Een rondje googelen op “cashless society” en je weet dat contant geld een van die dingen is waarover mensen het ontzettend oneens zijn. Mensen die hechten aan privacy en anonimiteit zijn als de dood voor het Big Brother-potentieel van een economie waar iedere transactie via een kanaal gaat dat staatseigendom is of door de overheid wordt gecontroleerd. Sommige christenen zien in de cashloze toekomst zelfs de vervulling van een vers uit het bijbelboek Openbaringen waarin de antichrist heer en meester is over een globaal monetair systeem. Voorstanders van cashless houden zich te midden van dit kabaal wijselijk gedeisd en wachten het moment af waarop cash de weg van de floppy gaat. Want dat contant zijn langste tijd gehad heeft is zeker.
De officiële redenen om cash in de ban te doen verschillen, van het vereenvoudigen van transacties in Denemarken, tot het bestrijden van terrorisme in Frankrijk. Het IMF zet de associatie van cash met criminaliteit dik aan, en stelt een aantal beleidsstappen voor, waaronder het afschaffen van het 500-eurobiljet, het stellen van een plafond aan cashtransacties en het registreren van cash die de landsgrenzen overgaat.
Videos by VICE
Oorlog tegen cash
Het probleem voor overheden is natuurlijk dat het lastig is om in de gaten te houden waar cash naartoe gaat. In de woorden van Vinay Gupta, expert op het gebied van de wisselwerking tussen de digitale en analoge wereld, maakt het niet uit in welke richting de overheid een samenleving probeert te sturen. “Cash zit altijd in de weg,” zegt hij. Je kunt het moeilijk volgen en niet belasten. Kortom, als overheid ben je er het liefst zo snel mogelijk vanaf. Nu de technologie steeds meer de mogelijkheid biedt om fysiek geld te vervangen door digitaal geld, is het geen wonder dat overheden en centrale banken gretig toehappen.
De reden dat er nu een ‘oorlog tegen cash’ woedt is dus niet omdat overheden nu pas doorhebben dat cash controle lastiger maakt, maar omdat het makkelijker is geworden daar wat aan te doen. Het grote en historisch unieke voordeel van elektronisch geld voor overheden en banken is dat ze de omloopsnelheid van geld kunnen beïnvloeden door cash weg te nemen. De omloopsnelheid van geld, hoe snel mensen hun geld uitgeven, is altijd oncontroleerbaar geweest en mede daarom door de meeste economen nogal verwaarloosd.
Toen mijn overgrootoma de pijp aan Maarten gaf en haar kinderen haar armetierige huis leeghaalden, vonden ze tot hun verbazing honderdduizend gulden aan contant geld verstopt in een afgeragde bank, onder het matras, in de haard en achter de oven. Als haar kinderen al niet wisten dat al dat geld er was, hoe moet een overheid (kuch, de belastingdienst) daar dan achter komen? En als een overheidsinstantie er al achter komt, hoe gaat die de omloopsnelheid van dat geld beïnvloeden? Mark Rutte deed een dappere poging door burgers aan te raden om van hun spaargeld spullen te kopen, maar op anarchistische bikkels als mijn overgrootoma maakt zo’n pleidooi natuurlijk weinig indruk.
Negatieve rente
Een cashloze samenleving biedt de overheid een unieke kans om jou dingen te laten kopen, door gebruik te maken van ‘negatieve rente’. Dat is precies wat je denkt dat het is: je geld op de spaarrekening wordt geleidelijk aan minder in plaats van meer waard. Als je je nu afvraagt: “Het hele punt van geld op de bank zetten is juist dat het meer waard wordt, niet minder, dan kan ik het beter zoals de overgrootoma van Andrea in het matras verstoppen?” dan heb je pech als cash niet meer bestaat.
De tweede beste optie – namelijk om het geld dan maar zo snel mogelijk uit te geven – is precies de bedoeling van negatieve rente. Afhankelijk van hoe snel de overheid de geldomloop wil hebben kan het (negatieve) rentepercentage onmiddellijk worden bijgesteld, of kan er een belasting worden geheven op elektronische transacties in het geval dat iedereen juist tegelijk aan het kopen slaat en de economie oververhit raakt.
Volledig elektronisch geld biedt ook een oplossing voor het probleem van inflatie. Als we uitgaan van modern monetary theory (MMT), waarbij de overheid het monopolie heeft op geldcreatie via een centrale bank, kan een overheid makkelijk geld bijdrukken in tijden van economische depressie. Weinig mensen zullen protesteren als de overheid ineens meer geld in de economie pompt door banen te creëren en goederen te kopen. De keerzijde is echter dat dit geld, dat uit het niets wordt gedrukt en in de economie wordt gepompt, daar later als het beter gaat ook weer uit moet om inflatie te voorkomen. Het ‘extra’ geld wordt zo onherroepelijk een publieke schuld die moet worden verhaald op de populatie als de economie aantrekt.
Belasting of inflatie
Mensen gaan gegarandeerd klagen als de overheid dat geld weer door middel van belastingen uit de economie haalt om inflatie tegen te gaan. De Panama Papers tonen aan hoe handig mensen zijn in het omzeilen van zulke maatregelen. In een samenleving waar je ontraceerbare cashtransacties hebt, blijft dit altijd een probleem voor de aanhanger van MMT. Als er geen cash meer in omloop is, is dit probleem opgelost.
Geld hoeft niet cash te zijn om inflatie te veroorzaken. Ook surplus elektronisch geld moet weer worden teruggehaald. In een cashloze samenleving kan dat door een druk op een knop bij de centrale bank en, hoppa, de negatieve rente gaat van -1 naar -5. Het vervangende elektronische systeem is honderd procent traceerbaar, een ‘zwarte markt’ met elektronisch staatsgeld is zo onmogelijk gemaakt. Dag belastingontwijking, dag criminaliteit, dag privacy, dag burgerrechten. Een natte droom voor mensen die hun overheid het liefst hebben zoals hun bankrekening bij positieve rente: zo groot mogelijk.
Van fractionele naar volledige dekking
Het idee van ‘negatieve rente’ is niet nieuw. In de Grote Depressie na de beurscrash van 1929 kwam de Amerikaanse econoom Irving Fisher met een soortgelijk plan. Alleen was het nogal vervelend om te implementeren. Het vereiste het steeds opnieuw kopen van een stempel voor je bankbiljet waardoor het zijn waarde zou behouden, wat in de praktijk neerkwam op vaak en lang in de rij staan. Daardoor kreeg hij het niet geïmplementeerd. Na de volgende grote crash van het huidige systeem van fractioneel bankieren, namelijk die in 2007, wordt echter weer volop gesproken over het volledige dekking-bankieren-alternatief van Fisher. Door de transformatie van cash naar elektronische betaling zou zijn economische plan zomaar kunnen werken.
Crypto-verzet is zinloos
Voor degenen onder ons die geld toch liever onder het matras houden is er een digitaal alternatief: cryptovaluta. Bitcoin is zo’n overduidelijke manier om het monetaire superplan te torpederen dat ik aan Vinay vroeg hoe het komt dat overheden en het IMF daar geen woord aan vuilmaken. “Buiten hoogtechnologische kringen als de NSA en GCHQ weten politici helemaal niets van crypto af,” antwoordde hij.
Helaas is dit voor hem geen reden om optimistisch te worden. “Bitcoin is piepklein,” zei hij, “en kan binnen een week om zeep worden geholpen. Hoeveel honderd procent bonafide bedrijven gaan op de schop als Bitcoin verdwijnt?” Bovendien is TOR – waar de anonimiteit van Bitcoin grotendeels op draait – een project van de Amerikaanse overheid. Volgens Vinay betekent dit dat Bitcoin “waarschijnlijk een enorme honingpot van sterk geauthenticeerde criminele transacties is die de overheid bij wijze van experiment toelaat, met een hoop burgeractiviteit als bijzaak.”
Daar komt nog bij dat bedrijven als Google en Facebook de NSA voorzien van alle informatie die ‘het systeem’ nodig heeft om iedere technologische bedreiging ervan voor te zijn. “Daarnaast heeft de overheid een enorme voorsprong op het gebied van spionage, heeft de overheid public-key-cryptografie uitgevonden, en heeft de NSA tenminste een van de voor cryptotransacties gebruikte block ciphers gekraakt.” Vinay gelooft dat blockchain de wereld wel degelijk een betere plek gaat maken, alleen zit het omverwerpen van de overheid volgens hem niet inbegrepen bij het cryptopakket.
Wij zijn Big Brother
Toch is de race nog niet gelopen. Zodra cash verdwijnt en een elektronische cashflow de nieuwe realiteit wordt zullen de nieuwe zwakheden worden geëxploiteerd door hackers. Mensen zullen nieuwe manieren verzinnen om hun privéleven privé te houden. Vinay kan zich er niet echt druk om maken. “Vergeleken met Facebook, Google en het universele gebruik van mobiele telefoons is de cashloze samenleving een relatief kleine uitbreiding van staatsmacht ten koste van burgerlijke vrijheden.”
Ook is het volgens hem niet een centrale overheid die cash om zeep helpt, maar doet vooral het gemak van contactloos betalen dat. “Overheden kunnen het wel aanmoedigen, maar ze kunnen niet eventjes consumentengedrag veranderen op zo’n grote schaal zonder enorme investeringen.” Als wij niet zouden pinnen en online bankieren was er nu geen war on cash en kende niemand van ons de term ‘negatieve rente’. Uiteindelijk is het niet de overheid of de antichrist die onze privacy en contanten vernietigt, maar doen we dat zelf.