Tech

‘Waar nieuws’ vind je alleen in dictaturen

Facebook heeft het begrepen. Bij haar poging om zogenaamd nepnieuws uit te bannen, doet het bedrijf naar eigen zeggen geen uitspraken over waarheid. Bij de evaluatie van potentieel nepnieuws wordt slechts gekeken naar methode en accuraatheid, niet naar ‘waar’ en ‘onwaar’. Deze nuancering brengt Facebook niet toevallig aan. Welk nieuws waar en onwaar is, is in een vrije samenleving namelijk niet te definiëren. ‘Waar nieuws’ vind je dan ook alleen in dictaturen.

Filosofen zijn al millennia bezig met het onderzoeken van de betekenis van ‘waarheid’. In ieder geval sinds Wittgenstein, die zijn filosofie bedreef in de eerste helft van de vorige eeuw, zijn filosofen het er grotendeels over eens dat ‘waarheid’ geen onproblematisch concept is en dat een claim op waarheid, zeker als die niet te maken heeft met empirisch waarneembare zaken, een buitengewoon gevaarlijk en verdacht iets is. Journalisten die pas na de Amerikaanse presidentsverkiezingen roepen dat het post-waarheidstijdperk is aangebroken zijn, zogezegd, late to the party.

Videos by VICE

‘Waarheid’ is geen onproblematisch concept en de claim op waarheid is een buitengewoon gevaarlijk en verdacht iets

Woorden en concepten op hoger abstractieniveau, bijvoorbeeld over politiek en moraal, hangen vaak samen met een wereldbeeld dat door de schrijver als ‘neutraal’ wordt voorgesteld, maar in feite niet neutraal is. De nepnieuwsdiscussie speelt zich niet toevallig af op deze gebieden waar feit en mening ongemerkt in elkaar overlopen. De fout die Facebook wil vermijden met haar methode van nepnieuws bestrijden, is het vellen van een ideologisch oordeel over een ideologisch oordeel: Facebook wil niet bepalen wat ‘waar’ of ‘onwaar’ is.

Dat zou namelijk het hele doel, het vinden van feitelijke onjuistheden die zijn verstopt tussen ideologische claims, onderuit halen. De enige manier om nepnieuws te bestrijden zonder daarbij zelf ideologische claims te maken, is een rigide focus op journalistieke methode.

Bijvoorbeeld: Als een journalist onderzoek doet naar klimaatverandering praat hij met wetenschappers A en B. Vervolgens produceert hij zelf een artikel, C. C is niet zelf weer een theorie over de waarheid van klimaatverandering, maar een verslaglegging van bronnen en feiten. Een journalist die wil kijken of het stuk over klimaatverandering wel klopt, gaat na of de bronnen betrouwbaar zijn. Als hij aanwijzingen vindt dat bron A wordt betaald door een groot oliebedrijf, kan hij op basis daarvan kanttekeningen plaatsen bij de journalistieke waarde van het artikel.

Een journalist gaat dus niet zelf over waarheid, want hij is niet in een positie om te bepalen wat waar is.

Wel is hij in een positie om aan te tonen dat er geen betrouwbare bronnen zijn voor Pizzagate en dat er, eenmaal ter plaatse, niemand is die ooit heeft gehoord van een pedofielennetwerk dat, al dan niet door Hillary Clinton en John Podesta, wordt gerund vanuit een pizzeria.

Nu in Amerika de favoriete kandidaat van de ‘progressieve’ mainstream media heeft verloren, volgens sommigen door het verspreiden van nepnieuws, is de discussie over nepnieuws enorm opgelaaid. Pro-Hillary-media zijn doorgaans voor een ban op ‘nepnieuws’, pro-Trump- alsook onpartijdige media zijn er meestal faliekant op tegen. Maar wat ‘nep’ is hangt zo sterk samen met politieke kleur dat het aanpakken van nepnieuws een horzelnest is waar een marktpartij als Facebook, die een dienst aanbiedt aan zowel linkse als rechtse gebruikers, zich zo min mogelijk in wil mengen.

Nu Facebook niet lijkt te gaan proberen zelf arbiter van de waarheid te worden, ontsnapt het bedrijf op het nippertje aan verdere vergelijkingen met Orwells 1984. De hoofdpersoon in het dystopische boek werkt op het Ministerie van Waarheid en heeft daar een dagtaak aan het herschrijven van (media)berichten om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe absolute waarheid, opgelegd uit naam van de totalitaire leider van Oceania, Big Brother.

In een onvrije samenleving zoals die in 1984, is 2+2=4 zolang de partij dat voorschrijft.

In een onvrije samenleving zoals die in 1984, is 2+2=4 zolang de partij dat voorschrijft. Als Big Brother morgen beslist dat 2+2=5, dan is dat de waarheid. En het probleem met dit soort absolute waarheid is dat het om ‘absoluut’ waar te zijn ook nooit anders mag zijn geweest. Het Ministerie van Waarheid is ervoor om te zorgen dat de ‘feiten zich aan de waarheid aanpassen’. Als Oceania nu in oorlog is met Eurasia is het altijd in oorlog geweest met Eurasia, en moeten de krantenartikelen die verslag doen van de oorlog met Eastasia worden herschreven om ‘waar’ te blijven.

In een vrije samenleving is waarheid niet absoluut en onveranderlijk, maar dynamisch. Het verschil tussen een vrije samenleving en een dictatuur is dan ook een kwestie van wie het productieproces van waarheid in handen heeft. Is het antwoord ‘niemand’ of ‘iedereen’, dan is er sprake van een vrije samenleving. Is het antwoord ‘de overheid’ of ‘Facebook’, dan hebben we te maken met een dictatuur van de geest.

Gevolg van het gegeven dat er geen dictator is om te bepalen of Zwarte Piet nou wel of geen racisme is, is dat ideologische discussies potentieel eindeloos blijven voortwoeden. De tegenstanders van Zwarte Piet strijden om het dictatorschap over het concept ‘Zwarte Piet’ met de voorstanders: Zwarte Piet is altijd een onschuldige kindervriend geweest en zal dat ook altijd blijven, of Zwarte Piet is een racistisch stereotype en zal dat ook altijd zijn. De betekenis van de woorden zelf staat op het spel en daarmee alle concepten en associaties waar die woorden mee samenhangen. Het gaat dus nooit ‘slechts’ om een woord (of kleur schmink), maar ook altijd om wereldbeelden. Fundamenteler dan dat wordt het niet.

Journalisten kunnen dus ‘liegen’ in de manier waarop ze denken, praten en schrijven. Om deze reden liggen zelfs de meest ‘neutrale’ media constant onder vuur van mensen met een andere interpretatie van woorden. Een persoonlijk voorbeeld. Onlangs kwam The Guardian US met een vergelijkend artikel tussen de huidige president Obama en de aankomende president Trump. De ondertitel was “Obama’s term passed without a whiff of scandal“. Dit in tegenstelling tot Trump, die meteen al door controverse omgeven zal beginnen aan zijn presidentschap.

Wat mij trof was het gebruik van het woord ‘schandaal’. De schrijver van het opiniestuk bedoelt met schandaal kennelijk persoonlijke blunders, zoals een buitenechtelijke affaire of een tienerzwangerschap van een van de Obama girls. In dat opzicht heeft Obama geen schandaal veroorzaakt en Trump, met zijn grove opmerkingen en meerdere gestrande huwelijken, duidelijk wel.

Maar wat ik schandalig vind, is dat het dronebombardement van 7 landen, en een Nobelprijs voor de Vrede op de koop toe krijgen, door de auteur blijkbaar niet schandalig wordt gevonden. Of het decennialang opsluiten van klokkenluiders die in het publieke belang oorlogsmisdaden openbaren. Of het stiekem afluisteren en bespioneren van de hele wereld. Met een woord kwam mijn hele wereldbeeld ter discussie, en dat is prima. Dat is waar opiniepagina’s voor zijn.

Reporters, daarentegen, gaan in een land met vrije pers op zoek naar de argumenten voor en tegen een bewering. Hoor en wederhoor, de laatste tijd nogal verketterd, maakt dat een journalist geen arbiter is van waarheid, maar een werktuig voor het verspreiden van informatie. Zodra journalisten gaan bepalen wat ‘waar’ is, begeven ze zich op glad ijs. Hun waarheid wordt namelijk niet door iedereen gedeeld en is bovendien niet absoluut. De universele mogelijkheid van publiceren op internet zorgt ervoor dat media, zelfs als ze het allemaal roerend met elkaar eens zouden zijn, nooit een monopolie op waarheid kunnen claimen.

Geen journalist is neutraal, want hij handelt in woorden en woorden zijn onlosmakelijk verbonden met wereldbeelden. Fact-checking zou daarom nooit meer moeten willen doen dan het controleren van de methode. De definitie van nepnieuws mag dan ook niet verder gaan dan ‘artikelen waarbij de journalistieke methode niet of niet nauwkeurig is gevolgd.’ Hoe meer media zich gaan mengen in de strijd om waarheid en betekenis, hoe meer het onderscheid tussen nieuws en nepnieuws zal komen te vervagen.