Drugs

Volgens George Jung, de inspiratie voor ‘Blow’, redde de gevangenis zijn leven

Ik hoorde de naam George Jung voor het eerst in de gevangenis, eind jaren negentig. Hij zat een straf van 22 jaar uit, tegelijkertijd met mij, en zijn boek over zijn cocaïne-avonturen met Pablo Escobar, Blow: How a Small-Town Boy Made $100 Million With the Medellin Cocaine Cartel and Lost It All, deed de ronde onder de gevangenen. Tegen de tijd dat de gelijknamige film, met Johnny Depp als Jung, in 2001 in de bioscopen verscheen, was Boston George achter de tralies al een legende. Als belangrijk onderdeel van de opkomst van de populariteit van cocaïne werd George, die ook wel ‘El Americano’ werd genoemd, een icoon van de Amerikaanse popcultuur.

Ondanks een recente tegenslag en een kort bezoekje aan de gevangenis vanwege een technische overtreding van zijn proeftijd – hij gaf een speech in San Diego maar had geen goedkeuring van zijn reclasseringsambtenaar gekregen om te mogen reizen – is George weer op vrije voeten en vierde hij op zes augustus, zijn 76 ste verjaardag. Ook werd de filmklassieker op deze dag, ter ere van George en de overleden regisseur Ted Demme, in het TCL Chinese Theatre in Los Angeles nog één keer vertoond. VICE sprak met Jung om hem te vragen of hij ooit had gedacht de 76 te bereiken, wat deze speciale vertoning van Blow voor hem betekent, wat hem het meest is bij gebleven van Pablo Escobar, en waar zijn nieuwe documentaire over gaat.

Videos by VICE

VICE: Gefeliciteerd met je verjaardag George, hoe voelt het om 76 te zijn? Dacht je toen je jong was ooit deze leeftijd te zullen bereiken?
George Jung: Ik denk dat je als je jong bent überhaupt niet denkt zo oud te gaan worden. Maar ik heb nogal een avontuurlijk en gevaarlijk leven geleid. Als je je met dit soort spelletjes bezig houdt, en je niet aan de wet houdt, ben je nogal fatalistisch bezig. Ik had niet gedacht de 76 te bereiken. Ik vind het naar om te zeggen, maar als ik niet twintig jaar in de gevangenis had gezeten denk ik niet dat ik zo oud was geworden. Soms voel ik me net een tiener als ik op het strand naar de meisjes kijk. Op mijn leeftijd is naar vrouwen kijken hetzelfde als een Ferrari zonder motor hebben. Ouder worden is gewoon niet leuk. Je lichaam houdt ermee op. Ik voelde me echt nog verdomd goed toen ik 74 was, maar nu begin ik beetje bij beetje af te takelen. Ik ben nu die persoon die de leuning vast moet houden als ik de trap op en af loop.

Blow kwam zeventien jaar geleden uit toen je nog in de gevangenis zat. Nu heb je de film op je verjaardag in het TCL Chinese Theatre gezien. Wat betekend deze film voor jou? Toen ze met het voorstel kwamen om deze film te maken heb ik ermee ingestemd omdat ik in de gevangenis zat en het geld nodig had. Ik had geen idee dat het zo’n hype zou worden. Toen ik uit de gevangenis kwam werd ik door veel mensen benaderd die me vertelden hoe geweldig ze de film vonden. Sommigen hadden hem wel honderd keer gezien. Ik denk dan bij mezelf: mijn God, ik heb de film niet eens één keer in z’n geheel gezien.” De regisseur, Ted Demme, stierf een aantal maanden nadat de film uitkwam. We vieren niet alleen mijn verjaardag, maar we eren Ted ook.
Hij behandelde mij erg goed. Het was een geweldige man die het succes van de film helaas nooit heeft mogen meemaken; dat het zo’n klassieker is geworden is geweldig. Mensen komen overal en altijd naar me toe en doen dan net alsof ze me al hun hele leven kennen. In het begin vond ik dat best irritant, maar als je iets maar vaak genoeg meemaakt raak je eraan gewend. Ted zei ooit tegen me: “Niet iedereen heeft een tijdmachine, ik heb er eentje voor je gebouwd.”

Wat is jouw beste herinnering aan Ted? Wat komt er naar boven als je aan hem denkt?
Wij zijn hele goede vrienden geworden. De gevangenis kan echt behoorlijk eenzaam zijn. Hij kwam mij altijd opzoeken, zelfs als hij daar geen reden voor had. Hij bleef me continu bellen. Hij heeft zelfs gezorgd dat mijn dochter een baan kreeg. Ik zei: “Geef haar een baan in de filmwereld.” En hij zei: “Ik kan haar assistent-regisseur maken.” Dat was het beste dat ik voor haar kon doen. Mijn vader heeft nooit zoiets voor mij kunnen doen. Ted had een zoon, Dexter Demme, wat een geweldige naam he? Dexter Demme. Hij is nu ongeveer negentien jaar oud en hij heeft z’n vader nooit gekend. Ik kijk ernaar uit om hem alles over mij en zijn vader te vertellen. Ik denk dat dat heel bijzonder zal zijn.

Niet lang geleden moest je weer de gevangenis in vanwege een technische overtreding. Ben je nog steeds voorwaardelijk vrij? Hoef je nu nooit meer terug naar de gevangenis? Of heeft de reclassering nog veel controle over je?
Ze hebben nog steeds controle over mij, maar in september of oktober moet ik weer voor de rechter verschijnen. Mijn advocaat zegt dat ze me dan zullen laten gaan. Wat moeten ze in godsnaam met een 76 jaar oude man met een pacemaker. Ik overtreed de wet niet. Toen ik smokkelde was ik illegaal bezig. Maar behalve dat ben ik nog nooit ergens voor opgepakt.
Ik denk dat ze wel meer aan hun hoofd hebben dan erop toezien wat een oude man elke dag uitspookt. Mijn eerste reclasseringsambtenaar was een vrouw. Wij konden niet met elkaar overweg. Het beste wat me toen is overkomen was dat ze me van de gevangenis naar een rehabilitatiecentrum brachten. Vanuit daar kon ik naar San Diego worden overgeplaatst. Ik vind San Diego geweldig, maar het is zo duur om hier te wonen. Het liefst verhuis ik naar Mexico.


Bekijk ook: De lucratieve wietsmokkel door de mangroven van Florida


Als je terugkijkt op je leven, wat heb je over jezelf geleerd?
Toen de rechter zijn oordeel ging uitspreken werd ik naar zijn kamer geroepen. Hij zei: “Je weet dat ik je vandaag een straf ga opleggen. Ik wil je iets vragen waar ik al sinds het begin van deze zaak mee worstel.” Toen vroeg hij: “Toen je 32 jaar was had je een miljoen dollar in je bezit (wat nu ongeveer een miljard zou zijn) en niemand wist wie je was. Waarom ben je toen niet gewoon verdwenen met het geld? Waarom ben je niet gewoon weggegaan?” Toen ik begon met smokkelen was het mijn droom om een miljoen dollar te hebben, een zeilboot te kopen en naar Tahiti te vertrekken. Toen had ik een miljoen dollar. Een miljoen dollar in briefjes van honderd weegt 9,2 kilo. Dat past in een klein cameratasje. Toen ik eenmaal bezig was realiseerde ik me dat het mij niet om het geld ging. Ik ben een adrenalinejunk, ik was verslaafd aan de adrenaline.

Toen je Carlos Lehder voor het eerst ontmoette in de gevangenis van Danbury in 1974, had je toen ooit gedacht dat het hierop uit zou lopen? Ik heb het dan niet alleen over de hoeveelheid geld, maar de hele status die je in de popcultuur hebt verworven?
Ik had geen idee. Ik smokkelde marihuana. We verkochten marihuana in Massachusetts aan mijn oude schoolvrienden die in de buurt gingen studeren. Het was enorm veel werk om al dat spul met een vliegtuig van de ene kant van het land naar de andere kant te vervoeren. Ik ben toen naar de cel van Carlos in de gevangenis van Danbury in Connecticut gegaan en heb hem mijn verhaal voorgelegd over de vliegtuigen. Hij zei: “Weet jij iets over cocaïne?” Ik antwoordde: “Nee, maar vertel het me.” Hij zei: “Nou, in Colombia kost cocaïne drieduizend dollar per kilo.” Ik vroeg hem hoeveel het in de Verenigde Staten kostte. Hij zei dat dat zestig duizend dollar per kilo was. Toen ging er een lichtje bij me branden.

Hoe vind je dat Johnny Depp jou in de film heeft neergezet?
Geweldig. Toen Ted Demme voor het eerst naar mij toe kwam zei hij: “We hebben nu Johnny Depp.” Ze hadden moeite om de juiste persoon te vinden. Eerst was het Sean Penn. Ik hoorde Tom Cruise voorbij komen en ook Val Kilmer werd genoemd. Maar zij waren allemaal druk. Even leek het erop dat de hele film niet door zou gaan, maar Ted zei: “Ik heb Johnny Depp. 21 Jump Street, weet je wel.” Ik zei: “Wat is dat in godsnaam?” Hij zei: “Ok, en wat als ik Edward Scissorhands zeg?” Ik zei: “Wat is dat?” Het klonk allemaal niet heel veelbelovend.

Toen Johnny voor het eerst bij me langs kwam zag hij er nogal belabberd uit. Hij zei: “Ik ben de hele nacht in Greenwich Village geweest om te bedenken wat ik jou kon geven.” Ik zei: “Nou, wat heb je dan voor me mee gebracht?” Toen haalde hij het boek On the Road, van Jack Kerouac, uit zijn zak. Hij zei: “Dit is mijn Bijbel. Ik neem dit overal mee naartoe. Ik aanbid dit boek.” Ik had het boek op de middelbare school gelezen en het had mij er toe gezet om te gaan reizen en naar Californië te gaan. Maar ik had geen idee dat ik een smokkelaar zou worden toen ik naar Californië vertrok.

Wat is je bijgebleven van Pablo Escobar?
Toen ik bij hem op bezoek ging wist ik niet eens wie hij was. Ik was bezig met smokkelen. Ik was in de bergen van Mexico geweest met indianen en bandieten en die hele mikmak. Zijn naam zei me niets. Maar na een tijdje begon ik een duistere kant te zien. Die terroristische praktijken. Dat was niet mijn wereld. Ik deed het voor het geld en de adrenaline. Toen het gewelddadig en agressief werd wilde ik niet langer deel uitmaken van het geheel. Ik zei tegen hem: “Je hebt zo veel geld. Waarom verhuis je niet met je familie ergens heen waar niemand je kent en waar je de rest van je leven als koning kan leven?” Hij keek me aan en zei: “Dit is waar ik zal sterven.” Ik draaide me om en ben toen weg gelopen. Ik bedoel, er was niets meer te zeggen.

Er komt een nieuwe documentaire over jou uit. Kan je ons daar iets over vertellen?
Ik maak de serie met een jongedame, Georgette Angelos, en haar partner Chris. De serie heet Boston George. Wij zijn al anderhalf jaar bezig. We maken samen een reis terug in de tijd. Er waren goede tijden en slechte tijden. Ze bracht mijn oude middelbare schoolvrienden weer bij elkaar op een footballveld. Ik had ze al jaren niet meer gezien. Toen we erheen reden dacht ik: die jongens gaan echt niet komen om mij te zien. Ik stapte het veld op en iedereen was er. Ik rende naar ze toe en ving een bal. Ik dacht nog: Jezus, ik hoop niet dat ik deze mis. Maar het beste van alles was dat ze me niet als Boston George kennen, maar gewoon als George.

Was de hoeveelheid geld en roem al die tijd in de gevangenis waard?
Je kan die vergelijking niet maken. Je kan het verleden niet veranderen. Ik hoop in het moment en in de toekomst te kunnen leven. Het beste van niet meer vast zitten is dat ik ‘s ochtends gewoon op kan staan, m’n eigen koffie kan maken, de deur open kan doen en naar buiten kan lopen. Dat vind ik geweldig. Je kan geen spijt hebben van verspilde tijd. Mensen vraagt dat continu aan me, of ik ergens spijt van heb. Spijt hebben is een domme bezigheid. Ik leef voor het nu en voor morgen.