving. Het wordt steeds moeilijker om te minderen als je eenmaal veel gebruikt.” Het kan dus een goed begin zijn om eens een paar weekenden over te slaan.
Dat is precies wat Zoë* (26) doet: “Laatst had ik ineens weer een reality check. Ik zag wat mensen out gaan van de ghb. Niet eens op een heel heftige manier, maar het was niet nodig geweest, en ik concludeerde dat ik er ook weer niet elk weekend bij hoef te zijn. Het is na een lang weekend ook gewoon zwaar om de week erna weer energiek te zijn, want vaak ga ik ook gewoon net iets te lang door. Komende maand houd ik het even rustig om aan mezelf te bewijzen dat ik er ook af en toe even uit kan stappen. Eens in de zoveel tijd doe ik dat, zo blijft het ook leuk.”
Zoë gebruikt in een weekend afwisselend ghb, speed, coke, xtc, 2c-b en lsd. Ze verhuisde op haar achttiende naar Amsterdam waarna ze al snel het een en ander probeerde, maar het wekelijkse gebruik begon op haar 21e, nadat ze was begonnen met ghb. “Met pillen is het op een gegeven moment gewoon klaar, dan kan je wel bijpakken, maar ben je op. Met speed kan je lang wakker blijven, maar op een gegeven moment voel je je fysiek en mentaal nogal stram en gespannen, dat is ook niet chill. Met ghb is het altijd knallen.”
Matthieu neemt vooral speed en soms 2c-b of ketamine. Hij begon met drugs op zijn zeventiende, toen hij een paar keer per jaar een pilletje op een festival deed. Dat hij tegenwoordig elke week drugs gebruikt is vooral gemakzucht, zegt hij: “Ik wil langer doorgaan dan mijn energie toelaat. Ik hou namelijk heel veel van gezelligheid en nadat ik vijftig of zestig uur heb gewerkt ben ik behoorlijk moe, maar wil ik nog niet weggaan.”
“Zolang het mij geen problemen bezorgt op werk heb ik er geen moeite mee dat ik het vaak doe, en zal ik dus ook geen hulp inschakelen.”
“Na een half uur komt de dealer en neem ik een puntje speed. Meestal ga ik met vrienden eten of naar een café waar een vriend werkt, dan door naar een club en daarna naar een after. Vanuit de after ga ik naar mijn werk in een winkel, en na werk weer naar de after of iets drinken met iemand. Op een gegeven moment krijg ik dan toch weer energie en heb ik er zin in. Voor je het weet is het zondagavond.” Het is zijn eigen zwakte en verantwoordelijkheid, geeft Matthieu toe: je kan altijd zelf bepalen of je het wel of niet doet. “Zolang het mij geen problemen bezorgt op werk heb ik er geen moeite mee dat ik het vaak doe, en zal ik dus ook geen hulp inschakelen.”
Volgens Judith is het best logisch dat er maar weinig jongeren zijn die elk weekend gebruiken en daar professionele hulp voor zoeken: als je zelf nog geen last ervaart, is de stap naar een adviesgesprek groot. “Als het goed gaat op je werk, in je relatie en sociale leven, dan is er ook geen motivatie om te stoppen en is het waarschijnlijk ook niet nodig.”
Voor Zoë, Bobby en Matthieu zijn er bovendien ook voordelen aan hun gebruik. “In de uitgaansscene maak je snel vrienden,” vertelt Zoë, “omdat je veel sneller intieme dingen bespreekt als je drugs op hebt.” Ze leerde er hoe je met mensen omgaat en gesprekken aanpakt, “en wat meer te durven.” Ook Bobby werd losser. “En bij drugs heb ik mezelf meer onder controle heb dan wanneer ik alcohol drink. Dan doe ik nog weleens dingen waar ik spijt van krijg. Verder heb ik een onregelmatig rooster en werk ik fulltime, als ik wat neem heb ik meer energie om na werk nog leuke dingen te doen.”
Dat klinkt allemaal behoorlijk redelijk, maar wat maakt dan dat ze bij drugs over de grens gaan?
“Of je daadwerkelijk verslaafd raakt is deels genetisch bepaald, maar vooral of je lekker in je vel zit of niet,” legt Judith uit. Er zijn mensen die uit eigen initiatief een hulpgesprek aanvragen, maar vaak ziet ze dat er bij aanvragers recentelijk iets naars is gebeurd: ze zijn in een vechtpartij beland, of een partner trekt hun gebruik niet meer omdat hij of zij aan kinderen wil beginnen. “Daardoor kan het besef ontstaan dat ze misschien toch zouden willen minderen of stoppen.”
Verder kunnen de mensen met wie je omgaat een rol spelen in je feestgedrag en drugsgebruik. Dat kan beide kanten op werken. ‘Mensen hebben de natuurlijke neiging om vrienden uit te zoeken met dezelfde levensstijl. Dat geldt zeker voor mensen die veel uitgaan en drugs gebruiken. Als iemand wil stoppen met de levensstijl zullen echt goede vrienden dat wel begrijpen, maar soms kan het nodig zijn om uit een vriendengroep vertrekken. En andersom: als iemand vaker gebruikt, zal diegene naar mensen toe trekken die net iets meer of riskanter gebruiken. Dan gebruiken ze het als smoesje tegen zichzelf: dat het wel meevalt omdat zij maar één dag doorhalen en de rest van de groep drie keer.”
Zoë spreekt haar vrienden aan, wanneer ze ziet dat het uitgaan niet meer leuk is voor ze. “Als iemand een leuk leven heeft, altijd happy is en de rest op orde heeft zal ik er minder snel wat van zeggen als iemand hard gaat, dan wanneer ik iemand in zijn eentje in een hoek zie gebruiken. Dan denk ik: ‘Wat doe je hier eigenlijk, als je zelfs hier niet gelukkig bent?’ Dan bespreek ik met ze dat ze het misschien beter even rustig aan kunnen doen.”
“Vaak onderschatten vrienden hoeveel invloed ze op elkaar hebben,” vertelt Judith, “Juist de invloed van de vriendengroep kan iemand motiveren om te minderen of stoppen. Als iemand zich bij ons aanmeldt horen we wel eens: ‘Ja, ik was ook altijd degene bij wie het mis ging’, of werden ze irritant gevonden door de groep en ineens niet meer uitgenodigd. Maar als je als vriend in een veel eerdere fase aangeeft dat je iemands gedrag vervelend vindt en vraagt of het wel goed gaat, kan dat er juist voor zorgen dat iemand uit zichzelf de stap zet om er wat aan te doen. Zelf, of met hulp.”
“Een paar glazen kunnen het “fuck-it”-moment enorm versnellen.”
Als je jezelf voorneemt even wat minder vaak te feesten, maar het toch weer doet, heeft dat vaak verschillende redenen. De meeste kun je waarschijnlijk zelf bedenken, maar het is goed in je achterhoofd te houden wat het precies triggert, zegt Judith. “Zeker als je gebruik wat trekjes krijgt van verslaving, dan kan alles je doen denken aan dat lekkere gevoel van bijvoorbeeld de coke of speed. Dat kan een bepaalde kroeg zijn, een vriend of vriendin, of een muzieksoort – waardoor je voornemens de mist in gaan. Onderschat ook zeker niet het ontremmende effect van alcohol: een paar glazen kunnen het ‘fuck it’-moment enorm versnellen. Veel mensen die stoppen met roken zullen dat herkennen: doordeweeks gaat het goed, maar na een biertje met vrienden in de kroeg steken ze toch weer een sigaret op.”
Als het niet lukt die triggers te vermijden en je vaker gebruikt dan je zou willen, kan je volgens Judith een aantal dingen doen. Zo bestaat er een anonieme online test, waarmee je kunt kijken of je risicovol gebruikt. Je krijgt meteen de uitslag, die je adviseert of het verstandig is om te stoppen of minderen. “Veel mensen kunnen dat zonder hulp,” zegt Judith. Ook noemt ze verschillende online zelfhulpmodules die je anoniem ondersteuning bieden. “Naar deze zelfhulpmodules is wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ze blijken effectief voor de mensen die gebruiken, maar niet in de zwaarste categorie zitten. Het is laagdrempelig en net een zetje in de goede richting. Je houdt je gebruik bij en krijgt informatie en tips. Als blijkt dat je toch iets meer nodig hebt, kun je je aanmelden voor een adviesgesprek of behandeling.”
Bobby, Zoë noch Matthieu zou overigens willen stoppen: “Ik ga niet naar mijn stamkroeg om coke te gebruiken,” zegt Bobby, “maar om gezellig met mensen te kletsen en samen een leuke tijd te hebben. Het komt er gewoon toevallig vaak bij. Ik zou de gezelligheid en de belevenissen niet willen missen.”
“De hele club- en aftersfeer waarin ik dan verkeer geeft een soort familie- en gemeenschapsgevoel waarin alles kan,” vindt Zoë. “Dat heb je in het dagelijks leven gewoon niet. Ook al spreek je nog zoveel los af met vrienden en bespreek je veel: dat eenheidsgevoel is in het dagelijks leven gewoon lastiger te bereiken.”
“Soms zou ik het wel wat minder willen gebruiken, door de weekenden wat beter te selecteren,” besluit Matthieu. “Met twaalf jaar feest- en drugservaring weet ik inmiddels wel wat echt een goed weekend gaat worden en wat niet. Wat het dan een goed weekend maakt? Gezelligheid!”
*Om privacyredenen wensen de geïnterviewden anoniem te blijven. Hun namen zijn bekend bij de redactie.
–
Het gebruik van drugs is nooit zonder risico. Dit artikel is onderdeel van De Bijsluiter , in samenwerking met Unity. Vlieg tijdens je trip niet uit de bocht, en check voor gebruik debijsluiter.vice.com.