Sport

Waarom de Nederlandse transferperiode de beste afleiding is in komkommertijd

Voor voetballiefhebbers staat de zomer slechts voor één ding: de transferperiode. Dagenlang in onzekerheid verkeren omdat je niet weet of jouw favoriete club de nieuwe Roberto Carlos of de nieuwe Michael Ball gaat kopen. Omdat Nederland precies tussen de top en de onderste regionen van het profvoetbal zit, is het hier altijd feest. Laat me je uitleggen waarom.

Soms mogen we dromen van wereldtoppers. Zo werd in de zomer van 2014 bekend dat Ajax interesse had in Samuel Eto’o, de man die in zijn tijd bij Anzhi Makhachkala twintig miljoen euro per jaar verdiende. De interesse van Ajax was niet zomaar een loos geruchtje. De directie van Ajax sprak ook daadwerkelijk met Eto’o in Parijs. “Samuel kwam enorm gretig op me over,” zei technisch directeur Marc Overmars over dat gesprek. De zaakwaarnemer van de Kameroener was waarschijnlijk wat minder gretig, maar toch gloorde er hoop in Amsterdam. Twitter en Facebook werden gek.

Videos by VICE

De Telegraaf had in Nederland de scoop. (Foto: Proshots)

Nederland zag het helemaal voor zich: Eto’o die zeven keer zou scoren tegen Go Ahead Eagles, Eto’o die tijdens een vrij weekend de Efteling zou bezoeken, of, nog beter, Eto’o die op een offday in de broekzak van Michel Breuer zou verdwijnen. Het mocht uiteindelijk niet zo zijn. Toen Eto’o en zijn entourage tot twee keer toe niets van zich lieten horen voor de afgesproken deadlines, besloot de directie van Ajax om snel naar buiten te brengen dat ze afzagen van de komst van Eto’o. Alsof je de mooiste van de klas mee uit vraagt en bij gebrek aan reactie laat weten dat je toch nooit geïnteresseerd was.

Soms gaan de geruchten ook precies de andere kant op en wordt een relatief anonieme Nederlandse speler aan een wereldclub gelinkt. Zo had FC Barcelona in 2014 volgens het Spaanse Sport interesse in Jeffrey Gouweleeuw, die kort daarvoor SC Heerenveen voor AZ had verruild. Wat, waarom en hoe Barça interesse zou hebben in Gouweleeuw, werd niet geheel duidelijk. Een jaar later was het de beurt aan Dirk Kuyt, die toen al in de nadagen van zijn carrière zat. Voetbalsupporters zijn inmiddels al wat voorzichtiger geworden wat betreft het geloven van geruchten, maar toch kan Twitter nog steeds ontploffen als de tante van de moeder van Wesley Sneijder ergens op een vliegveld wordt gespot.

Merab Jordania en Ted van Leeuwen presenteren Slobodan Rajkovic en Nemanja Matic. (Foto: Proshots)

Sinds een paar jaar hebben we in Nederland ook clubs die eigendom zijn van obscure miljonairs uit het buitenland, wat altijd garant staat voor een transferperiode als een rollercoaster. Toen Merab Jordania Vitesse overnam, kondigde hij de komst van een aantal nieuwe spelers aan met de inmiddels befaamde uitspraak: “Give me two days”. Achteraf bleek dat een oud-Georgisch gezegde met een andere betekenis en duurde het langer voordat er versterkingen kwamen. Die versterkingen kwamen er natuurlijk wel, vooral van moederclub Chelsea.

Aleksei Korotaev, de buitenlandse investeerder van Roda JC die kort na zijn komst de bak in ging, was afgelopen winter een stuk slagvaardiger. Hij trok een blik vreemdelingen open om de club maar in godsnaam in de Eredivisie te kunnen houden. Die mix van vergeldingsdrang en paniek leverde negen nieuwe spelers op met de meest uiteenlopende nationaliteiten. Evert ten Napel zal er nog weleens nachtmerries van hebben. Bijzonder veel effect had het ook niet. Roda JC bleef op het nippertje in de Eredivisie, maar de meeste exotische ‘versterkingen’ waren toen al weer afgeserveerd.

Roda JC presenteerde in de winter in een keer acht nieuwe spelers. (Foto: Proshots)

Overigens hoeven clubs niet per se een nieuwe eigenaar te krijgen om een heel peloton vreemdelingen aan te trekken. Soms krijgt een club de smaak te pakken zodra een nieuweling goed presteert. Zo besloot VVV-Venlo, waar voorheen Ken Leemans zo ongeveer de meest exotische naam was, om in 2007 de Japanner Keisuke Honda te kopen, die uitgroeide tot een ster. In de jaren daarna heeft VVV-Venlo nog vier andere Japanners binnengehaald. Het lijkt erop dat de Limburgse club telkens een royale groepskorting krijgt als het exotische spelers haalt, aangezien er in het seizoen 2011/2012 ook opeens vijf spelers met Nigeriaanse roots in de selectie zaten. Het jaar erna stonden er plotseling drie Portugezen onder contract. Zo werd Venlo, ironisch genoeg de geboorteplaats van Geert Wilders, een verzamelplaats voor buitenlanders. Ook voor de fans moet het af en toe gevoeld hebben alsof ze naar een slechte spelshow uit de jaren tachtig keken, waarbij het telkens weer een verrassing was wie er de trappen van stadion De Koel afdaalde. Afgelopen seizoen liep Arsenal-talent Gedion Zelalem ertussen.

Maar Zelalem is niet het enige gewezen talent dat uit het niets op is gedoken in Nederland. Sommige clubs krijgen opeens een lading voormalige toptalenten op het trainingscomplex afgeleverd omdat ze dik zijn met een bepaalde zaakwaarnemer. Zo stonden vorig jaar Ouasim Bouy, Hachim Mastour, Gustavo Hebling en Philippe Sandler bij PEC Zwolle onder contract. De vier spelers hebben twee dingen gemeen: ze zijn (nog) niet geslaagd bij een topclub en hebben een volslanke zaakwaarnemer die berucht is over de hele wereld.

Mino Raiola in gesprek met Bert van Marwijk. (Foto: Proshots)

Die zaakwaarnemer, Mino Raiola, is met zijn excentrieke interviews en opruiende tweets de perfecte bad guy in de koningsdrama’s van elke transferperiode. In Zwolle werd vooral van Mastour, die door Ron Jans een “Hans Klok-voetballer” werd genoemd, veel verwacht. Een jaar – waarin Mastour 150 minuten speelde – later was duidelijk dat supporters beter niet te vroeg kunnen juichen als Raiola één van zijn ‘magiërs’ aflevert. De enige overeenkomst tussen Klok en Mastour is dat ze beiden een mooie kop met haar hebben.

Een ander terugkerend ritueel is de enorme paniek bij clubs op Deadline Day, de laatste dag dat de transfermarkt open is. Fans van FIFA weten hoe het gaat: je hoort de klok tikken terwijl je ondertussen maar als een gek gaat bieden op spelers die je eigenlijk helemaal niet wilt. Het voordeel van FIFA is dat je verder geen rekening hoeft te houden met woedende supporters die voor de deur staan na een weinig tactvolle transfer. In het echte leven loopt dat weleens anders, zo leerde de clubleiding van Feyenoord in 2006.

Al wekenlang gingen er geruchten over wie de nieuwe spits van Feyenoord zou worden. John Carew? Of misschien toch de Braziliaan Vágner Love? Uiteindelijk kwam technisch directeur Peter Bosz op de proppen met Angelos Charisteas, de derde spits van rivaal Ajax. Voor Feyenoorders moet dat gevoeld hebben alsof ze een toastje met kaviaar werd voorgehouden, maar ze uiteindelijk een broodje met asbest opgediend kregen. Ze richtten hun woede op de directie, met veel rollende “godverredomme’s” en moeders die gelinkt werden aan het oudste beroep ter wereld. Het schijnt dat elke keer als je de naam Charisteas in de binnenstad van Rotterdam roept, er een bushokje gesloopt wordt.

Charisteas werd geen succes in de Kuip. (Foto: Proshots)

Ook in Amsterdam worden er in een vlaag van paniek nog weleens aparte verrassingen uit de hoge hoed getoverd op het laatste moment. Zo huurde Ajax in 2009 op Deadline Day twee Braziliaanse verrassingen: de Brazilianen Kerlon, bekend van zijn ‘zeehondendribbel’, en Zé Eduardo, bekend van eigenlijk niets (dit was een jaar later nog steeds het geval). In de jaren daarna werden ook houthakkers Teemu Tainio en Niki Zimling net voor het sluiten van de transfermarkt gehaald. Zij bleken uiteindelijk vooral “erg belangrijk in de kleedkamer”. Dat betekent in voetbaltaal dat je er geen hout van kan.

En dat is precies zo mooi aan de Nederlandse transferperiode. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Soms hoop je wekenlang en koopt je club de nieuwe Luis Suárez, een andere keer droom je de hele zomer van een toptransfer en harkt je club alleen transfervrije Robbie Haemhouts binnen. Maar als supporter heb je er niks over te zeggen, dus je kunt er maar beter van genieten. Dat verzet tegen silly season geen zin heeft, lieten Feyenoord-fans recent zien. Toen AS Roma-supporters de aanstaande transfer van Rick Karsdorp naar hun club al bezegelden door zijn instagramaccount te overspoelen met welkomstberichten, besloten Feyenoorders precies hetzelfde te doen bij een willekeurige speler van AS Roma.

Stephan El Shaarawy, die geen idee had wat er gebeurde, werd op zijn instagramaccount opeens bestookt met welkomstgroeten van Feyenoord-supporters. Soms is het het beste om als supporter zelf een schepje bovenop de transfergekte te doen. Het is de enige vorm van invloed die je nog hebt in zo’n onzekere tijd.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.