Nieuwkomer-partij Volt lijkt met drie zetels in de peilingen en uitgebreide media-aandacht de hype van de verkiezingen. De pan-Europese partij doet in verschillende Europese landen mee aan de nationale verkiezingen. Europese samenwerking is noodzakelijk om de grote uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden, is het uitgangspunt.
De afgelopen weken spraken verschillende vooraanstaande mannen als Rob Wijnberg, Sander Schimmelpenninck en Arjen Lubach zich uit voor de partij. Reikt het succes van Volt verder dan hun sjieke netwerk? Om een beeld te krijgen van het verhaal achter de hype, sprak ik lijsttrekker Laurens Dassen over hun ideeën over het klimaat, de startpositie van jongeren en discriminatie.
Videos by VICE
“Het is een gekkenhuis hoor,” zegt Laurens Dassen als hij binnenkomt. Hart van Nederland, NOS Stories, iets op de radio. Hij heeft er al een hele dag aan media-optredens op zitten die begon in Hilversum, daarna Den Haag en eindigt in Amsterdam. “Zo is het de afgelopen weken geweest, vandaar mijn wallen.”
VICE: Tot een paar weken geleden hadden veel mensen nog nooit van Volt gehoord. Nu zijn jullie overal. Hoe verklaar je dit plotselinge succes?Laurens Dassen: We hebben er heel hard naar toe gewerkt. Digitaal zijn we heel zichtbaar, maar ook op straat bijvoorbeeld met biologisch krijt op stoeptegels. Na wat aandacht van de media kwamen de endorsements van Arend Jan Boekestijn en andere mensen. Zo is die bal een beetje gaan rollen. Maar de reden dat het een succes is, is dat we een constructief, genuanceerd, toekomstgericht Europees verhaal hebben dat heel erg aanslaat.
Jullie willen niet in een links-rechts hokje geplaatst worden. Hoe zorg je ervoor dat jullie verhaal wel te volgen is voor de kiezer?
Links-rechts denken is iets uit de vorige eeuw, daar willen we inderdaad niet aan meedoen. Maar we hebben thema’s die je klassiek rechts zou kunnen noemen, zoals de 2% NAVO-norm die we willen hanteren. Tegelijkertijd doen we veel aan kansengelijkheid en vinden we dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. We brengen the best of both worlds samen. Maar als kiezers ons willen plaatsen, waar we dan staan? Als je ons op assen wilt plaatsen op progressief versus conservatief, dan zitten we heel erg progressief. Op nationaal versus Europees zitten we natuurlijk Europees. En we zijn heel sociaal. Zo proberen we onszelf neer te zetten.
Jullie worden ook wel gezien als een partij voor de jonge, Europees denkende elite. Is dat een probleem?
Wij zijn voor de hele samenleving. Maar op dit moment is het inderdaad zo dat we vooral hoogopgeleide mensen uit de steden vertegenwoordigd zien in Volt. Naarmate we groeien, wordt de groep wel steeds diverser. Maar we zijn er nog lang niet. Daarom hebben we een speciale inclusiviteitsgroep in het leven geroepen. Dat is een interne werkgroep die kijkt naar hoe we ons kunnen verbeteren met betrekking tot inclusiviteit. We proberen daarin rekening te houden met alle aspecten waarop je diversiteit kunt toepassen: stad versus regio, culturele achtergrond, vrouwen.
Jullie zijn drie jaar geleden begonnen. Waarom is dit nu nog niet op orde?Dit soort dingen hebben tijd nodig. Aan het begin van de oprichting was er minder aandacht voor. Toen we zagen dat dit gebeurde, zijn we er veel scherper op gaan sturen. Als je een afspiegeling van de samenleving wilt zijn in de kamer, moet je dat ook zijn in je eigen partij. Onze kandidatenlijst bestaat nu uit 50% vrouwen en 14% van de kandidaten heeft een migratieachtergrond. We werken eraan maar we moeten er ook tijd voor nemen en krijgen.
Hoe gaat Volt ervoor zorgen dat klimaatverandering een breed gedragen probleem wordt?
In de politiek willen we op zoek naar verbinding. Klimaatverandering is een uitdaging van ons allemaal, of je nu links of rechts van het spectrum zit. We zouden pragmatisch moeten kijken naar hoe we de klimaatcrisis kunnen tegenhouden.”
Maatschappelijk draagvlak willen we creëren door te laten zien dat hogere klimaatambities kansen met zich mee brengen. Bijvoorbeeld als we een hogesnelheidsnetwerk in Europa zouden aanleggen, hoeveel nieuwe banen er dan bij komen.
Je krijgt mensen mee door te laten zien wat de kansen zijn voor de economie?
Ja.
En de mensen die juist bang zijn hun baan te verliezen?
Mensen zullen inderdaad hun baan gaan verliezen. Voor deze mensen moet je een goed omscholingstraject hebben, om hen te begeleiden naar een nieuwe manier van werken in de groene economie. We willen hoe dan ook voorkomen dat de energietransitie bij de mensen met de kleinste portemonnee komt te liggen. Daarom moeten we op een andere manier gaan kijken naar sociale zekerheden: de juiste subsidies ter beschikking stellen en onderzoeken hoe we met een basisinkomen om kunnen gaan.
Moeten de studenten die de afgelopen jaren onder het leenstelsel gestudeerd hebben, gecompenseerd worden?
We zijn aan het onderzoeken hoe we dat kunnen doen. Daarbij vinden we het belangrijk om te kijken naar verschillende groepen studenten. Er zijn studenten die geleend hebben en een financiële compensatie zouden verdienen, maar er is ook een groep die thuis is blijven wonen en snel gestudeerd heeft, daarom geen schuld heeft opgebouwd. Hoe kunnen we ook die groep tegemoet komen? Het is heel moeilijk om te compenseren voor de ervaringen die deze studenten zijn misgelopen. Je kunt hooguit een financiële compensatie geven zodat je mensen de ruimte geeft om die ervaringen alsnog op te doen.
Studeren is niet alleen een diploma halen. Het is ook je gedachten vormen, relaties opbouwen, leren wat je leuk vindt en waar je naartoe wilt. Het is belangrijk dat studenten daarin weer meer ademruimte krijgen.
De leukste herinnering aan mijn studententijd? Dat klinkt misschien suf, maar wat ik stiekem heel leuk vond, was het samen studeren in de bibliotheek. Soms zag je aan iemand dat ie er geen zin in had, of we hadden er allemaal geen zin in. Dan kon het zomaar gebeuren dat we om twee uur ’s middags op het terras bier gingen drinken. Je kon zo spontaan een hele leuke dag beleven. Over dat soort momenten heb ik het nog vaak met vrienden.
Hoe wil Volt zorgen voor een betere startpositie voor jongeren op de arbeids- en woningmarkt?Veel jonge mensen hebben tijdelijke contracten of zijn onvrijwillig zzp’er en belanden in een moeilijke situatie wanneer ze hun baan verliezen. Wij willen ervoor zorgen dat sociale zekerheden niet meer gebonden zijn aan het type contract, maar gewoon aan de persoon. Zo willen we jongeren weer meer perspectief bieden op de arbeidsmarkt.
Daarnaast is het natuurlijk schandalig wat er de afgelopen tien jaar op de woningmarkt is gebeurd. Om op de korte termijn verlichting te brengen, willen we leegstaande gebouwen omzetten tot starterswoningen. Er staat nu meer dan drie miljoen vierkante meter leeg. Daar zouden we ongeveer 50.000 woningen van kunnen maken. Op de lange termijn willen we het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer terug. De overheid moet een meer centrale rol gaan spelen, vooral nu we bij het bouwen ook moeten denken aan duurzaamheid.
Het thema inclusiviteit heeft een grote rol in jullie verkiezingsprogramma. Wat is een inclusieve samenleving volgens jou?Dat is een samenleving waarin iedereen wordt meegenomen en niemand wordt buitengesloten. Op dit moment is dat helaas nog wel het geval. Daarom willen we een Minister voor Emancipatie en Kansengelijkheid, om ervoor te zorgen dat iedereen wordt meegenomen. We zijn hier heel bewust mee bezig, onder andere met het herkennen van onze eigen zwaktes. We hebben bijvoorbeeld allemaal training gehad over welke termen je wel en welke termen je niet moet gebruiken. Taalgebruik is ontzettend belangrijk als je ervoor wilt zorgen dat iedereen zich aangesproken voelt.
Is Volt woke?
Wel heel bewust, ja.
Volg je de discussies rond De School, Marieke Lucas Rijneveld, etc.?
Ja, ik vind het goed dat die continue maatschappelijke discussie er is. Heb ik daar hele harde standpunten in? Nee, maar ik ben wel aan het kijken hoe we de maatschappij op dat gebied kunnen verbeteren, want op dit moment worden niet alle stemmen gehoord. De discussie rond Marieke Lucas Rijneveld laat wel zien dat we breder moeten kijken dan witte vertalers.
Zeven maart was ik bij de Women’s March. Als je de verhalen daar op het podium hoort, is wel duidelijk dat onze samenleving niet voldoende inclusief is. Een journalist vertelde dat ze altijd dacht te moeten kiezen in welk hokje ze die dag naar voren zou stappen: dat van haar culturele achtergrond, haar vrouw zijn of rol als journalist. Maar op een gegeven moment dacht ze: ‘ik stop ermee elke ochtend een sticker op mezelf te plakken. Ik ben alles bij elkaar en mensen moeten daar maar mee leren omgaan.’ Dat vond ik heel krachtig, maar ik besef ook dat ik een witte man ben en dat dus zelf niet kan ervaren. Dat vraagt daarom wat extra’s vanuit mij.
Wat is dat extra’s?
Dat ik me uitspreek. Dat ik naar zo’n Women’s March ga om te laten zien dat ik gendergelijkheid als man ook belangrijk vind. Het is niet een strijd van vrouwen alleen. Mannen moeten zich ook uitspreken.
Waarom ben jij lijsttrekker en is Nilüfer Gündoğan nummer 2?
Volt is een ledenpartij, er is over gekozen. Marieke, Nilüfer en ik hebben ons kandidaat gesteld. Ik kreeg 54% van de stemmen en zij de andere 46. Dat is het korte verhaal.
Waarom denk je dat dat zo is?
We zijn aan het onderzoeken of dat komt doordat er veel mannen in de partij zitten. Maar daarnaast ik heb me kandidaat gesteld omdat ik denk dat ik een bepaalde uitstraling heb en het verhaal op een bepaalde manier kan vertellen, dus ik denk dat het daar deels ook mee te maken heeft.
Had het iets gebracht als Nilüfer het was geworden?
Ik ben heel blij dat zij naast mij staat. Het is een hartstikke krachtige en intelligente vrouw waar ik ontzettend veel aan heb. We vullen elkaar goed aan.
Europese samenwerking is voor Volt de uitweg voor veel problemen. Is er in de strijd tegen discriminatie dan ook een rol weggelegd voor Europa?Europa zou daarin zeker een rol moeten kunnen spelen, maar dan moet Europa wel een volwaardige unie worden. Op dit moment ligt er nog veel bij de natiestaten. Europa is een continent van gedeelde waarden. Voor discriminatie zou daarin absoluut geen ruimte mogen zijn, op het hele continent niet.
Concreet is er nog geen plan?
Ik ben aan het denken hoe ik dat verder kan concretiseren, maar dan zou ik even in ons beleidsstuk moeten kijken of we daar specifiek op Europees niveau maatregelen voor hebben.”
Na het interview is hier per e-mail aan toegevoegd dat Volt op Europees niveau van politieke partijen wil eisen dat ze zorgen voor een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op hun kandidatenlijsten. Ook wil de partij ambtenaren trainen zodat ze impliciete vooroordelen ten opzichte van minderheden herkennen en zorgen dat er een einde wordt gemaakt aan politiegeweld, intimidatie en profilering.
Op wat voor uitkomst hoop je 17 maart?
Minimaal drie zetels. En dan zitten we erin voor de lange termijn. Over vijf jaar willen we in staat zijn om uit zeven verschillende landen 25 zetels voor het parlement te hebben. Dan kunnen we echt onze eigen politieke groep vormen waarin we uiteindelijk in alle Europese landen onderwerpen agenderen die we belangrijk vinden, zoals klimaat, kansengelijkheid en een Europese aanpak van de corona crisis. Maar ook werken aan een effectieve democratie in Europa.
Vanuit een stabiele baan bij ABN Amro koos je voor de politiek. Hoe kijk je hierop terug?
Dat was een spannende tijd. Na de oprichting van Volt in Nederland ging het heel snel. Er waren mensen nodig die zich fulltime konden inzetten. Ik ben naar mijn baas bij ABN Amro gegaan en heb mijn baan opgezegd. Binnen een week was het geregeld. Mijn vriendin zei daarna: ‘Laurens, ik heb je nog nooit ergens zo passievol over gezien.’ Ik heb de appjes nog wel eens teruggelezen. Het heeft me mijn spaarrekening gekost, maar ik heb er geen seconde spijt van gehad.