Illustratie door Ole Tillmann
Op 17 juni 2015, één dag voor het begin van de Ramadan, kondigde premier Kalzeubet Pahimi Deubet van Tsjaad, waar voornamelijk moslims wonen, aan dat boerka’s, tulbanden en andere vormen van religieuze gezichtsbedekking op nationale schaal zouden worden verboden. De regels waren uitzonderlijk streng: gezichtssluiers waren per direct overal verboden (dus niet alleen in publieke gebouwen), overtreders zouden gearresteerd worden en politieagenten kregen de opdracht om op markten hoofddoeken te verbanden. Toch maakten lokale moslims er niet een al te groot probleem van.
Videos by VICE
De overheid had deze regels ingevoerd om de nationale veiligheid te kunnen blijven garanderen in de context van herhaaldelijke bomaanslagen in het land, vooral in hoofdstad N’Djamena. De daders, vermoedelijk strijders van Boko Haram die Tsjaad straffen omdat het land samen met Nigeria tegen de groepering strijdt, zouden herhaaldelijk van sluiers gebruik hebben gemaakt om explosieven te verbergen. Daarop werden er niet bepaald halfbakken maatregelen genomen: Tsjaad begon onmiddellijk met het bombarderen van Boko Haram-basissen, stelde een grootschalig onderzoek in naar lokale collaborateurs, en voerde dus het sluierverbod in.
Volgens Elisha Renne, een expert op het gebied van religieuze kleding in Afrika die verbonden is aan de Universiteit van Michigan, hebben andere landen (zoals Nigeria) in het verleden nog veel meer problemen gehad met onder boerka’s verborgen explosieven. Daar is het echter nooit van zo’n verbod gekomen, waarschijnlijk uit angst over ophef binnen de orthodoxe gemeenschappen over wat wordt gezien als een zeldzame dreiging. In de weken na het verbod in Tsjaad is de discussie echter weer hevig opgelaaid.
In Tsjaad is het van zulke ophef dus nooit gekomen. Volgens Lori Leonard, een sociologe van Cornell University met uitgebreide ervaring in Tsjaad, komt dat deels omdat locals bijna nooit volledig gesluierd over straat gingen. Bovendien is er onder de bevolking aanzienlijk draagvlak voor overheidsprogramma’s om de terreur van Boko Haram te bestrijden.
Zie hier de grote ironie van Boko’s sadistische acties: de militanten willen de mensen in de richting van een conservatievere Islam duwen, maar hun acties zijn zo afschrikwekkend dat ze een land met een grote moslimmeerderheid zover krijgen om strenge anti-sluierwetten in te voeren.
Ook in Niger, net ten westen van Tsjaad, met eveneens een voornamelijk islamitische populatie, is afgelopen maand uit angst voor aanslagen een verbod op gezichtsbedekkende sluiers ingevoerd. Hoewel er ook hier al meerdere aanslagen van Boko Haram zijn geweest, lijkt deze maatregel meer van preventieve aard te zijn dan een reactie op een recente aanslag. Het is vooralsnog onduidelijk of de reactie van de moslims aldaar even gematigd zal zijn als bij de oosterburen.