Stel je voor: het is een vrije zomerdag en je bent in het park. De zon voelt warm op je rug, iemand heeft een koeltas met bier meegenomen, een propellorvliegtuigje vliegt brommend door de helderblauwe lucht. Het leven is eenvoudig en heerlijk. Dan scroll je langs een berichtje waarin staat dat je oude studiegenoot Roos toegelaten is tot een selectieve master aan een goed aangeschreven buitenlandse universiteit. “ZOVEEL zin in!!!” heeft ze geschreven. Ineens is het alsof er een donkere wolk overtrekt. Je hart is van verontwaardiging sneller gaan kloppen en je maag krimpt in elkaar. Het steekt. “Fucking Roos” denk je.
Het is niet bepaald de meest chique emotie, maar de meeste mensen worden zo nu en dan overvallen door afgunst. En zeker als je in de fase zit dat je nog aan het uitzoeken bent hoe je met stages, opleidingen en banen iets van richting aan je leven kunt geven, kunnen de loopbaansuccesjes van leeftijdsgenoten aanvoelen alsof iemand met z’n vinger in je gevoel van eigenwaarde port. Wat het nog erger maakt, is dat het zo onsympathiek is om afgunstig te zijn – het bestaan zou zoveel makkelijker zijn als je altijd in volle oprechtheid blij kon zijn over andermans geluk. Waar komt dat ellendige gevoel van afgunst in godsnaam vandaan? En valt er iets tegen te doen?
Videos by VICE
Om te beginnen is het goed om een duidelijk te maken waar we het precies over hebben. Afgunst en jaloezie zijn twee verschillende dingen: jaloezie gaat over een angst om iets te verliezen, wantrouwen, woede en ongerustheid, terwijl afgunst gepaard gaat met gevoelens van minderwaardigheid, verlangen en wrok. “Jaloezie betekent dat je iets hebt en dat het je wordt afgenomen, een partner of een baan bijvoorbeeld. Afgunst houdt in dat je iets nog niet hebt, en dat je iemand benijdt omdat diegene dat wel heeft,” zegt Bjarne Timonen, GZ-psycholoog en auteur van De Leefstijlgids tegen Somberheid.
Timonen legt uit dat afgunst een primitieve emotie is, en dat mensen zich al zolang ze bestaan met elkaar vergelijken. “Als mens wil je leuke dingen, je verlangt naar beloning”, legt hij uit. “En als je ziet dat anderen dat wel krijgen, maar jij niet, dan doet dat pijn.” En het mag dan een oeroud gevoel zijn, afgunst kan door sociale media misschien wel weliger tieren dan ooit. “Op sociale media tonen mensen wat ze hebben, of dat nou hun bezit is, een prachtige vakantie of hun billen. Het is gemaakt voor sociale vergelijking.”
Dat pijnlijke gevoel van sociale vergelijking kan verschillende reacties teweeg brengen. Voor sommige mensen is het negatieve gevoel overweldigend. “Zij blijven er onder lijden. De afgunst bevestigt hun slechte overtuiging over zichzelf. ‘Ik verdien dit niet’, denken ze dan”, zegt Timonen. “Maar je kan ook denken: wat leuk voor diegene, ik ga nu heel erg m’n best doen om hetzelfde te krijgen.”
Niet iedereen ervaart op dezelfde gebieden afgunst. Soms is het makkelijk om te accepteren dat sommige dingen niet voor jou zijn weggelegd – het is maar net waar je waarde aan hecht, of wat je van huis uit hebt meegekregen. “Het zal mij een worst wezen dat ik nooit een lichaam zal hebben als dat van Arie Boomsma, dus als hij foto’s deelt van zijn sixpack doet dat me niets”, zegt Timonen. “Maar mijn werk boeit me wel heel erg. Een paar jaar geleden kwam ik in aanmerking voor een heel leuke klus, maar die ging toen op het laatste moment toch naar iemand anders. Toen voelde ik wel afgunst, ik ging mezelf met diegene vergelijken en op zoek naar zijn negatieve kanten.”
Als het om werk en carrière gaat, functioneren platforms als LinkedIn als ronkende afgunstmachines. “Op sociale media zie je natuurlijk alleen de trailer, nooit hoe het er achter de schermen aan toegaat”, zegt Timonen. “Zeker als je nog maar net komt kijken, kan je daardoor erg ontmoedigd raken.”
Het valt hem op dat mensen die net afgestudeerd zijn tegenwoordig enorm hoge eisen stellen aan zichzelf. “Alles moet nu, ze moeten binnen tien jaar alles behaald hebben wat er te behalen valt, qua geld, status en succes. Ze werken alsof ze enorme haast hebben, terwijl je als het goed is decennia lang bezig bent met je carrière.”
Hoe hoger de eisen zijn die je aan jezelf stelt, des te gevoeliger kun je zijn voor afgunst. Daarbij is het lang niet altijd productief. “In de ggz zien we nu veel mensen tussen de twintig en dertig die opgebrand raken, en dan ben je al helemaal ver van huis. Haast is meestal niet bevorderlijk voor je carrière.”
Zeker aan het begin van je loopbaan is het dus van belang dat je je niet teveel laat meeslepen door naijver en de wens zoveel mogelijk mensen de ogen uit te kunnen steken met opgewekte LinkedIn-updates. “In de eerste weken van je werkende leven ben je vaak kapot, er zijn zoveel nieuwe ervaringen en er is zoveel nieuwe kennis die je moet verwerken. Je moet een paar keer op je bek gaan om alles goed te leren, en jezelf de tijd en ruimte gunnen om beter te worden. Als je dat niet doet, wordt het lastig om een duurzame goede carrière op te bouwen.”
Maar wat als je dan toch verdrietig wordt van collega’s en vrienden die alles sneller voor elkaar zien te krijgen dan jij? Volgens Timonen is het belangrijk om die emotie niet uit alle macht te onderdrukken. “Accepteer het gevoel, laat het zijn en bezinken. Besef dat het normaal is om je zo te voelen. Als je dat doet, wordt het al snel minder pijnlijk. Gevoelens van jaloezie en afgunst worden sterker als je ertegen gaat vechten. Je kan het beter proberen te relativeren, door te denken aan je eigen successen die je hebt behaald, of die nog zullen komen.”
Want dat wil Timonen benadrukken: afgunst pakt niet in alle gevallen negatief uit. Je kunt het ook gebruiken als motivatie om te bereiken wat je graag wil. “Je hebt iets nog niet, maar dat betekent niet dat je het nooit gaat hebben. Je kunt je afgunst gebruiken als beginpunt, om vanuit daar stap voor stap ergens naartoe te werken. Hoe vaker je het op die manier aanpakt, hoe vaker afgunst gaat werken als motivatie in plaats van demotivatie. Je ziet zo’n gedachtegang vaak bij succesvolle ondernemers: die voelen zich niet ellendig als ze een ander succesvol persoon zien, maar gaan in plaats daarvan uitzoeken hoe iets soortgelijks voor elkaar kunnen krijgen.”
Wat ook een geruststellende gedachte is: als je ouder wordt, kan loopbaanafgunst vanzelf een stuk minder kan worden. “Hoe meer bedreven je raakt in je werk, des te meer hersencapaciteit je overhoudt om er ook van te genieten. Ook leer je jezelf steeds beter kennen en accepteren, en acceptatie is de beste remedie tegen afgunst.”