Muziek

Voordat ze begon met zingen, wilde Roxeanne Hazes gevangenisbewaarder worden

Met haar debuutalbum In Mijn Bloed dat aanstaande vrijdag uitkomt, wil Roxeanne Hazes een nieuwe fase in haar leven beginnen. In de interviews die ze in aanloop naar de release geeft, praat ze vooral over de afgelopen tien jaar, een periode waarin ze langzaam doodongelukkig werd. Op haar veertiende deed ze mee aan So You Wanna Be a Popstar, wat de kickstart was van een zangcarrière waarin ze vooral de liedjes van haar vader opvoerde of soortgelijke muziek maakte met haar broertje André Hazes Jr. Ze merkte dat veel mensen haar niet serieus namen en haar enkel zagen als ‘de dochter van’.

Nu is het tijd om haar eigen stem te laten horen en het afgelopen decennium achter haar te laten. Ik sprak met haar af om te praten over ‘de dochter van’ zijn, wat ze had gedaan als ze niet in de muziek werkte, en het lijden aan paniekaanvallen in de entertainmentindustrie.

Videos by VICE

Noisey: Heb je eigenlijk ooit iets anders gewild dan zingen?
Roxeanne Hazes: Toen ik nog op school zat, wilde ik heel graag gevangenisbewaarder worden.

Die zag ik niet aankomen.
Ja, ik wilde echt dolgraag in de vrouwengevangenis werken. En daarvoor als kind wilde ik kinderpsycholoog worden. Ik heb altijd de behoefte gehad om mensen te helpen en ik kan goed praten, dus het leek me wel toepasselijk om daar mijn werk van te maken. En de gevangenis heb ik altijd op de een of andere manier fascinerend gevonden.

Waarom is het er toch nooit van gekomen?
Omdat ik me bedacht dat er daar misschien ook vrouwen zouden zitten die zich hebben verdedigd omdat ze klappen kregen bijvoorbeeld. Ik zou dan in mijn rol moeten blijven terwijl ik misschien wel sympathie voor ze zou hebben. Maar het is dus iets totaal anders dan wat ik nu doe, al probeer ik nog steeds mensen op mijn manier te helpen. Ik krijg best veel berichten van vrouwen over hoe Ik Was Toch Je Meisje ze door moeilijke periodes heen sleept en dat ze daar hun kracht uit halen.

Ach ja, het is uiteindelijk zo gelopen dat ik ben gaan zingen. Ik ben op mijn veertiende gevraagd voor So You Wanna Be a Popstar en daar heb ik toen ja op gezegd. Het balletje is daarna gaan rollen.

Waarom heb je toen ja gezegd? Je was nog heel erg jong.
Gewoon, omdat ik zingen toen ook al heel leuk vond. Eerst voor de spiegel en onder de douche, en daarna op school had ik een rock-‘n-rollbandje.

Hoe heette de band?
Oei, volgens mij hadden we geen naam. Ik weet wel dat we alleen maar Behind Blue Eyes van Limp Bizkit zongen.

Snap ik, het is ook een prachtig nummer.
Haha, ja toch?

In andere interviews ging het vaak over hoe je de afgelopen tien jaar hebt meegemaakt. Hoe je als veertienjarig meisje in de voetsporen van je vader trad en ging zingen, maar ook dat je heel ongelukkig was omdat je niet serieus werd genomen. Wanneer was het kantelpunt dat je stopte met wat je deed en besloot een eigen weg in te slaan?
Er was niet echt één moment. Ik kreeg zo’n drie jaar geleden heel erg last van paniekaanvallen. Mijn werk is entertainen en mensen blij maken, en dat idee vond ik heel eng. Ik had het gevoel dat iedereen wat van me wilde en dat ik alleen maar moest pleasen.

Toen viel op een gegeven moment het kwartje: ik deed iets waar ik niet gelukkig van werd. Ik moest het roer omgooien. Ik heb met veel plezier de liedjes van mijn vader gezongen, ik ben trots op mijn mooie achternaam en ik ben blij dat hij veel deuren voor me heeft geopend, maar ik heb ook mijn eigen stem, geluid en persoonlijkheid. Ik kan me in mijn muziek nu ook kwetsbaar opstellen omdat mijn liedjes autobiografisch zijn.

Ik weet dat je veel van je vader houdt, en dit bedoel ik niet op een lullige manier, maar vind je het niet vervelend dat jouw muziek onlosmakelijk met hem verbonden blijft ergens? Dat wij hier zitten voor jouw nieuwe plaat, die niet te vergelijken is met zijn werk, maar dat we onmogelijk niet over hem kunnen praten?
Nee, het ligt echt aan de situatie. Ik zat laatst bij een programma en toen werd ik geïntroduceerd als ‘de dochter van de grootste volkszanger van Nederland’. Dat vond ik toen wel een steek, omdat ik blijkbaar als ‘dochter van’ was uitgenodigd. Ze leken te zijn vergeten dat ik ondertussen fucking hard aan het werk ben om mijn eigen identiteit op te bouwen. Maar ik zal nooit vergeten waar ik vandaan kom. Hazes zit nou eenmaal in mijn DNA.

Als je zo’n bekende achternaam hebt, lijkt het me nog best een hele kluif om je eigen geluid te vinden. Ben je daar lang mee bezig geweest?
Ik ging met producer Arno Krabman werken en ik dacht in eerste instantie dat we het met een maandje wel zouden hebben geflikt. Maar toen kreeg ik te horen dat het makkelijk een jaar of twee kon duren. Daar had ik aanvankelijk geen zin in. Ik wilde niet zo lang uit de roulatie zijn, want dan vergeten mensen je.

Was je echt bang om vergeten te worden?
Natuurlijk. Ik had tien jaar lang iets opgebouwd. Achteraf was het juist goed dat ik er even uit was. Ik was uit het systeem van mensen, maar daardoor kon ik juist fris beginnen en mijn nieuwe muziek presenteren.

Kreeg je nog reacties van fans toen je ‘afwezig’ was om in de studio te zitten?
Op social media las ik weleens dingen als: “Wat is ze nou in godsnaam aan het doen?” Of mensen schreven: “Neem een voorbeeld aan je broertje, die is wel lekker bezig.” Ik zat er eerst wel mee, maar daarna riep dat juist een soort bewijsdrang bij me op, zo van: wacht maar, ik ga jullie nog verrassen. Daarnaast hoef ik ook niet per se met mijn broertje vergeleken te worden. We maken niet eens dezelfde soort muziek.

En toen was daar opeens Ballade van de Moord met Thijs Boontjes, wat uitkwam op Top Notch. Hoe ben je terechtgekomen bij het grootste hiphoplabel van Nederland?
Top Notch is de laatste jaren een stuk veelzijdiger geworden, dus het is niet alleen een hiphoplabel. Maar ik snap wat je bedoelt. Ik leerde Kees de Koning voor het eerst kennen ten tijden van JAH6, een coverband die liedjes van mijn vader mixte met reggae. Toen ontmoette ik hem weer bij de clipopnames van Dominique waar mijn moeder in speelt. Ook wilde Top Notch heel erg graag een youtubekanaal maken voor papa, en daar hebben we toen over gepraat. Op een gegeven moment wilde ik gewoon zijn mening weten over een paar nummers die af waren. Hij was zo gek op Judaskus dat hij voorstelde om mij te helpen bij het uitbrengen van mijn plaat. Ik wilde het in eerste instantie in eigen beheer uitbrengen, maar daar weet ik uiteindelijk niks van. Ik vind het leuker om me te concentreren op het artiest zijn.

Over een paar dagen komt dan eindelijk je debuutalbum In Mijn Bloed uit, waar je drie jaar keihard aan hebt gewerkt. De plaat die de echte Roxeanne Hazes moet introduceren aan de wereld. Hoe voelt dat?
Ik kijk er heel erg naar uit, maar ik vind het ook fucking eng. Zo erg dat ik er niet van kan slapen. Volgens mij heb ik de laatste paar dagen vier uur in totaal geslapen. Daarnaast is alles wat in de aanloop mis kon gaan, misgegaan. Ik ben nu grieperig, iemand van mijn band is komen weg te vallen en ga zo maar door. Maar je kunt dit beter maar nu allemaal achter de rug hebben, dan gaat het straks in ieder geval goed.