Identiteit

Vier vrouwen vertellen hoe ze van een geniaal idee een eigen bedrijf maakten

Foto door Nicky Almasy

Steeds meer vrouwen in Nederland kiezen ervoor om eigen baas te zijn. In 2010 was 32 procent van de ondernemers vrouw, vorig jaar was dat alweer 36 procent. Maar hoewel deze groep dus in opmars is, zijn de vrouwen nog best onzichtbaar, liet het programma Eenvandaag in juni nog zien. En op de ‘meest veelbelovende ondernemers onder de 25’ van dit jaar was onder de 25 genomineerden maar één bedrijf te vinden dat door vrouwen wordt gerund.

Hoog tijd dus om te kijken naar een paar Nederlandse vrouwelijke ondernemers die een plek verdienen op iedere beste-lijst: vrouwen die met hun innovatieve ideeën letterlijk grenzen overgaan om alles uit hun bedrijf, product, of de wereld te halen. We vroegen aan vier van hen waar ze hun ideeën vandaan halen en hoe het voelt om je niet te laten tegenhouden door een landsgrens, genderconventie of benarde hokjesgeest.

Videos by VICE

Anouk Wipprecht (32)

Als modetechdesigner bedenkt Anouk Wipprecht futuristische creaties die niet zouden misstaan in een scififilm. Als je een van haar jurken draagt, reageert-ie op jou en op je omgeving. Zo maakte ze bijvoorbeeld een spinnenjurk die je beschermt tegen engerds die te dichtbij komen. Haar werk past in de disciplines couture, technologie en kunstmatige intelligentie, en Anouk reist heen en weer tussen San Francisco, Los Angeles en Amsterdam.

Foto door Hep Svadja

Broadly: Een drinkbotjurk, een spinnenjurk of een rookjurk – hoe bedenk je het?
Anouk Wipprecht: Ik combineer mode en technologie met microcontrollers, robotica en interaction design. Dat laatste is erg belangrijk in mijn werk. Het gaat niet alleen om de integratie van technologie in een ontwerp, maar ook om wat het doet; welke interactie kan ik met behulp van technologie sturen, en welke communicatie of expressie kan ik aan mode meegeven?

Wat bedoel je precies met communicatie en expressie?
De DrinkBotDress kan met één druk op de knop een cocktail maken. De 3D-geprinte Smoke Dress scheidt rook af wanneer iemand je lastigvalt, en de Spider Dress beschermt de draagster als iemand in haar persoonlijke ruimte komt: zodra iemand te dichtbij komt, vallen de spinnenpoten diegene aan. De jurken reageren dus op degene die ‘m draagt en op de mensen in haar omgeving. Ook laten ze zien hoe technologie kan luisteren en samenwerken met het menselijk lichaam.

Als ondernemer bevind je je tussen mode en kunst enerzijds, en robotics en wetenschap anderzijds. Hoe kwam je erop om deze dingen samen te brengen?
Op mijn veertiende stortte ik me op Fashion Design en op mijn zeventiende begon ik robotica en computerbordjes in mijn ontwerpen te verwerken. Ik wilde een modestudie volgen om de expressieve en communicatieve factoren van modedesign te onderzoeken, maar mijn ontwerpen waren analoog, ze veranderden niet. Als ik ‘s ochtend een vrolijke jurk had aangetrokken maar me in de namiddag minder vrolijk voelde, dan kon ik daar niks aan doen. Wat ik zo interessant vind aan robots en robotica is dat ze communicatie en expressie kunnen animeren. Sinds begin 2000 ben ik daarom mijn ontwerpen elektronisch, digitaal en interactief gaan maken. Dat bestond toen nog niet echt. Ik vond het belangrijk om mijn creaties ‘gevoel’ (de input/sensors), een ‘brein’ (de microcontroller) en een ‘hartslag’ (de output) te geven.

Met je creaties sta je lijnrecht tegenover het idee dat nieuwe technologie iets is om bang voor te zijn, of iets dat ons zwakker maakt. De spinnenjurk is juist op ontworpen om vrouwen tegen de buitenwereld te beschermen, als een soort harnas. Waarom hangen onze kasten nog niet vol met kleding met microcontrollers en sensoren?
Het scifi-idee dat machines de wereld gaan overnemen komt doordat we technologie zien als iets functioneels, niet als iets emotioneels. Technologie is er om het leven makkelijker te maken, maar op het moment overweldigt het ons. Het is te veel. Als we ons richten op hoe we in symbiose kunnen leven met tech, door het bijvoorbeeld op ons lichaam te plaatsen, kan het ook naar je ‘luisteren’.

Merk je in de ondernemingswereld dat je je als vrouw meer moet bewijzen?
Ik doe dit werk nu ongeveer twaalf jaar en merkte dat vooral vroeger. Toen ik tien jaar terug in Silicon Valley een praatje moest geven over wat ik doe, werd er vanuit gegaan dat het oppervlakkig zou zijn — mensen snapten niet wat technologie met mode te maken had. Wanneer ik begon te vertellen over de interactie van AI, ‘machine learning’ en lichaamssensoren, zag ik mensen in het publiek verbaasd kijken.

Komt vrouw-zijn soms ook goed van pas?
Het gaat erom dat je badass dingen doet, vrouw of niet. Ja, er moet een betere 50/50-verdeling komen in tech, maar uiteindelijk gaat het niet om gender. Het gaat om skills, creatief denken en de drive om vernieuwende ideeën te bedenken.

Emmelie Koster (30)

Emmelie Koster is oprichter en directeur van No Man’s Art Gallery en zet sinds een paar jaar pop-uptentoonstellingen op in steden overal ter wereld. Hierbij stampt ze vanuit het niets binnen drie maanden een expositie met jonge kunstenaars uit de grond. Ze vertrekt in haar eentje naar het buitenland en regelt daar kunstenaars, een netwerk, een locatie en een logeeradres voor zichzelf.

Foto door Nicky Almasy

Broadly: Een reizende galerie, telkens met nieuwe en onbekende kunstenaars, elke keer in een andere stad ergens op de wereld – waarom?
Emmelie Koster: De No Man’s Art Pop-up Gallery heeft als doel dat beperkende lokale marktomstandigheden minder vat hebben op een kunstenaar. Elk jaar vertrek ik naar een ander land om de pop-upgalerie op te zetten en een netwerk op te bouwen waar de kunstenaars van alle voorgaande bestemmingen baat bij hebben.

Waarom wil je dit graag doen?
Sommige kunstenaars hebben in eigen land bijvoorbeeld last van censuur, een zwakke economie of onderwaardering van de kunsten. Wanneer ik ze naar een ander land meeneem voor de pop-upgalerie, bouwen ze daar een professioneel netwerk op dat onder andere voorwaarden opereert. Dat vergroot hun artistieke vrijheid en biedt ze meer kansen om te experimenteren.

Is het niet lastig om elke keer opnieuw te beginnen op plekken die je zelf ook niet kent?
Ik organiseer op dit moment de tiende internationale pop-upgalerie. In elk land moet ik op zoek naar een expositieruimte, teamleden, kunstenaars, verzamelaars, pers en sponsoren. Inmiddels is er een soort draaiboek ontstaan, waarin de lokale sociale, economische, culturele en politieke omstandigheden variabelen zijn. In elk land bouw ik een nieuw netwerk op.

Goede online communicatie is van belang om dat netwerk te onderhouden. Inmiddels kijken de volgers van No Man’s Art Gallery graag mee met wat ik tegenkom wanneer ik in het buitenland kunstbeurzen, ateliers of exposities bezoek. Als ik een Iraanse kunstenaar tegenkom en die online al veel aandacht schenk voordat ik hem in Nederland exposeer, dan is het publiek al opgewarmd. Dat mijn klanten op Instagram kunnen zien hoe ik een band opbouw met een kunstenaar en welke stappen we daarna samen ondernemen, draagt heel erg bij aan de identiteit van de galerie en bevordert de internationale verkoop.

Moet je jezelf harder bewijzen als vrouwelijke ondernemer?
Dat gevoel heb ik niet; niet in Nederland, maar ook bijvoorbeeld niet in Iran, waar ik vorig jaar een groot project heb opgezet. In de Nederlandse kunstwereld zitten veel vrouwen op topposities, meer dan in andere sectoren denk ik.

Voor je met deze galerie begon werkte je in de advocatuur, toch?
Ja, en daar was het echt anders. Maar als het nu niet over de kunst gaat maar bijvoorbeeld over het ondernemerschap zelf, over de strategie van mijn bedrijf of tijdens onderhandelingen, dan is er ook in deze sector nog wel ruimte voor verbetering. Ik kan er ook wel om lachen als een mannelijke stagiair van mij voor baas wordt aangezien. Dan is het seksisme zó overduidelijk. Ik krijg nog regelmatig ongevraagd te horen van mannen, nooit van vrouwen, hoe mijn bedrijf in elkaar zit en ‘wat ik gewoon zou moeten doen’. Daar zeg ik niet altijd wat van, soms komt het me ook goed uit dat ik onderschat word.

Laat je het wel merken aan zo iemand?
Zelden, ik vind het zonde van mijn tijd en energie, het gaat dan ten slotte om symptoombestrijding. Vaak komen die mannen er vanzelf wel achter dat het vooroordelen zijn. Maar af en toe onderbreek ik ze wel: “Weet je dat je deze week al de derde bent die mij ongevraagd vertelt hoe ik mijn bedrijf moet runnen? Zullen we het ergens anders over hebben?”

Kan je er ook handig gebruik van maken, van je vrouw-zijn?
Ik hou er van dat er ook een ‘old girls network’ bestaat. In elk land en in elke stad is er wel een succesvolle vrouw die mijn activiteiten ondersteunt en me met haar netwerk in contact brengt. Ik merk dan aan alles dat dat gebeurt uit een bepaald respect dat tussen vrouwelijke ondernemers bestaat. Van die vrouwen leer ik altijd zo ontzettend veel. Hun erkenning betekent veel voor mij.

Kelly Sue Scholte-Lampers (25)

Kelly Sue Scholte-Lampers is eigenaar van het modemerk SUE . Ze ontwerpt speciale kledingcollecties voor mensen in een rolstoel en heeft sinds kort een stichting opgericht om deze onzichtbare groep onder de aandacht te brengen.

Foto door Chen Dadi

Broadly: Een modecollectie voor rolstoelgebruikers: hoe ontstond dat idee?
Kelly Sue Scholte-Lampers: Tijdens mijn examenjaar van de Fashion Design-opleiding kreeg onze examenklas de opdracht een hippe kledinglijn te ontwerpen voor de zithouding, oftewel voor rolstoelgebruikers. Dit project, in de vorm van een wedstrijd, was opgezet door Nationale Vereniging de Zonnebloem, een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor mensen met lichamelijke beperkingen, om onder de aandacht te brengen dat er weinig tot geen kleding bestaat die geschikt is voor rolstoelgebruikers.

Deze wedstrijd, die te zien was op RTL4, heb ik uiteindelijk gewonnen. Ik besefte niet alleen dat rolstoelgebruikers weinig kledingkeuzes hebben, maar ook dat deze grote groep wordt vergeten en nauwelijks wordt betrokken bij onze samenleving. Hier wilde ik graag verandering in brengen en dus besloot ik verder te werken aan mode voor mensen in een rolstoel.

Wat is het grootste vooroordeel over mensen in een rolstoel?
Dat ze zielig zijn. Maar het schrijnendste is nog wel dat ze vaak worden benaderd alsof ze een kind zijn. Maar op het moment dat je een rolstoel onder je kont hebt, betekent het natuurlijk niet dat je ineens een ander persoon bent.

Is het als grensverleggende ondernemer lastig om aandacht te krijgen voor creaties voor deze groep?
Er is nu meer aandacht voor diversiteit, maar mensen met een lichamelijke beperking spelen nog steeds niet echt een rol in het medialandschap bijvoorbeeld. Dit is ook de reden dat mijn kledingmerk SUE nu op pauze staat en ik ben begonnen met de stichting SUE’s Warriors, juist om hier meer aandacht voor te creëren. De modellen en ambassadeurs van de stichting zijn de warriors en hebben allemaal een lichamelijke beperking. Door fotoshoots, modeshows en een online tv-programma laten ze zien dat ze net zo gewoon zijn als mensen die niet in een rolstoel zitten.

Is de wereld nog niet klaar voor rolstoelmode?
Zolang de modebranche niet inziet dat rolstoelgebruikers andere kledingbehoeften hebben vanwege hun lichaamsvorm en houding, voelen bedrijven zich niet geroepen om een speciale kledinglijn toe te voegen. Het is niet urgent genoeg. Het opzetten van een aparte lijn is ook niet de oplossing, want dan creëer je nog steeds onderscheid. Als jongere met een beperking wil je kunnen shoppen bij de mainstream-merken en niet naar een aparte winkel hoeven gaan. Er moet eerst dus nog veel meer gebeuren op het gebied van bewustwording, beeldvorming, acceptatie en integratie. Niet alleen bij mensen zonder een lichamelijke handicap, maar ook bij mensen met een handicap.

Jalila Essaïdi (37)

Kunstenaar Jalila Essaïdi uit Eindhoven weet alles van moderne biotechnologie en bio-kunst. Door mensenhuid te combineren met spinnenzijde van genetisch gemodificeerde organismen creëerde ze ‘Bulletproof Skin’, kogelwerende huid gemaakt van spinnenzijde dus. Ook ontwierp ze een complete kledinglijn gemaakt van mest: Mestic. Met haar mestjurk won ze een prijs van 150.000 dollar en een H&M Global Change-award 2017.

Hoe kwam je erop om als ondernemer kunst, biologie en tech samen te laten smelten?
Ik ben opgegroeid in een gezin dat me aanmoedigde om te leren en vragen te stellen. Spelen met poppen heeft mij nooit getrokken. Ik was gek op de natuur en speelde liever buiten, verzamelde planten en dode dieren en haalde al het speelgoed uit elkaar om te ontdekken hoe het in elkaar zat.

Er kwamen altijd veel mensen met verschillende achtergronden over de vloer; wetenschappers, filosofen, economen, kunstenaars. Hierdoor leerde ik al als klein meisje dat alles mogelijk is en dat er niet één perspectief bestaat met het monopolie op de waarheid. Van andermans meningen trek ik me niets aan. Ik heb nooit binnen de kaders gepast en altijd mijn eigen weg gekozen. Zodra iets ingekaderd is, lever je in op ruimte om te denken en creëren.

Hoe kwam je op de ideeën voor Bulletproof Skin en mestmode?
Door de intensieve veeteelt is de bodem nu op veel plekken op de wereld oververzadigd met voedingsstoffen uit mest. Dit mestoverschot is een acuut probleem dat moet worden aangepakt. Ik heb Mestic bedacht als een nieuwe en economisch rendabele methode voor het produceren van bijvoorbeeld papier, celluloseacetaat en viscosevezels op basis van koeienmest.

En de kogelwerende spinnenhuid?
Ik raakte geïnspireerd door een wetenschappelijk artikel over genetisch gemodificeerde geiten die het spinneneiwit van de dragline-draad van de Golden Orb Weaver in hun melk produceren. Ik las dat het eiwit misschien zou worden toegepast in kogelwerende vesten, voor extra veiligheid. Dit sprak enorm tot mijn verbeelding en zette me aan het denken over de dualiteit van veiligheid en de invloed van biotechnologie hierop. Wat als we dit spinneneiwit letterlijk met onze eigen huid konden laten vergroeien? Onze huid is per slot de barrière tussen onze veilige binnenwereld en de vaak ‘onbekende’ en ‘beangstigende’ buitenwereld.

Merk je in de ondernemingswereld dat je je als vrouw meer moet bewijzen?
Ik zou het niet discriminerend of confronterend noemen, maar ik heb wel bizarre situaties meegemaakt in Nederland. Bijvoorbeeld een gesprek met een bankmedewerker die zei: “Overleg eerst even met je man of je het geld wel mag uitgeven.” Alsof een vrouw niet haar eigen centen kan verdienen en daarover haar eigen beslissingen kan maken. Maar in de kunstwereld kom ik zulk seksisme absoluut niet tegen. Een goed kunstwerk spreekt voor zichzelf, los van de maker.

Komt het soms ook wel eens goed van pas, dat je vrouw bent?
Het is even hard werken, zeven dagen in de week van zes uur ‘s ochtends tot elf uur ‘s avonds. Als je iets in het leven wil bereiken dan is het: keihard doorwerken, doen, niet opgeven en je dromen tot uitvoering brengen.