Verveelde Franse soldaten reizen af naar Irak om tegen IS te vechten

‘Chuck’, ‘Winter’ en ‘Kopp’ kregen hun bijnamen toen ze in het Franse leger dienden. Die bijnamen hielden ze toen ze zich in januari aansloten bij de peshmerga in Mosoel, een stad in het noorden van Irak. Nu prijken zowel de Koerdische als de Franse vlag op hun uniformen. Om hun families te beschermen, wilden ze niet dat VICE News hun echte namen zou gebruiken of hun gezichten zou laten zien. “Frankrijk is ook een oorlogsgebied,” legt Chuck uit.

Kolonel Mustafa leidt de Zeravani-eenheid, die deel uitmaakt van de peshmerga. Hij heeft de drie soldaten met respect verwelkomd in zijn eenheid. De Franse soldaten zitten, samen met een paar officieren, met hem aan tafel. Buiten de basis, die zich vlakbij de gevechtslinie in de buurt van de Mosoeldam bevindt, staan motorfietsen en Humvees klaar, volgeladen met wapens, te wachten op het volgende alarm. Tussen de basis en de troepen van de Islamitische Staat ligt de Tigrisrivier en een niemandsland, dat continu bewaakt wordt door soldaten uit Iraaks-Koerdistan.

Videos by VICE

Afbeelding via Google Maps

In een kamer met comfortabele banken, gelakte tafels en vloerkleden wordt thee geserveerd. Aan de muur hangen foto’s en een klok. De peshmerga bestaat vooral uit ervaren vechters, die wel weten hoe ze ervoor kunnen zorgen dat de frontlinie een beetje als een thuis voelt. De kolonel zit op een stoel en wijst naar de drie Fransmannen terwijl hij zegt: “Zij gaan ons helpen formaties te ontwikkelen die wij misschien nog niet kennen. En als buitenlanders zich bij ons aansluiten is dat goed voor de moraal van de eenheid. Het is belangrijk.”

“De missie van onze eenheid is om de andere peshmerga te ondersteunen in het geval dat Daesh (het Arabische acroniem voor de Islamitische Staat) het niemandsland infiltreert,” legde hij uit. “Een paar weken geleden maakten een aantal jihadisten gebruik van dikke mist die er hing om de Tigris over te steken. Ze hebben toen veel schade aangericht, voordat we ze konden neutraliseren.”

Om te testen hoe ze omgaan met gevechtssituaties, nam de kolonel de Fransen een paar keer ‘s nachts mee op kleine verkenningsmissies naar de frontlijn. IS was er ook. “De Fransen reageerden goed, het is duidelijk dat ze ervaring hebben,” zei kolonel Mustafa. “Ze zijn erg dapper.” “We waren niet bang, op een gegeven moment verveelden we ons zelfs een beetje,” zegt Chuck. “De zoon van president Barzania [leider van de regionale overheid van Koerdistan, in het noorden van Irak] was er ook, hij is een goede sluipschutter.”

De oefening gaf de Fransmannen de kans om te wennen aan de technieken die de peshmerga gebruiken. “Er werd hevig geschoten, in maar één richting. Ze gaven Daesh niet echt een kans om terug te slaan.”

Deze jonge, Franse soldaten zijn hier geheel vrijwillig. Alle drie maken ze deel uit van de Task Force Lafayette, een organisatie van Franse voormalige soldaten die zelf aan hebben geboden om terug te keren naar het strijdtoneel “om slachtoffers van terrorisme te helpen.” De groep zegt dat hun financiering vooral van Leetchi, een crowdfundingplatform, komt.

Chuck is een voormalig parachutist en werd vlak voordat hij uit het leger stapte luitenant. Hij is de leider van het drietal en met zijn 25 jaar ook de oudste. “We hebben van tevoren gezegd dat we niet mee doen aan wat voor aanval dan ook, maar als de vijand aanvalt zullen we terugslaan,” zegt Chuck. Het drietal is hier om hun militaire kennis te delen — of het nu om medische evacuatie of gevechten op korte afstand gaat. “Maar we zijn hier vooral om de militaire training van de peshmerga te verbeteren. We zullen ons honderd procent voor ze inzetten.”

“De peshmerga zijn blij dat buitenlanders zich bij hen aansluiten om te vechten,” voegt hij toe. “We hebben een warm welkom gekregen van de officieren en de troepen. Nu gaan we bekijken wat hun sterke kanten zijn, en hun zwakke punten, mochten ze die hebben.”

Kopp is van plan om hier een sportschool neer te zetten voor de peshmergastrijders. Foto door Pierre-Simon Assouline

Over de beweegredenen van Franse soldaten om te gaan vechten tegen de Islamitische Staat is de afgelopen maanden in de Franse media veel gespeculeerd. Maar de drie Franse soldaten in Mosoel zijn erg duidelijk over de reden waarom ze hier zijn.

“Ik voelde me niet echt op mijn gemak in het leger,” zegt Chuck, terwijl hij de barakken inloopt. “Ik verveelde me bij de parachutisten. Ik heb actie nodig in m’n leven, ik kan niet zomaar een beetje niksen. Daarom ben ik hier.” Kopp, een twintigjarige marineveteraan, is het met zijn vriend eens. De hondengeleider en klusjesman heeft voor de barakken al wat meubilair in elkaar gezet.“Het leger gaf me geen voldoening meer, ik voel me hier nuttiger. Door de bezuinigingen zijn de missies afgenomen, en is het leven een stuk saaier geworden,” zegt hij.

In plaats van toe te geven aan de “barracks blues”, besloten de mannen terug te keren naar het slagveld.“Frankrijk moet op de grond ingrijpen tegen Daesh,” zegt Kopp. “Dat is overduidelijk, sinds de recente aanslagen in Parijs. Als Frans burger moet je deelnemen aan dit conflict.” Chuck zegt dat hij hoopt dat hij “een deel van de Franse bevolking op de been kan krijgen, om de regering aan te sporen om troepen te sturen.”

Kolonel Mustaf komt binnen, en vraagt de soldaten of ze het eten in het kamp lekker vinden. De soldaten knikken. “Je kunt dus zeggen dat het eten hier goed is, dat is voor de Fransen belangrijk!”

Het is de eerste keer dat deze basis buitenlandse strijders verwelkomt, afgezien van wat leden van de Koerdische diaspora. Over het algemeen willen de peshmerga liever geen buitenlanders op hun basissen hebben; ze zijn bang voor spionnen en sabotage. Andere kleine groepjes Fransmannen – minder dan een dozijn, aldus de kolonel – hebben zich bij andere eenheden aangesloten.

De Franse soldaten zeiden dat de luchtaanvallen de peshmerga helpen in hun strijd. “De Amerikaanse luchtaanvallen zijn erg…zwaar,” zegt Chuck. “Ze zijn een beetje te heftig. De Fransen zijn preciezer, en de peshmerga waarderen dat.” Sinds de luchtaanvallen begonnen “heeft IS wel wat macht verloren,” zegt de kolonel. “Maar jihadisten proberen nog regelmatig de rivier over te steken.”

De strijders van IS hebben tanks, raketwerpers en vooral veel mortieren. “Maar ze kunnen er niet echt mee omgaan,” fluistert een van de Franse soldaten. “En de tanks gaan niet meer op pad omdat die bommen aantrekken.”

“We zouden blij zijn als andere Europese soldaten zich ook bij ons voegen,” zegt de kolonel. “Het is ook hun oorlog. Wij zitten heel dicht bij het vuur. Dit is waar ze de aanslagen plannen die de rest van de wereld treffen.” Chuck wees erop dat hij met hulp vooral “laarzen op de grond”, ofwel grondtroepen, bedoelt.

Soldaat Kopp hijst de vlaggen. Foto door Pierre-Simon Assouline

De Franse soldaten moeten nog steeds een beetje hun draai vinden op de basis. Kopp heeft al een paar meubels in elkaar gezet, en zijn doe-het-zelfvaardigheden hebben de Fransmannen populair gemaakt bij de andere leden van de eenheid. Hij wijst naar een betonnen plaatsje naast de barakken. “We gaan daar een soort openlucht sportschool bouwen, zodat de peshmerga kunnen trainen.”

“De peshmerga zijn niet echt gewend aan trainen, aan rennen of aan krachttraining,” legt een Koerdische officier uit. “Maar ze hebben allemaal meerdere keren aan de frontlinie gestaan,” zegt Kopp. “Ze zijn ervaren vechters. Een gast in de twintig heeft hier vaak al acht kogels gevangen, dat is voor hen heel normaal. Ons doel is om getrainde soldaten van ze te maken.”

Kopp wil ook dat de peshmerga honden gaan gebruiken. “Wanneer IS een dorp verlaat, verstoppen ze overal bommen. Het is beter om dan een hond op verkenning te sturen dan een mens. En aangezien de peshmerga Mosoel proberen te veroveren, zou dat dan ook handig kunnen zijn. Maar ze hebben op dit moment andere prioriteiten.”

Rond de basis zwerven veel herdershonden rond, die zijn achtergelaten door schaapherders. Tot een paar maanden geleden was dit gebied in handen van IS. De strijders plaatsten boobytraps in de dorpen toen ze vertrokken, waarna de huizen vernietigd moesten worden. En dus lopen de honden nu doelloos rond.

“We zouden ze misschien kunnen trainen,” zegt Kopp, altijd op zoek naar oplossingen. “We moeten eerst hun agressie testen, kijken of ze gerecycled kunnen worden of niet. Honden zijn goede crewleden.”