Dit is een bewerking van een eerder gepubliceerd artikel.
Het is deze weken bloedheet in Nederland. Sommige gebieden zijn daardoor zo droog dat ze mug-loos zijn, maar andere stukken van Nederland zijn juist tropisch klam – perfect weer voor muggen. En als jij altijd meer geprikt wordt door muggen dan de mensen om je heen, dan zal dat voor altijd zo blijven. Het ligt namelijk aan je genen.
Videos by VICE
Onderzoeken hebben al laten zien dat natuurlijke lichaamsgeur een belangrijke rol speelt als het gaat om de voorkeur van muggen voor bepaalde mensen. Het is alleen tot nu toe nog niet duidelijk geweest welke factoren nou zo belangrijk zijn voor de uitstoot van die lichaamsgeuren: is het lichaamsmassa, een bepaald dieet, of iets heel anders? Uit eerder onderzoek van the London School of Hygiene & Tropical Medicine in PLOS ONE blijkt dat genen een grote rol spelen in de samenstelling lichaamsgeuren waar muggen gek van worden .
“De grootste veroorzaker van hoe aantrekkelijk je voor muggen bent, zijn je genen,” vertelt hoofdauteur James Logan in een telefonisch interview. “We weten uit eerdere onderzoeken al dat lichaamsgeur er voor zorgt dat muggen ons kunnen vinden end dat verschillende lichaamsgeuren voor verschillende reacties zorgen bij muggen. In dit onderzoek zijn we een stap verder gegaan door te laten zien dat muggen geuren oppikken die beïnvloed worden door onze eigen genen. We weten alleen nog niet welke genen dat precies zijn.”
Voor het onderzoek hebben Logan en zijn team gebruik gemaakt van sets tweelingen (eeneiige en twee-eiige) om te testen welke rol genen spelen bij lichaamsgeuren die muggen kunnen oppikken.
De mate waarin genen een eigenschap beïnvloeden wordt erfelijkheid genoemd en wordt gemeten op een schaal van 0,0 tot 1,0. Voor het onderzoek moesten de tweelingen hun hand in een y-vormige buis steken, met aan de andere kant van de buis een andere stimulus (hun tweelingbroer/zus of alleen lucht). Vervolgens werden er muggen in dat ding losgelaten en werd er geteld hoeveel muggen er naar stimulus vlogen en hoe dichtbij ze kwamen.
“Eeneiige tweelingen hebben dezelfde genen en twee-eiige tweelingen niet,” vertelt Logan. “We kunnen nu bepalen of wat we zien door genen komt door eeneiige en twee-eiige tweelingen met elkaar te vergelijken.”
Laten we dat even uitleggen: zie die twee set tweelingen voor je. Eeneiige tweelingen hebben een identiek genenpakket en twee-eiige tweelingen verschillen in hun erfelijke materiaal. Als muggen hetzelfde reageren op de eeneiige tweelingen, maar niet op de twee-eiige deelnemers, dan laat dat zien dat genen waarschijnlijk een belangrijke rol spelen bij wie er aantrekkelijk is voor die irritante prikkebeesten.
De onderzoekers hebben gevonden dat erfelijkheid een belangrijke rol speelt in hoe aantrekkelijk of afstotelijk iemand voor muggen is. Om daar even een cijfer aan te hangen, is die erfelijkheid 0,83. Dat is bijvoorbeeld veel meer dan hoe erfelijk een IQ-score is (rond de 0,5) of lengte (ook 0,5).
Ook al werd er een relatief kleine groep mensen die onderzocht – 37 sets van tweelingen – toch legt Logan uit dat dit wel laat zien dat deze mate erfelijkheid een sterk bewijs is voor dat genen een rol spelen bij hoe smakelijk een mug je vindt.
Maar is dit soort onderzoek naar muggen eigenlijk belangrijk?
Het is de handig als onderzoekers achterhalen welke genen ervoor zorgen voor een geur waar muggen zich toe aangetrokken voelen of eentje die ze niet te hachelen vinden. Want dan kunnen ze die geur in de toekomst misschien wel op een chemische manier nabootsen, bijvoorbeeld door medicatie te ontwikkelen waardoor je voor muggen enorm gaat meuren. Hierdoor kan dan weer het risico dat je besmet raakt met een gevaarlijke ziekte die door muggen wordt overgedragen – bijvoorbeeld malaria of het westnijlvirus.
Voordat ze hier allemaal aan beginnen, wil Logan eerst meer onderzoek doen naar de mate van erfelijkheid onder andere populaties, zoals in het zuiden van Afrika. In die regio raken veel meer mensen besmet door muggenziektes.
“We hopen dat het op een dag mogelijk is om mensen te kunnen identificeren die het grootste risico lopen om door muggen besmet te worden met malaria en knokkelkoorts,” zegt Logan. “Je zou de bevolking kunnen ‘screenen’ en je vervolgens richten op mensen die het meeste risico lopen. En het kan ook helpen met het maken van wiskundige modellen van ziektes. In veel modellen wordt er vanuit gegaan dat iedereen even vaak gebeten wordt, terwijl we eigenlijk weten dat dit niet het geval is.”
Nu maar hopen dat er snel een stof wordt ontwikkeld die voor muggen zo ontiegelijk stinkt, dat ze ook niet meer in je slaapkamer durven rond te zoemen.