Niemand kan de invasie van zombies stoppen. Nee, zelfs niet de meest doorgewinterde survivalers, ook totale marktverzadiging niet en al helemaal niet het feit dat ieder zombieplot hetzelfde is. Iedere tv-serie, film of stripboek dat ook maar een beetje over zombies gaat, is een regelrechte déjà vu.
De zombies duiken op, lopen houterig rond, bijten en vermenigvuldigen. De slimmeriken weten zich aan te passen aan de nieuwe realiteit: doden of gedood worden. De sterkste overleven door niemand te vertrouwen. De zwakkelingen moeten maar gehoorzamen, of ze worden opgegeten. In een plas bloed. En dan begint het riedeltje opnieuw.
Videos by VICE
Dit is het simpele—en simplistische—opzetje waar de grootste bovennatuurlijke trend van deze eeuw op draait. En bovendien is het in popcultuur de meest bekeken visie op de toekomst. Zelfs na jaren van deze rommel, is de bloeddorstige opmars van de zombie niet te stoppen. Kijkcijferkanon The Walking Dead heeft er net een vijfde seizoen opzitten en er komt een spin-off aan. SyFy heeft er een eigen variant van, Arnold Schwarzenegger werkt aan een nieuwe zombiefilm en World War Z, waarmee een half miljard euro is binnengeharkt, krijgt volgend jaar een vervolg. Zombies zijn populairder dan ooit.
Een aantal critici hebben het hier moeilijk mee. Zij betogen dat de wereldvisie die de zombiefilms propageren uitzichtloos en nihilistisch is. Hun enorme populariteit zou het vertrouwen van mensen in instituties en hun medemens kunnen schaden. Deze apocalypstische denkwijze zou uiteindelijk contraproductief zijn wanneer onze samenleving echte problemen moet oplossen. Daarnaast is de manier waarop mensen in deze denkbeeldige zombie-apocalypsen handelen, compleet niet gebaseerd op enig sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop mensen handelen bij rampen.
“Het zombiegenre blinkt uit in zijn misantropie,” zegt Daniel W. Drezner. Drezner is professor in de internationale politiek aan de Tufts University in Massachusetts in de Verenigde Staten. Hij heeft verschillende boeken en artikelen geschreven over het effect van de zombiecultuur op het politieke discours.
“Degenen die helemaal de prepper gaan uithangen, zetten de hele situatie op scherp. De kans is dan groter dat het inderdaad volledig uit de hand gaat lopen.”
De logica van de zombie-apocalyps laat mensen—als ze het allemaal overleven—van hun meest zelfzuchtige, gevaarlijke en achterbakse kant zien, wanneer ze geconfronteerd worden met tegenspoed. Het is een bloeddorstige en sociaal-Darwinistische visie op een samenleving die met het grootste gemak uit elkaar valt. Het lijkt alsof elektriciteit en politiebureaus de enige dingen zijn die onze samenleving in stand houden. Eigenlijk gaat het zombiegenre niet zozeer over zombies. “Het gaat over hoe mensen reageren op extreme situaties. En ze reageren op de verkeerde manier,” aldus Drezner.
Nu we wereldwijd met steeds extremere omstandigheden te maken krijgen—denk aan klimaatverandering, epidemieën en oorlog—is dit een absoluut probleem. Mediacriticus Douglas Rushkoff vreest dat de zombielogica ons vermogen om oplossingen te bedenken beperkt. “Het lijkt alsof men zich liever voorstelt hoe een zombie-apocalyps eruit ziet, dan zich te oriënteren op de toekomst,” zegt hij tegen Yahoo News. Volgens Rushkoff is het een gevolg van wat hij “present shock” noemt. Hij vreest dat onze samenleving veel meer geneigd is om het uitgangspunt dat alles ineen zal storten te omarmen en daardoor minder geneigd is om oplossingen te zoeken waar onze samenlevingen op de lange termijn baad bij hebben.
Want, als we geloven dat alles toch ineen zal storten, heeft het niet veel zin om er nog wat aan te doen. Het beste wat je dan kan doen is heel veel ingeblikt eten inslaan en je deuren vastschroeven. (Deze oplossing wordt daadwerkelijk geopperd door bedrijven die Glenn Beck volledig de ruimte geeft.) “Degenen die helemaal de prepper gaan uithangen,” zegt Drezner, “zetten de hele situatie op scherp. De kans is dan groter dat het inderdaad volledig uit de hand gaat lopen.”
En nu verspreidt de zombielogica zich naar het algemene vertoog. Via die tientallen miljoenen kijkers van series en films met zombies, de lui die zombie-evenementen organiseren en zelfs via openbare instanties, NGO’s en politici die de zombielogica herhalen om mensen aan zich te binden.
Bijvoorbeeld, het Amerikaanse instituut voor volksgezondheid, het CDC, maakte een informatief spotje in het zombiethema. Het spotje werd online zo goed bekeken dat de servers van het CDC het niet aankonden. Drezner ziet dit zowel als een zegening als een ramp. Aan de ene kant zagen heel veel mensen het spotje, maar aan de andere kant was de context wel de totale ineenstorting van alles. De zombieapocalyps “overdrijft de kwetsbaarheid van onze samenleving. Door deze metafoor te gebruiken, werk je juist dat wat je probeert te voorkomen in de hand,” aldus Drezner.
Hoe zijn we zo onder de invloed van de zombie-eindtijd geraakt? In 2014 publiceerde het Journal of Social research een paper van Drezner waarin hij de explosie van de zombiecultuur uiteenzet en laat zien hoe het publiek vertoog daardoor veranderd is.
“Het genre stijgt in populariteit in tijden van onzekerheid, oorlog of recessie,” zegt hij. “Wat betreft films, is het echt gaan lopen sinds 11 september.” Hiervoor refereert hij aan een onderzoek uit 2008 dat stelt dat een derde van alle zombiefilms die ooit gemaakt zijn, uit zijn gekomen na 2001. En nu zijn er nog meer. “De financiële crisis van 2009 heeft een tweede piek veroorzaakt.”
We hebben ons wijsgemaakt dat we kwetsbaar zijn geworden door onze afhankelijkheid van globalisering en technologie. Het zombiegenre is een populaire manier om die angst te tunnelen. “Het concept is erg flexibel,” zegt Drezner. “Toen Romero Night of the Living Dead maakte, was straling de boosdoener. Nu is het een epidemie. Het is de natuur die met ons afrekent. We hebben iets fout gedaan en dit is wat onze samenleving verdient.”
De basisingrediënten van de zombielogica vallen samen met principes van extreem conservatisme (zelfvoorzienend, individualistisch en isolationistisch), dat in de afgelopen vijftien jaar een steeds krachtiger geluid is geworden. In een boek uit 2012 bestudeert Thomas Edsall het werk van Philip Tetlock, een professor van Wharton. Het onderzoek van Tetlock wijst uit dat conservatieven “minder geneigd zijn compromissen te sluiten; de wereld in termen van ‘wij’ tegen ‘hen’ zien; meer geneigd zijn om geweld te gebruiken om een voordeel te behalen; geneigd zijn te denken in simpele tegenstellingen (goed vs. slecht) als het gaat om politieke kwesties; erop gebrand zijn om degenen die afwijken van sociale voorschriften (zoals bijvoorbeeld de traditionele normen over seksualiteit) daarvoor te straffen en een hekel hebben aan profiteurs.” Kinkt dit bekend? Het is zo ongeveer exact het moraal kompas van de overlevers van een zombieapocalyps. Het is vreemd dat conservatieven juist een hekel hebben aan The Walking Dead.
Hoe dan ook is de wildgroei van de zombiecultuur fascinerend. Hoe worden we als kijkers toch steeds weer geboeid door dezelfde scenario’s, dezelfde schurken en dezelfde afgetakelde landschappen? “Het drijft zichzelf voort,” zegt Drezner. “Elke keer als iemand zegt dat we het zombiegenre op zijn piek is, komt er weer iets nieuws bij.”
De vrees is dat we door de verzadiging van zombiecultuur, impliciet akkoord gaan met het wereldbeeld. Alsof we zeggen: “Dit is dus hoe de wereld eruit gaat zien.” En de personages reageren steeds hetzelfde: met buitensporig geweld tegen mens en zombie.
“Het probleem van het zombiegenre is dat het één ding fundamenteel verkeerd heeft: het onderschat de vindingrijkheid van mensen,” aldus Drezner. Kijk alleen al naar het laatste seizoen van The Walking Dead en je ziet een vrij expliciete steunbetuiging aan cynisch, fascistisch autoritarisme wanneer er een ramp uitbreekt.
Rick Grimes en zijn groepje doorgewinterde strijders zijn efficiënte en meedogenloze moordenaars. Dat is wat ze moeten zijn om te kunnen overleven – althans, dat wordt ons verteld. Iedereen luistert naar ex-politieman Rick die, hoewel zijn gedachten verknipt zijn geraakt, nog steeds een baken van autoriteit is. De groep wordt opgenomen in Alexandria, een omheinde samenleving, die op een bepaalde manier toch weet te functioneren tijdens het einde der tijden. Telkens als we in The Walking Dead iets van een samenleving tegenkomen, weten we dat die snel ineen zal storten. De zombies, die een routineklus zijn geworden voor Rick en zijn brigade, zijn al lang niet meer de vijand. Het gevaar zit in andere mensen.
Neem als voorbeeld de leiders van Terminus. Zij waren ooit gastvrije lui, totdat een een groepje plunderende verkrachters hun overtuigden dat ze moordende kannibalen moesten worden om te kunnen overleven. De inwoners van Alexandria hebben misschien een vreedzame samenleving opgezet, waar iedereen zijn steentje bijdraagt, maar in het echt zijn ze hopeloos incompetent buiten de muren van hun veilige dorpje.
Deanna, de leider van Alexandria, grapt dat “de communisten uiteindelijk toch gewonnen hebben. En daarmee heb je volgens de zombielogica de meest overduidelijke reden waarom de samenleving ten dode was opgeschreven. The Walking Dead drijft voort op de conservatieve, Hobbesiaanse waarden—de kracht van het individu is oppermachtig, het gehoorzamen van autoriteit is een maatschappelijke noodzaak en buitenstaanders zijn een gevaar dat gewantrouwd moet worden. Een grote overheid is per definitie een gefaald concept.
In de wereld van The Walking Dead is het idee dat mensen samen zullen werken om de samenleving opnieuw op te bouwen, een utopische gedachte die alleen maar kan falen. (Dit is waarschijnlijk ook de reden dat overheid constant als nutteloos wordt gezien, of zelfs kwaadwillend; zoals de CDC in eerste instantie nutteloos was en daarna zelfs levensbedreigend.)
Dat is jammer—voornamelijk omdat het niet waar is. (Op zijn minst voor nu dan, totdat we ons allemaal door de zombielogica laten bekeren.) In een boek uit 2009, A Paradise Built in Hell, onderzoekt Rebecca Solnit hoe samenlevingen in het echt reageren op rampen. Dit boek werkt corrigerend op de mythes over menselijk gedrag tijdens rampen, zoals we het zien in het zombiegenre. Hoewel we in fictie en de media vaak beelden zien van plunderende mensen zodra er een ramp gebeurt, blijkt dat mensen over het algemeen samen optrekken, elkaar helpen met het zorgen voor de zwakkeren, eten en onderdak.
“Over het algemeen wordt gedacht dat in het geval van een ramp mensen zo overweldigd worden door angst en egoïstische gevoelens dat het hun sociale banden en hun vermogen om beslissingen te kunnen nemen compleet uitschakelt. Het lijkt op de klassieke gedachte over verval naar de wildernis, maar dan door angst en niet door kwaadwillendheid,” zegt ze. “Het gaat ervan uit dat we allemaal antisociale bommen zijn die ontploffen zodra het misgaat. En Hollywood speelt hier gretig op in. Sociologen, daarentegen, doen dat niet.”
Slonst baseert haar argument op het werk van verschillende onderzoekers, maar in het bijzonder dat van Enrico Quarantelli, die laat zien dat bij calamiteiten samenwerking eigenlijk veel meer voorkomt dan egoïstisch gedrag. Decennia van zijn onderzoek laten zien dat “de sociale orde over het algemeen in stand blijft,” wanneer er een ramp gebeurt.
Sinds het tweede seizoen van The Walking Dead, nadat ik het zoveelste verhaal over gevechten met kwijlende zombies had gezien, zou ik het interessant vinden als de personages een veilig gebied zouden opzoeken, zouden hergroeperen en zouden kijken hoe het opnieuw opbouwen van een samenleving eruit zou zien. Maar telkens als ze dat proberen, duikt er een vent met een tank op. Of apocalyptische verkrachters. Of kannibalen uit de blanke middenklasse.
Daarom was ik in eerste instantie enthousiast over Alexandria. Het leek op een belofte dat de televisieserie vraagstukken uit de sociale filosofie in overweging zou nemen. Maar helaas won de krijgswetideologie van Rick vrijwel direct. De slappe, collectivistische aanpak van Alexandria faalt, want ze laten zombies door hun poorten en zorgen zelfs dan één van Ricks mannen dood gaat. Zoals Zack Handlen schrijft op AV Club: “In plaats van dat ze een dubbelzinnige situatie creëerden waarin de ervaring van Rick het voor hem moeilijk maakten om zich aan te passen aan het ‘normale’ leven, zien we een stelletje zachtaardige idioten die nog moeten leren hoe ze moeten overleven.
Je blijft in leven door de autoriteit van de sterkste individuen te respecteren, door branieschoppers en zonderlingen te executeren en door ervan uit te gaan dat alles buiten de muren je dood wil hebben. Deze visie verwerpelijk, zelfs tijdens de apocalyps.
Gelukkig zijn er tekenen dat de zombielogica aan het evolueren is en enkele nieuwe producten in het genre lijken los te slaan van de survivalinsteek die we nu hebben. In Maggie, het vehikel van Schwarzenegger, zien we een vader die bij zijn dochter blijft en zoekt naar een geneesmiddel terwijl zij langzaam in een zombie veranderd. Warm Bodies uit 2013 geeft de zombie een menselijke kant in de vorm van een romantische comedy. In Last Man on Earth zitten misschien geen zombies, maar door satire krijgen we een stuk optimistischer beeld van het wel en wee van een ontvolkte wereld.
Toch blijft de dominantie van zombielogica een probleem. Als deze hersendode sociale filosofie door kan strompelen zal daardoor ons vermogen om over toekomst na te denken worden geschaad.
“Een wrede, Hobbesiaanse, totale oorlog is absoluut een mogelijkheid,” zegt Drezner. Maar het is wel een erg pessimistische visie. En zouden we dat niet moeten proberen te voorkomen, in plaats van dat we het verheerlijken?