Vorig jaar publiceerden onderzoekers van de journalistiekopleiding USC Annenberg hun jaarverslag over (het gebrek aan) diversiteit in Hollywood. Hierin stond onder meer dat “uitsluiting in Hollywood eerder de norm lijkt dan de uitzondering.”
En toen kwam Black Panther, met zijn vrijwel volledig zwarte cast, fantastische representatie van sterke vrouwen, Afrikaanse setting en genuanceerde personages en verhaallijnen. De superheld in de film is T’Challa, een Afrikaanse koning van een technologisch geavanceerd land, die met bovenmenselijke kracht zijn mensen en hun manier van leven beschermt. Hij wordt omringd door sterke vrouwen, waaronder prinses Shuri, een briljante technicus en zijn kleine zusje, Okaye, een generaal die loyaal is aan haar land maar ook iemand anders’ geliefde is, en Nakia, de liefde van zijn leven en een spion.
Videos by VICE
Stacy Smith, een van de auteurs van het eerder genoemde diversiteitsverslag, feliciteerde de producers van de film in een tweet en voegde eraan toe: “Er moet nog veel meer gebeuren, maar dit weekend was een grote stap voorwaarts.”
De film van Marvel en Disney bracht een bedrag op dat records brak, ontketende een stortvloed aan reacties op sociale media en zorgde voor een hele hoop achtergrondartikelen. Dat laat zien hoe graag het publiek verhalen als Black Panther wil zien – verhalen die zich richten op de mensen die zwaar ondervertegenwoordigd zijn in de massamedia.
Op maandag sprak Michelle Obama zich uit over de culturele impact van de film. Ze tweette: “Proficiat aan het hele team van #blackpanther. Dankzij jullie kunnen jonge mensen eindelijk superhelden op het witte doek zien waarin ze zich kunnen herkennen. Ik vond de film geweldig en ik weet dat-ie mensen van alle achtergronden zal inspireren en aan zal moedigen om de held van hun eigen verhaal te zijn.”
Zoals Obama dus zegt: representatie is belangrijk. Carlos Cortes, een historicus die het boek The Children Are Watching: How the Media Teach About Diversityschreef, gaf in een artikel uit 1987 een voorbeeld over wat er gebeurt als representatie ontbreekt. Hij schreef: “In een aflevering van de spelshow The $25,000 Pyramid waren twee deelnemers die het woord ‘gangs’ aan het oosten van LA verbonden. Waarom? Omdat massamedia zo werkt. Als het publiek alleen maar negatieve beelden ziet van minderheidsgroepen [in dit geval had hij het over de Latino-bendes in LA, die de hele tijd in het nieuws waren] zullen die weergaven het publieke imago bepalen.”
“Ten eerste ‘onderwijzen’ zowel het nieuws als entertainmentprogramma’s het publiek over minderheden en andere etnische en maatschappelijke groepen, zoals vrouwen, homoseksuelen en ouderen – zowel opzettelijk als onopzettelijk,” schreef Cortes.
“Ten tweede hebben deze massamedia een bijzonder krachtige educatieve impact op mensen die weinig of geen direct contact hebben met de mensen die worden weergeven.”
Hij vervolgde: “Minderheden realiseren zich – ondersteund door onderzoek – dat media niet alleen invloed hebben op hoe anderen naar hen kijken, maar ook op hoe zij zichzelf zien.”
Helaas is er sinds de jaren tachtig weinig veranderd. Uit een onderzoek uit 2011van The Opportunity Agenda bleek dat zwarte mannen in media meestal negatief worden geportretteerd, beperkt worden tot een handvol “positieve” stereotypen, afgeschilderd worden als platte personages of helemaal ontbreken. (Uit het verslag van USC Annenberg van vorig jaar bleek bijvoorbeeld dat in een kwart van de negenhonderd geanalyseerde films niet één zwarte man met tekst of een naam zat.)
Het publiek – vooral zij die weinig in aanraking komen met mensen buiten hun gemeenschap – stelt deze beperkte en harde representatie van mediabeelden doorgaans gelijk aan de echte wereld. Dat kan vervolgens leiden tot “minder aandacht van artsen tot strengere straffen van rechters, minder kans om aangenomen te worden voor een baan of toegelaten te worden tot een school, minder kans om een lening te krijgen en een grotere kans om door de politie te worden neergeschoten,” schrijven de auteurs.
Uit het onderzoek bleek ook dat zwarte mannen zelf beïnvloed worden door deze mediabeelden: “Negatieve mediastereotyperingen (misdadigers, criminelen, gekken en achtergestelden) zijn demoraliserend en verminderen het gevoel van eigenwaarde en verwachtingen.” Daaraan wordt toegevoegd dat de stereotypes ook kunnen leiden tot stress en “in sommige gevallen de cognitieve systemen kunnen verminderen.”
De conclusie van een onderzoek uit 2012 naar representatie op televisie en de impact hiervan op het zelfbeeld van kinderen was vergelijkbaar. De onderzoekers onderzochten bijna vierhonderd zwarte en witte jongens en meisjes, en ontdekten dat de witte jongens de enige demografische groep was die geen lager zelfbeeld had gekregen na het televisiekijken. Ze verklaarden dit aan de hand van de raciale stereotypes en de manier waarop zwarte personages werden afgebeeld: “Zwarte mannelijke personages worden onevenredig weergegeven als dommeriken of als bedreigende en weerbarstige jeugd. Zwarte vrouwelijke personages worden meestal afgebeeld als exotisch en seksueel beschikbaar.” De representatie van witte jongens op de televisie was daarentegen “vrij positief van aard.”
Dat is waarom Black Panther zo belangrijk is. Dania Gurira, de actrice die generaal Okaye in de film speelt, vertelde aan IndieWire dat ze hoopt dat de film vooral jonge meisjes zal helpen. “Al is het maar een verandering in haar denkwijze, of de realisatie hoe ze haar eigen kracht en vrouwelijkheid kan ervaren en uitdrukken,” zegt ze. “Als jonge meisjes dat soort impact ervaren, en nu beelden hebben waarover ze kunnen zeggen dat ze zo cool, hip en krachtig zijn, en dat ze kunnen zeggen ‘Luister, ik kan alles zijn wat ik zelf wil’ – dat betekent de wereld voor me. Dat is gewoon alles.”